Phan {Drugs}
Het regende. Ik had mijn capuchon op en liep onder een viaduct. Een andere jongen kwam eraan. Hij was kleiner als mij... Ik was ook weer zo'n raar kind dat weer fucking lang was. De jongens was getinter, niet zoals de meeste hier. Hij gaf mij het geld en ik gaf hem de drugs. De schaduwen die me achtervolgden fluisterden in mijn oor, de wind die gierde en de ritselende takken van de bomen gaven een mysterieuze sfeer. Ik zuchtte. Dit alles hoorde erbij. Ik liep over het gras, langs de snelweg waar de auto's op raasden. Het vreemde was, dat ik ze niet kon horen. Ik zat te erg in mijn eigen wereld. Ik liep tegen een jongen op. Hij viel op de grond. Ik stak mijn hand naar hem uit. Hij pakte hem niet aan. Hij zat op de grond en keek met zijn blauwe ogen in mijn bruine ogen. Hij zag eruit alsof hij gehuild had. 'Yo, pak mijn hand aan,' zei ik. Hij slikte en deed het. Hij rilde van de kou. We gingen op één van die hekken zitten die altijd langs de snelweg staan. 'Wat doe je hier?' vroeg ik en ik pakte pakje sigaretten en deed er één in mijn mond. 'Wat gaat jou dat aan?' vroeg de jongen. Ik zei met een gemene grijns:' Mij gaat best veel aan.' 'Weet je wat mij aangaat? Dat jij je longen verpest. Jij bent echt een idioot!' zei de jongen. Ik kreunde en leunde met mijn elleboog op zijn schouder. 'En waarom gaat jou dat aan kind?' vroeg ik en ik deed de sigaret weer in het pakje. 'Ik rook niet, ik doe dit om jouw interesse te trekken.' De jongen rolde met zijn ogen. 'Whatever,' zei hij ongeïnteresseerd. Ik lachte omdat het zo dom klonk. Ik zag de jongen nog steeds rillen. 'Ga naar huis... Een jongen zoals jij hoort hier niet,' zei ik. De jongens zijn blauwe ogen keken me beledigt aan. 'Hoe bedoel je... Een jongen zoals ík?' Ik zuchtte. 'Je bent te lief. De mensen hier maken je kapot,' zei ik. De jongen stond op, alleen liep niet weg. 'Waar wacht je op?' vroeg ik. Hij draaide zich naar mij toe en door de speelse glimlach wist ik wat hij wou. 'Ik wil dat jij mee gaat,' zei hij. Ik fronste mijn wenkbrauwen en vroeg:' Waarom?' De jongen pakte mijn hand en probeerde me van het hek te trekken. Het lukte hem niet. 'Ga gewoon mee!' zei de jongen. 'Hoe heet je?' vroeg ik. 'Phil,' zei hij. Ik stond op, waardoor Phil bijna viel. Meegaan met een raar kind die je net nog uitschold voor idioot... Goed plan Dan. Goed plan.
'Hey, hoe oud ben je eigenlijk?' vroeg Phil. We liepen op een weg met allemaal steentjes. Ik schopte de losse steentjes weg. 'Zestien,' zei ik. Phil stopte en ik stopte ook. Zijn ogen gleden over me heen en ik voelde me ongemakkelijk. 'Jij bent echt geen zestien,' zei Phil hoofdschuddend. Ik grinnikte en zei:' Het is wel zo. Hoe oud ben jij dan?' 'Zeventien,' zei Phil. We liepen verder en ik zag een soort groot grasveld en ik het midden stond een hok met lama's. 'Lama's!' schreeuwde ik en ik rende naar het hok. 'Jij bent echt geen zestien,' zei Phil lachend. Ik aaide één van de lama's. 'Waarom ben je zo geobsedeerd door lama's,' vroeg Phil. 'Ze zijn mijn lievelingsdieren,' zei ik. Phil keek me raar aan. 'Mijn beste vriendin gaf me deze hanger, ze doen me denken aan haar;' zei ik. 'Dat is schattig,' zei Phil. 'Ze stierf...' zei ik zachtjes. Phil schrok en omhelsde me. 'Het spijt me...' zei hij. Ik voelde de tranen in mijn ogen komen. Ik had nog nooit gehuild als ik het over haar had, alleen ik kon het niet meer... Ik begon te huilen. Phil aaide me over mijn rug. Ik voelde dat ik gebroken was. Ik voelde alle emoties die ik zolang binnen had gehouden. Ik voelde voor één keer weer liefde en warmte. 'Kom mee, we zijn bijna bij mijn huis... Je rilt helemaal,' zei Phil. Hij liet me los en keek naar mijn bleke gezicht. Hij pakte mijn hand en leidde me naar zijn huis.
'James?' schreeuwde Phil toen we binnen waren. Een jongen die ik ongeveer negentien schatte, kwam aanlopen. 'Phil? Wie is dat?' vroeg de jongen die volgens mij James heette. 'Ik ben Dan,' zei ik zachtjes. Ik deed mijn jas uit en James pakte hem aan. Hij hing hem op aan een kapstok. 'Dat had niet gehoeven hoor,' zei ik. James lachte en zei:' Volgens mij ga jij hier nog wel vaker komen... Dus ik kan net zo goed gelijk aardig doen.' Ik snapte hem niet. Was het zo overduidelijk dat ik het niet erg vond om hier te zijn? 'Ga zitten,' zei Phil en hij wees naar een bank. 'W-Wat doet James nu?' vroeg ik zachtjes. 'Tekenen denk ik... Ik ben zijn huisgenoot dus ja, dit is ons huis,' zei Phil en hij ging naast me zitten. Ik knikte. 'Waarom heb ik jou nooit gezien? Zo'n jongen moet ik toch wel opgemerkt hebben?' zei Phil. Alleen de twee zin zei hij zachtjes en meer in zichzelf. 'Zo'n jongen?' vroeg ik zachtjes. Phil trok rood weg en zei:' Dat zei ik dus hard op... Gewoon zo'n iemand die drugs dealt enzo. Je ziet ze niet heel vaak hier,' zei Phil. Ik voelde me teleurgesteld, maar ik wist niet waarom. 'Ik reis veel, ik heb eigenlijk niet echt een huis,' zei ik. 'Waarom niet?' vroeg Phil. Hij ging dichter bij me zitten en ik voelde een raar gevoel in mijn buik. 'Ik ben weggelopen van huis,' zei ik zachtjes. Phil legde zijn hand op mijn been en het gevoel werd erger. 'I-Ik voel me niet zo heel lekker,' zei ik zachtjes. 'Je kan wel in het logeerbed liggen als je wil,' zei Phil. Ik knikte dankbaar. Phil hielp me staan en ik voelde me blozen bij elke aanraking.
'Dan, ben je wakker?' Phil deed het licht aan. Ik zat huilend rechtop op het bed. 'Dan, wat is er?' vroeg Phil bezorgd. 'I-Ik weet het niet...' zei ik zachtjes. Ik wist het wel... 'Wanneer je het wel weet, kan je het zeggen hé,' zei Phil en hij omhelsde me. 'Ik ben strafbaar,' zei ik zachtjes. Phil ging naast me zitten en vroeg:' Hoezo strafbaar?' Ik deal drugs, zodat ik kan leven Phil... Dat noem je strafbaar,' zei ik. Phil aaide over mijn rug en zei:' Je kan je verleden wel achter je laten en opnieuw beginnen.' 'Ik heb niks Phil! Ik ben weggelopen en ik ga niet terug! Ik heb geen één vriend en iedereen haat!' Schreeuwde ik huilend. 'Dan, je hebt mij,' zei Phil zachtjes. Ik wou zoveel zeggen, maar er kwam niks uit mijn mond. Phil draaide mijn hoofd naar de zijne en kuste me op mijn mond. Het voelde goed.
'Phil?' vroeg James die binnen kwam. Phil zat naast mij op het bed. 'Uhm... Kan ik Phil even lenen?' vroeg James zachtjes aan mij. Ik was verbaasd dat hij zo beleefd was, zelfs al was hij zowat drie jaar ouder. Ik knikte en James liep samen met Phil weg.
Ze kwamen terug. James zijn ogen waren rood en Phil aaide James over zijn rug. 'G-Gaat alles goed?' vroeg ik zachtjes. Phil ging weer naast mij zitten en James liep snel de kamer uit. Ik hoorde hem huilen. 'Wat is er gebeurd?!' vroeg ik verbaasd. Phil zei niks en drukte me tegen hem aan. 'Phil, zeg het,' zei ik streng. 'Zijn tweelingzus en moeder zijn in een auto-ongeluk gekomen... Grote kans dat ze het niet overleven,' zei Phil. Hij zuchtte. Ik keek naar de grond en zei:' Phil, het is denk ik beter dat ik ga.' Phil keek me verbaasd aan. 'Waarom?' vroeg hij. 'James heeft het nu moeilijk en ik niet in de weg staan,' zei ik. Ik stond op en Phil pakte mijn hand. 'Phil, laat me los...' zei ik. Phil liet me niet los. 'Phil laat me los!' commandeerde ik. Phil liet me los en ik zag de tranen in zijn ogen. Ik liep de kamer uit.
James zat buiten tegen een muur. Hij keek maar de grijze lucht boven ons. 'Hey...' zei ik zachtjes. James keek op. 'W-Wat?' vroeg hij zachtjes. 'Ik heb het gehoord,' zei ik zachtjes. Ik ging naast James zitten en zei:' Je zult in ieder geval geen last meer hebben van mij.' James keek me verbaasd aan. 'Phil gaat kapot!' zei hij. Ik haalde mijn schouders op, alleen ik voelde mijn hart breken. Ik wou Phil niet breken. 'Zeg maar tegen hem, dat ik altijd van hem blijf houden, alleen het beter is als ik ga. Ik ben geen goede invloed,' zei ik zachtjes. James knikte, stond op en liep naar binnen. Ik stond ook op en liep weg. Naar weer een nieuwe plaats om weer uiteindelijk te kunnen vervagen.
Ik zat in de trein en ik hoorde door de luidsprekers:' Deze middag is er een jongen opgenomen aan overdosis...' De rest hoorde ik niet meer. Ik raakte in paniek. Wat als het Phil was?! Ik wachtte totdat de trein bij het station was en ging nam de eerste trein weer terug naar het dorp waar Phil woonde.
Ik rende naar het ziekenhuis. 'Philip Micheal Lester, ik kom voor Philip Micheal Lester,' zei ik hijgend en in paniek. Ik kende zijn naam. Ik had de hele treinreis gezocht op het internet en ik vond de naam. 'Kamer 128,' zei de mevrouw achter de balie die geen ene interesse gaf. Ik rende naar de kamer en ik zag Phil liggen. In een ziekenhuis pyjama, slangen aan zijn lijf, wit, doodgaand. Ik begon te huilen en knielde bij het bed. 'Alsjeblieft Phil... Waarom heb je mijn drugs gebruikt? Je wist dat het slecht was!' Mijn tranen stroomden over mijn gezicht. 'Alsjeblieft Phil...'
Zijn begrafenis. Ik voelde me schuldig, maar ik ging erheen. Philip Micheal Lester. Een zeventienjarige jongen gestorven door drugs. Alles was mijn schuld. Tranen rolden over mijn wangen en ik voelde de scheuren in mijn hart. Hij was te jong... En het was mijn schuld...
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro