9. Bron
*Adinda*
Toen ze tegen de late namiddag aankwamen in de volgende hut, heerste er chaos. De warmwaterbron was niet groot genoeg om iedereen tegelijk te kunnen laten plaatsnemen. Meestal verdeelden Friederich en Adinda de groep gewoon op in de mannen en de vrouwen. Maar daar was deze keer niet iedereen mee akkoord. Andreas, Nilsa en Torsten wilden graag als gezin in de warmwaterbron. Sophia en Aubrey stonden er op hun beurt dan weer op dat ze als eerste konden. Miriam had er niet veel behoefte aan, zei ze. En Svend wou liever niet alleen.
Het viel Adinda op dat Vincent zich afzijdig hield. Zelf hield ze ook niet van deze situatie, en ze was blij dat Friederich het op zich nam orde te scheppen en ieders wens te behartigen.
Toen de afspraken gemaakt waren, en de groep zich verspreidde in en rond de hut, bleven Vincent en Adinda alleen achter op de houten veranda buiten de hut.
Dit was het verste punt van het eiland dat zee-inwaarts lag. Bij helder weer kon je de cruiseschepen zien passeren die horden toeristen naar Scandinavië brachten. Adinda was blij dat de modale klasse geen interesse had in rugzaktochten, in eenvoudig leven, in permacultuur en duurzaam bosbeheer. Ook vanuit het haventje van waaruit toeristen haar eiland bezochten, waren de omringende eilanden, met hun grote hotelketens en uitgebreide kuuroordvoorzieningen (zowel medische als puur voor het plezier) veel meer in trek. 'Jan met de pet' zou haar vast tegenspreken, maar ze was blij dat Laird Smith dat allemaal had tegengehouden.
"Denk je soms nog aan België?" vroeg Vincent haar.
"Nee," antwoordde ze. "Het is al tien jaar geleden dat ik er nog geweest ben. Ik herinner me er weinig van."
Dat was op de begrafenis van haar oma. Adinda was amper zes jaar oud geweest toen ze naar het eiland verhuisd waren. Al haar herinneringen aan België en haar oma waren van voor die tijd.
In het najaar, als de fruitoogst verwerkt moest worden en in de eilandkeuken volop appelen en peren tot moes werden gekookt, dan kwamen de herinneringen aan haar oma weer naar boven. Adinda's moeder had het familierecept meegenomen naar het eiland en had zo de nalatenschap van haar eigen moeder een plekje weten te geven in de harten van meerdere mensen.
"Het leven is hier anders," vervolgde Adinda. "Als Friederich en ik samen een film kijken, dan denk ik vaak dat ik dat nooit aan zou kunnen, het leven buiten het eiland."
Adinda besefte dat het voor Vincent vast nooit het zelfde zou zijn. Hij had dan wel gezegd op het eiland te willen wonen, maar ze had schrik dat hij na een tijdje zijn leven in Nederland te hard zou missen en terug weg zou gaan. Het was haar al lang opgevallen dat hij geen standaard toerist was. Hij haalde niet voor het minste zijn telefoon naar boven om foto's te maken. En hij had nog niet één keer geklaagd over het slechte 4G bereik hier. De gastenkamers waren aangepast aan alle modern comfort, maar dat was maar schijn. Want voor de eilandbewoners was de sanitaire ruimte vrij eenvoudig. Ze moesten constant water besparen en het was ongeoorloofd om meer dan twee keer per week te douchen. Er waren geen auto's op het eiland, zelfs geen brommers of fietsen. Alles werd per trekkar vervoerd, en als het pad het niet toeliet dan droeg je je spullen gewoon op de rug.
"Wat zou je het meest missen van Nederland?" Adinda keek Vincent vragend aan. Hij beet op zijn lip en ze zag hem slikken.
Vincent liet een lange stilte, en al bijna wou Adinda zeggen dat hij niet hoefde te antwoorden als hij dat niet wilde. Maar toen schraapte hij zijn keel: "Haagse Kakker," antwoordde hij met een glimlach. "Het is een soort van krentenbrood. Mijn moeder kocht dat altijd bij de bakker om de hoek als we bezoek hadden."
Hij had vanalles kunnen zeggen. Met zijn vrienden op café gaan, winkels waar je alles kon vinden wat je wou, de sportclub of misschien zelfs het verder studeren. Maar dat deed hij niet, en Adinda's maag maakte een sprongetje. Haar mond ging lichtjes open van verbazing.
"Krenten, dat zijn rozijnen toch he?"
Vincent knikte.
"Irma maakt met kerst Stolln, dat is een Duits rozijnenbrood met een dikke laag poedersuiker erop."
"Dat zal vast wel even lekker zijn," reageerde Vincent meteen.
Adinda hoopte maar dat hij het meende. De afgelopen dagen waren zo anders geweest. Alles leek gemakkelijker te gaan. Zorgelozer. Ze voelde zich gelukkig. Maar dat maakte haar ook bang. Want wat als de reis er overmorgen weer op zat en de boot met de toeristen terug vertrok? Dan zou Vincent terug weg zijn en zij terug alleen.
ø
Niet veel later trof Adinda Friederich in de keukenruimte. Hij was in zijn eentje het avondeten aan het bereiden. Ze besefte dat ze hem de laatste dagen veel van het werk alleen had laten doen. Vroeger waren ze altijd twee handen op één buik geweest, maar nu was dat plots veranderd. Ze voelde zich daar best schuldig over.
"Waarom heb je me niet geroepen? Dan was ik toch komen helpen," vroeg ze toen ze langs hem liep en een snel een kookpot uit de kast nam.
Friederich keek niet echt op, waardoor Adinda moeite had om in te schatten hoe hij zich voelde.
"Je handen waren met iets anders bezig."
Bijna liet ze de pot op het aanrecht vallen.
Friederich keek op en tot Adinda's opluchting had hij een grijns op zijn gezicht. Haar angst voor een norse en onaanspreekbare beste vriend was gelukkig voor niets.
"Waar is je loverboy trouwens? Ik dacht al bijna dat jullie niet meer te scheiden waren."
Adinda begreep de silver lining in wat Friederich bedoelde. Hij was blij voor haar, maar hij voelde zich ook jaloers. Zij twee waren al meer dan tien jaar elke dag samen, en nu zat daar ineens Vincent tussen.
"Sorry dat ik je wat verwaarloosd heb de afgelopen dagen. Dat was niet mijn bedoeling."
Friederich haalde zijn schouders op en glimlachte haar toe. "Tja, ik zou hetzelfde gedaan hebben."
"Wat? Nee!" en Adinda gaf Friederich een por in zijn zij, waarop hij zijn tong uitstak.
Ze had zijn directheid gemist. Al was het ook wel heel confronterend. Wat kende Friederich Adinda toch goed.
Samen, in perfecte symbiose, bereidden ze de rest van de avondmaaltijd. En tegen de tijd dat iedereen opgefrist was, was de tafel gedekt en stond een grote pot klaar met dampende Labskaus. Het zag er dan misschien uit als een hoopje, onsmakelijke, roze blubber, maar het was de favoriet van zowel Adinda als Friederich.
Adinda zette zich naast Vincent aan tafel en na een knipoog naar Friederich, kuste ze hem in het bijzijn van iedereen.
ø
Het licht van de open haard bracht een glans op Vincents gezicht, dat een beetje verbrand was van de lentezon. Adinda zat er al een tijdje naar te staren en hoorde amper iets van de gesprekken rondom haar. Of misschien was het wel Vincents hand, die zich geniepig een weg had gebaand tot onder haar trui, die haar deed afleiden. Ze zaten beiden dicht tegen elkaar op een tapijt van schapenvacht, te staren naar het vuur. Adinda voelde zich verhit, zowel door de vlammen als door het warme lijf naast haar.
Een zacht gefluister in haar oor vroeg haar of ze zin had om nog even naar de warmwaterbron te gaan. Adinda draaide zich en keek Vincent recht aan. De reflectie van het vuur in zijn ogen bracht een tinteling teweeg in heel haar lijf. Ze knikte, waarop hij onmiddellijk haar hand greep en haar recht trok. Ze durfde niet meer omkijken naar Friederich. Ze wist dat ze zijn goedkeuring had, en zijn schalkse grijns kon ze zich zonder kijken ook wel voorstellen.
De warmwaterbron was een klein, cirkelvormige kuip van ongeveer één meter diep, die aangelegd was met stenen uit de omgeving en verscholen lag achter een paar rotsen zodat de wind geen invloed had. Via een stalen trapje kon je er gemakkelijk in, maar zowel Adinda als Vincent aarzelden om de eerste stap te zetten. Uiteindelijk besloten ze hun schoenen uit te doen en hun broek op te rollen om zo te pootjebaden.
"Ik heb geen zwembroek bij me," zei Vincent na een tijdje.
Hij staarde Adinda aan. Ze kreeg prompt een beeld voor zich van zijn blote lijf en moest even naar adem happen.
Adinda had zelf wel badkledij mee, maar dan moest ze terug naar binnen. En toen Vincent uiteindelijk vervolgde dat hij ook wel in zijn boxershort zou kunnen, twijfelde ze niet en ging ze zich omkleden.
Niet veel later was ze alweer terug met twee handdoeken in haar handen en zag ze nog net hoe Vincent in het warme water gleed.
Aarzelend deed ze haar jas uit. Ze was blij dat er niet veel licht was. De maan zat half verscholen achter de wolken en de hut lag te veraf om enig schijnsel tot daar te brengen. Ze legde haar hoofdlamp opzij en liet het licht op het muurtje achter zich schijnen. Ze voelde hoe Vincents blik op haar gericht was, en enigszins verlegen draaide ze zich om en kleedde ze zich bibberend uit. Met enkel nog een zwart badpak aan stapte ze snel het warme water in.
Ze durfde niet naast hem te gaan zitten. En dus keken ze elkaar aan, elk vanop een kant van het bad. Ze zag hem bijten op zijn lip. Hij was vast even zenuwachtig al zij. Ze voelde haar wangen gloeien toen hij traag naar haar toe kwam. Haar hart klopte hard in haar keel wanneer hij eindelijk naast haar zat en zijn hand op haar schouder legde. Trillend deed ze hetzelfde.
Enerzijds was het om haar zenuwen te bedaren en haar handen te laten ophouden met bibberen, maar anderzijds wilde ze hem ook gewoon overal aanraken, dus verkende ze met haar hand zijn hele bovenlijf. Hij had borsthaar, dat was het eerst wat haar opviel. Hij was niet per se gespierd, maar dat was Friederich zijn ding. Voor haar maakte dat niet zo uit. Ze ontdekte dat hij een kietelplek had, links ter hoogte van zijn onderste rib. Maar ze kreeg de volle lading terug, dus een tweede poging deed ze niet meer.
Ze was al een tijdje aan het rillen. Ondanks het warme water en het gelukzalige gevoel, was het nog altijd maar lente en op dit late avonduur was het niet meer dan tien graden buiten. Het besluit om eruit te gaan was dus onvermijdelijk.
Vincent legde een handdoek over Adinda's schouders alvoor hij zichzelf begon af te drogen. Toch nog te verlegen, kleedden ze zich beiden met de ruggen naar elkaar snel om. Zo dicht bij hem zijn was beangstigend en opwindend tegelijkertijd. Maar ze durfde geen enkele keer te gluren.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro