#9
Ik wordt wakker van een windvlaag die door het raam heen waait. Ik sta op en doe het raam dicht. Ik ga terug liggen, maar het heeft weinig zin. Ik ben klaarwakker. Ik kijk een beetje rond in het huisje als opeens mijn blik op de tafel valt. Er staat wat te eten op de tafel. Ik loop er naar toe en zie een briefje liggen. Ik open het briefje en lees het. Het eten komt van Cosmo, echt heel aardig van hem. Ik laat het eten op tafel staan en kleed me om. Ik doe mijn haar in een vlecht zoals gewoonlijk. En loop daarna terug naar de tafel om te eten. Wat zal ik zo eens gaan doen? Roemas verkennen? Mensen ontmoeten? Ik besluit om buiten rond te gaan lopen. Ik open de deur en loop naar buiten. De straten zijn rustig heel anders dan in de hoofdstad. Roemas vind ik persoonlijk veel mooier en het is er ook niet zo heet. Ik bekijk de prachtige gebouwen en loop rustig door naar het centrum van de stad. Opeens wordt ik aan mijn arm in een steegje tussen twee huizen getrokken. Ik schrik en probeer mijn arm los te krijgen. Ik wordt ruw tegen de muur aan geduwd. Twee handen staan op mijn schouders. Ik slik diep en probeer los te komen. 'Dus Entropiaantje, wat doe jij in Jenava?' Vraagt de persoon spottend. Ik kijk in de ogen van de persoon... Ik herken hem! Het is die Dylan van eerder! 'Hoe oud ben je?' Vraagt hij streng. Waarom wil hij dat nou weer weten! 'Hoef jij niet te weten!' Hij slaat me hard in mijn gezicht. '18,' zeg ik zacht en kijk naar beneden. 'Interessant,' Wat is er nou weer interessant aan een leeftijd? 'Wat doe je in Jenava?' 'Gaat jou niks aan!' Hij trapt tegen mijn been aan. 'Nogmaals, wat doe je in Jenava?' Ik negeer hem. 'Dus we gaan niks zeggen?' Vraagt hij streng. Ik zeg niks en kijk weg. Hij beukt me in mijn maag waardoor ik op de grond zak. Ik kruip voorzichtig weg naar het begin van de steeg. Hij merkt het en schopt nog twee keer in mijn maag. En dan wordt het zwart.
'Liana?!' 'Liana wordt wakker!' Ik wordt door elkaar geschud en langzaam open ik mijn ogen. Ik kreun van de pijn en kijk in de ogen van Cosmo. 'Wat is er gebeurd?' Vraagt hij bezorgd. 'Ik werd zo'n beetje in elkaar geslagen, zie je dat niet dan?' Vraag ik chagrijnig. Hij helpt me overeind en laat me steunen op zijn schouder. 'Ik werd tegen de muur geduwd.' 'Waarom haalde je hem niet van je af met je krachten?' Ja, waarom heb ik dat nou niet gedaan? 'Niet aan gedacht eigenlijk.' 'Kom we lopen naar mijn huis. Die is dichterbij dan die van jou, dan kan je jezelf even schoon maken.' 'Is het zo erg dan?' Vraag ik geschrokken. 'Je gezicht zit onder het bloed en ik denk dat je een flinke plek op je been hebt.' Ik knik en probeer te lopen. Ik bijt op mijn lip. Het doet zo veel zeer. 'Gaat het?' Vraagt hij vrijwel meteen. 'Ja ja,' lieg ik. 'Liana...' 'Oke nee, lopen doet echt super veel pijn.' 'Zal ik je maar dragen dan?' 'Zijn er mensen in de buurt op de weg naar jou huis?' 'Waarschijnlijk wel hoezo?' 'Anders had ik misschien kunnen gaan vliegen.' 'Ga nou maar op mijn rug.' Ik lach en klim op zijn rug.
We lopen naar zijn huis dat best wel groot is vergeleken met het huis waarin ik verblijf. Hij opent de deur en zet me op een stoel neer. Hij haalt het bloed van mijn gezicht af. 'Kan ik euhm... kijken hoe het met je been is?' Vraagt hij verlegen. 'Uh sure.' Ik haal mijn jurk iets omhoog zodat hij mijn onderbeen kan zien. Ik kijk zelf ook naar mijn been. Een flink grote blauwe plek. Ik heb nog nooit iets op mijn benen gehad en het ziet er dus best wel eng uit. 'Even laten rusten en dan trekt het vanzelf weg,' zegt hij vriendelijk. Hij gaat op de stoel naast me zitten. 'Weet je wie het was?' Vraagt hij voorzichtig. Wat zou ik zeggen? Hij gelooft me toch niet als ik zeg dat het Dylan was! Ik bedoel, het is volgens mij een goede vriend van hem ofzo. 'Liana?' 'I-ik... Je zou me toch niet geloven.' 'Hoezo zou ik je niet geloven? Ik vertrouw je.' 'Omdat het Dylan was en jij een of andere band met hem hebt ofzo!' 'Kut nu zei ik zijn naam,' zeg ik er achteraan. 'Weet je dat ik dat best wel kan geloven, ik bedoel hij heeft een hekel aan Entropianen.' Ik zucht 'En dus ook aan mij.' Hij staat op en geeft me een knuffel. 'Voor mij ben je gewoon een Jenavaan.' Ik glimlach. Hij laat me los en gaat weer zitten. 'Heeft hij nog iets gevraagd aan je?' 'Euhm J...Nee.' 'Ja of nee?' 'Hij vroeg hoe oud ik was en wat ik in Jenava doe.' 'Wat heb je geantwoord?' 'Eerst niks maar toen sloeg hij me in mijn gezicht, dus heb ik mijn leeftijd verteld, maar ik heb niet verteld wat ik in Jenava doe.' 'Hoe oud ben je eigenlijk?' Ik zucht. 'Je hoeft het niet te vertellen hoor.' '18.' Zeg ik kort en zucht weer. 'Ik heb Cemal trouwens een brief gestuurd over de geschriften.' 'Bedankt.' Hij glimlacht en ik glimlach terug.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro