#6
Met tegenzin loop ik naar de troonzaal. Cemal haat me zeker weten. Ik had me verscholen moeten houden. Maar als ik dat had gedaan, had David alles aan Cemal verteld. Ik kom steeds dichter bij de troon tot ik voor hem sta. 'Gegroet koning Cemal,' begroet ik hem en ik buig licht. 'Gegroet,' zegt de koning met een knikje. 'Cosmo zei dat ik hier moest komen,' zeg ik zacht. 'Ja, een paar dingen.
Eén: Het was ontzettend dom van je om jezelf te laten zien.' Ik rol met mijn ogen. 'Dat weet ik zelf ook wel, maar dat deed ik om een bepaalde reden. En die reden hoef je niet te weten.' Hij kijkt me geïrriteerd aan. 'Ja die wil ik wel weten,' zegt hij boos. 'Vertel ik je misschien later nog wel,' zeg ik.
Twee: ik wil weten waar David het over had.' Ik zucht, there we go. 'Daar heb ik het liever niet over.' 'En toch ga je het me vertellen.' Zijn stem wordt luider. 'Beloof je niet boos of bang te worden?' vraag ik. 'Ik? Bang? Ben je nu serieus?' Ik zucht weer. 'Oké, beloof je niet boos te worden dan?' verbeter ik mezelf. 'Ugh, oké dan. Ga je het me nu vertellen?' Here goes nothing.
'Ik heb... bepaalde krachten. Sinds mijn geboorte al. Ik weet niet waar ze vandaan komen, maar ze worden steeds sterker. Uiteindelijk werden ze zo sterk dat David bang voor me werd en me opsloot. Na een paar jaar was ik sterk genoeg om de muur van mijn cel op te blazen en weg te vliegen,' eindig ik mijn verhaal. Cemal kijkt me aan en schiet dan in de lach. 'Je denkt echt dat ik dat geloof?' vraagt hij. Boos kijk ik hem aan. 'Het is de waarheid!' snauw ik naar hem. 'Als het de waarheid is, bewijs het dan maar.' Woedend bal ik mijn handen tot vuisten, sluit mijn ogen en concentreer me. Ik voel wind door mijn haren blazen. 'W-wat gebeurt er?' vraagt Cemal verbaasd. Ik open mijn ogen en handen en kijk hem aan. 'Ik zei het je toch.' Hij staart naar me. 'J-jij deed dat?' Ik knik. 'Begrijp je nu waarom ik David ervan probeerde te weerhouden je dit te vertellen? Ik kon het beter zelf doen, voordat alles uit de hand liep.' Cemal knikt begrijpelijk. 'Is er nog iets wat je moet weten?' vraag ik. 'Ja, het is voor jou niet veilig meer om hier te blijven.' Ik schrik van die woorden. Moet ik hier echt weg? 'Dus je stuurt me hier weg?' vraag ik geschrokken. De koning knikt. Meteen voel ik tranen in mijn ogen prikken. 'Ik ga mijn spullen al halen en dan vertrek ik.' Ik draai me om en wil weglopen, maar Cemal houdt me tegen. 'Je begrijpt me verkeerd. Je bent niet meer veilig in de hoofdstad. Zou je het erg vinden om met Cosmo naar Roemas te gaan? Ik draai me verbaasd om. 'Meen je dat?' Hij knikt. 'Natuurlijk meen ik dat.' Ik ren naar hem toe en vlieg hem om de hals. 'Dankjewel,' zeg ik blij. 'Ehm. Geen probleem. Maar kan je me nu loslaten?' zegt hij nogal ongemakkelijk. Ik laat hem los en zeg een beetje beschaamd sorry. Dan ren ik weg, op zoek naar Cosmo.
Ik glimlach en ga met mijn hand over mijn nek. Meteen daarna komt de realisatie. Waar ben ik mee bezig? Wat is er toch met me aan de hand? Ik ben mezelf niet. Ik wil alleen dat ze veilig is en ik weet dat Cosmo voor die veiligheid kan zorgen. Toch voel ik iets van een steek in mijn borst. Ik wil niet dat ze weggaat, ookal is dat het beste. Ik sta op, snauw naar Dennis, die net aan komt lopen, dat ik alleen gelaten wil worden en verdwijn naar mijn kamer.
'COSMO!' schreeuw ik, terwijl ik door de straten ren. Mensen kijken me raar aan, maar ik besteed er geen aandacht aan. 'Liana?' hoor ik een verbaasde mannenstem. Ik ren naar hem toe en knuffel hem. 'Oké er is iemand heel blij hier,' zegt hij lachend. Ik lach ook en laat hem los. 'Vertel, hoe ging je gesprek met Cemal.' 'Ik heb hem dingen uitgelegd over waarom ik mezelf liet zien-' 'Wat je mij ook nog een keer gaat vertellen hoop ik,' onderbreekt hij me. 'Nee,' plaag ik hem. Hij prikt in mijn zij. 'Dacht het wel, Entropiaantje.' Ik begin te lachen. 'Maar vertel verder. Cemal was waarschijnlijk boos op je.' Ik schud mijn hoofd. 'Totaal niet. Hij is nooit echt boos op me geweest volgens mij.' Cosmo kijkt me verbaasd aan. 'Cemal en niet boos? Wat heb je met hem gedaan?' Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het niet. Maar het zal wel. Ik wilde je alleen nog vertellen dat het hier te gevaarlijk voor me is. Ik kan hier niet blijven.' Cosmo kijkt geschokt. 'Dat betekent da-' Ik knik. 'Ik ga hier inderdaad weg.' 'M-maar...' Hij lijkt te geschokt om iets te kunnen zeggen. 'Rustig maar, ik ga HIER weg. Ik vertrek uit de hoofdstad en ga met jou mee naar Roemas.' Meeteen klaart zijn gezicht op. 'Je gaat me-' Ik knik. 'En dat vindt Cemal goed?' 'Hij stelde het zelf voor.' Cosmo glimlacht naar me. 'Ik ben blij dat je mee gaat,' zegt hij. 'Ik ben blij dat ik met een vriend als jou mee mag,' lach ik terug. 'Ben ik je vriend dan?' vraagt hij lachend. 'Sinds jij de enige persoon bent naast de koning die normaal tegen me doet, ja,' antwoord ik grijnzend. We praten nog even en besluiten dan maar terug te gaan naar de troonzaal. Ik zou echt niet weten wat ik zonder Cosmo zou moeten.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro