Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

13. Kubus

opgelet! gevoelige scene

*Adinda*

"Vandaag ga je toch hier blijven he," vroeg Friederich aan Adinda.

Ze had er weinig zin in. Vandaag zou de boot toekomen met de nieuwe bewoners. En ze had er geen behoefte aan blij te doen en hen vreugdevol te ontvangen.

Bovendien zou vanavond het feest van Malene gevierd worden. Iets waar ze vroeger altijd naar uitgekeken had. Maar nu kon het haar niet opvrolijken.

Adinda had al acht dagen niets meer van Vincent gehoord. Hij nam niet op als ze belde. En de berichtjes die ze stuurde bleven op ongelezen staan. Ze wist wel waarom dat was. Ondertussen had ze zelf de puzzelstukjes bij elkaar kunnen leggen. Vincent was niet enthousiast geweest over de vacature, omdat het familie-vacatures waren. En hij had haar al meermaals uitgelegd dat zijn ouders nooit op het eiland zouden aarden.

"Ik zal op tijd terug zijn voor het feest," zei ze zonder veel emotie.

"En de boot?"

Friederich had een grote frons op zijn voorhoofd. Adinda wist wel dat hij bezorgd over haar was. En daar voelde ze zich schuldig over. Dus toverde ze snel een grote glimlach op haar gezicht.

"Misschien," zei ze snel.

Friederich hield het erbij en vroeg niet verder door. Ze zag aan zijn gezicht dat hij net zoals zij niet helemaal in zijn normale doen was. Ze vroeg zich af waar dat aan kon liggen.

Op de boot wachtte ze niet. Ze trok meteen na het ontbijt de bossen in. Om zich bezig te houden, ruimde ze afgewaaide takken van het wandelpad, en al snel merkte ze dat ze halverwege de weg naar de hut met de warmwaterbron was. In haar eentje kon ze daar gemakkelijk op een paar uur geraken. Ze kende de weg, en zonder toeristen erbij die zeuren om het minste was onderweg pauze nemen ook niet nodig. Iets na het middaguur zag ze dan ook al in de verte de hut liggen.

Het zien van de warmwaterbron deed haar in tranen uitbarsten. Ze kroop op een bolletje tegen de verste muur en schreeuwde de wanhoop uit haar longen. In de verte vlogen wat vogels op, maar verder was er niets of niemand die haar kon horen.

Toen ze zich uiteindelijk helemaal uitkleedde, voelde ze de novemberkou amper. Volledig naakt stapte ze in het warme water en sloot ze haar ogen.

Ze zat er een tijdje en overpeinsde de situatie. Het had niet mogen zijn.

Traag zakte ze onderuit en gleed ze met hoofd en al verder het water in. Hoe lang zou ze het kunnen volhouden, vroeg ze zich af? Tien seconden? Twintig? Dertig? Ze hield haar adem in en telde.

... achtendertig, negenendertig, ...

Zou ze tot het uiterste gaan?

... Veertig, eenenveertig, ...

Ze kwam op het einde van haar kracht. Het zou zo gemakkelijk zijn om nu boven te komen. Maar wat had ze daar? Niets, toch?

... Tweeënveertig, drieënveertig, ...

Haar keel begon zeer te doen. Ze voelde een immense druk op haar longen.

Plots dacht ze aan Ôle en haar vader. En ze kon Friederich toch niet alleen de tochten laten doen? Of wat zou Irma wel niet zeggen? Dat ze zich zo liet gaan door één tegenslag?

Het ademen werd moeilijk, en toen ze niet meer kon, en een slok water binnen kreeg, kwam ze hoestend en proestend boven. Ze moest even naar adem happen om te bekomen. Dit was niet juist. Dit was niet de manier om er mee om te gaan. Ze was sterker dan dat. Zij zou geen tweede Malene worden.

Adinda keek op haar horloge. Als ze nog voor het donker terug wilde zijn in het dorp, dan moest ze er nu wel haast achter zetten. Bibberend kleedde ze zich terug aan, en al snel was ze aan de terugweg begonnen.

ø

Het was erg druk op het centrale plein. Vuurkorven stonden verspreid en op een lange tafel stond een feestmaal uitgestald. Er zaten groepjes mensen aan de tafels, er stonden een paar groepjes rond een vuurkorf. En er werd ook muziek gespeeld, gezongen en gedanst.

Adinda bleef op een afstand staan en sloeg het tafereel gade. Iedereen leek gelukkig. Ze zag wat onbekende gezichten die zich al vermengd hadden onder de eilandbewoners. De nieuwe mensen waren duidelijk al hartelijk in hun midden opgenomen.

"Je bent hier?" riep Friederich plots luid in haar oor. Hij had een trækop in zijn hand en aan zijn adem kon ze ruiken dat het zeker geen water was wat hij aan het drinken was. Hij stond ook duidelijk niet meer helemaal stabiel op zijn benen. "Waarom ben je hier?"

"Omdat het feest is, toch?" was Adinda's aarzelende antwoord. "En omdat je me deze ochtend haast verplichtte om hier te zijn."

"Was het briefje dan niet duidelijk?" zei hij half slissend.

"Welk briefje?" Adinda schudde haar hoofd en fronste haar wenkbrauwen.

Friederich legde zijn hand op haar schouder en boog zich wat naar voren. "De post is geweest," zei hij op een ietwat zangerige toon. "De boot heeft geschenken meegebracht."

De walm van alcohol die zijn mond verliet, maakte dat Adinda snel een stap achteruit zette. Hij raaskalde, dronkenmanspraat. Er kon geen post zijn voor haar. Er was al acht dagen geen post meer geweest voor haar. Een geschenk zou alleen maar een troostmiddel zijn. Ze wilde niet meer wachten. Ze wilde doorgaan met leven.

"Vraag het aan je vader, hij weet meer." Friederich wees naar het tafeltje waar Adinda's vader met Ôle op zijn schoot zat. Schoorvoetend liep ze naar hem toe.

"Jij bent nog hier?" was het eerste wat hij zei.

"Friederich zei zonet exact hetzelfde," merkte ze droog op.

"Waarom ben je dan nog hier? Hij zit al een tijdje te wachten hoor." Hij zette Ôle van zijn schoot die nerveus heen en weer had zitten wriemelen. De kleine man liep regelrecht naar de dansende mensen. Daar had hij duidelijk al enige tijd zijn zinnen op gezet.

"Friederich zit niet op me te wachten. Die amuseert zich duidelijk zonder mij ook wel." Adinda haalde haar schouders op. Het was lief dat ze bezorgd waren over haar. Maar dat hoefde nu niet meer. Ze had haar besluit genomen.

"Friederich niet!" haar vader sprong haast recht. "Het briefje! Je hebt het toch gelezen?"

"Over welk briefje hebben jullie het toch," riep Adinda nu luid. Een paar hoofden keerden zich om en ze maakte zich verlegen wat kleiner.

"Het ligt op de tafel in onze hut," antwoordde haar vader nu snel. "Oh, mijn god, dan zit die arme jongen al kei lang te wachten!"

ø

Adinda had maar enkele seconden nodig gehad om zich te realiseren wat haar vader juist bedoelde. En als de wiedeweerga was ze naar hun hut gesneld.

Daar, voor haar op tafel, lag een vierkanten papieren doosje. Het kubusje had een symmetrisch patroon waarbij de kleuren blauw en groen zich afwisselden.

Ze had geen idee waar het briefje dan was. In het doosje?

Ze draaide de kubus langs alle kanten, trok zachtjes aan de hoeken, maar hij was zo goed in elkaar gevouwen dat ze maar niet kon ontdekken hoe die openging. Uiteindelijk vond ze geen andere manier, en moest ze toch noodgedwongen de kubus helemaal kapot trekken. Ze had een grote scheur in het blad getrokken, maar de tekst die op de binnenkant geschreven stond kon ze nog perfect lezen.

Als je me zoekt
Vind me dan in je herinneringen
Waar we gelukkig waren

Als je me zoekt
Vind me dan in je dromen
Waar we kunnen zijn wat jij wil

Als je me zoekt
Kom dan naar de stenen
Ze brengen je terug naar mij

Zo snel als ze kon liep ze weer terug naar het centrale plein. En vandaar trok ze verder, langs de werkplaats van haar vader, recht naar de klif met de stenen van Mert en Malene.

Een donkere schim zat met zijn rug tegen de stenen geleund. Hij droeg een dikke zwarte jas en de kap bedekte zijn gezicht. Toch twijfelde Adinda geen seconde. Ze wist wie daar op haar zat te wachten.

Ze knielde neer en schudde zachtjes aan zijn arm. "Vincent?" fluisterde ze.

Hij bewoog traag en hief toen zijn gezicht op. "Adinda?" sprak hij aarzelend. Hij wreef over zijn wangen. "Ik ben, geloof ik, wat in slaap gevallen."

"Wat doe je hier?" Ze kon het nog steeds maar amper geloven. Was hij echt hier?

Hij lachte. "Ik ben één van de nieuwe bewoners," zei hij blij. Hij boog zich naar haar toe, maar ze hield hem tegen. Met haar hand op zijn borstkas gedrukt, staarde ze hem aan.

"Waarom heb jij niets gezegd? Waarom reageerde je niet meer op mijn berichten? Waarom? Waarom! Waarom!!"

Bij elke 'waarom' klopte ze met haar vuist op zijn jas waardoor hij terug achterover viel tegen de stenen.

Toen ze uitgeraasd was, nam hij haar gezicht met beide handen vast en wreef hij de tranen van haar wangen. "Ik ben hier," suste hij haar, "ik ben hier."

Hij trok haar op zijn schoot en zo bleven ze een tijdje in stilte zitten. Haar snikken bedaarde, en terwijl hij zachtjes door haar haren streek, begon hij te praten.

"Friederich dacht dat het een extra verrassing zou zijn als jij van niets zou weten. Maar hij kreeg het niet voor elkaar je te overtuigen om de boot op te wachtten. Dus hadden we, net zoals het in jullie traditie gebruikelijk is, een papieren doosje gemaakt waarin ik mijn belofte aan jou geschreven heb. Friederich ging je zoeken, had hij beloofd."

Vincent schudde langzaam zijn hoofd. "Hij heeft er wel zijn tijd voorgenomen," zuchtte hij, "het is ondertussen al donker."

ø

"En dit zijn dan Jon en Saskia," zei Vincent, terwijl hij zijn surrogaat ouders aanwees.

Saskia greep Adinda's hand vast en schudde die enthousiast. "Lieve Adinda," riep ze uit, "ik heb al zoveel goeds over je gehoord! Leuk om je eindelijk te ontmoeten."

De blonde vrouw was een schat van een mens. Dat kon Adinda meteen zien. Jon daarentegen, was iets meer ingetogen. Maar zijn brede glimlach verklapte dat hij ook verheugd was.

Adinda was gelukkig nu. Vincent had zijn arm rond haar geslagen en had haar nog niet los gelaten. Uit haar vaders goedkeurende blik kon ze afleiden dat de twee eerder op de dag al uitgebreid kennis hadden gemaakt. Ze voelde zich wat dom omwille van haar gedrag bij de warmwaterbron. Maar ze was niet kwaad op Vincent. Op Friederich wel. Maar die zou ze morgen wel de volle lading geven.

Ze bleven niet meer lang op het feest. Dat had toch niet veel zin, ze hadden alleen maar oog voor elkaar. En omdat de hutten nog niet klaar waren, verbleven de nieuwe bewoners tijdelijk in de gastenkamers. Vincent natuurlijk in 'zijn' gastenkamer. En dat was waar ze zich met z'n tweeën, toen het aanvaardbaar was om zich terug te trekken, naartoe gingen. 

Prompt 59. Op een recent feest vertelde iemand je het verhaal van de duivelse kobold Mert die zijn aanwezigheid kenbaar maakt door gevouwen papieren vormpjes achter te laten. Op een ochtend vind je op je bureau een origamikubus.

-EINDE-

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro