#10
Het duurde twee dagen voor we een antwoord van Cemal terug hadden. Ik kwam net mijn bed uit. Het was laat en de zon stond al hoog aan de hemel. Snel trek ik mijn lichtpaarse jurk aan. Ik heb maar wat kleding gehaald. Ik kan niet met twee jurken doorgaan. Ik hoor de deur dicht gaan en iemand die mijn naam roept. Ik trek mijn schoenen aan en ren naar beneden. 'Liana, ik heb antwoord van Cemal!' Hoor ik Cosmo onder aan de trap schreeuwen. 'Laat zien!' Roep ik en hij geeft me de brief. Snel maak ik hem open en laat mijn ogen over de regels gaan. Mijn glimlach wordt steeds groter. 'Hij verwacht ons over twee dagen in de troonzaal. Hij wil nog wat dingen bespreken en dan mag ik bij de geschriften.' Cosmo glimlacht als hij dat hoort. 'Ik breng je morgen wel,' zegt hij. Ik knik. Eindelijk krijg ik te weten waar mijn krachten vandaan komen.
We gaan al vroeg naar de railway. De hele nacht heb ik geen oog dicht gedaan en vanochtend stond Cosmo weer eens onder aan de trap te roepen. Ik ben moe. 'Cosmooooo?' Vraag ik gapend. 'Wat is er?' Is het antwoord. 'Wil je me draaageeeen?' Zeg ik op een zeurderig toontje. 'Waarom moet ik je dragen dan?' Hij begint te grinniken. 'Omdat ik moe ben,' blijf ik zeuren. Hij begint te lachen. 'Oké dan. Spring maar op mijn rug.' Meteen spring ik op zijn rug en leg mijn hoofd op zijn schouder. Langzaam doe ik mijn ogen dicht. 'Lig je lekker?' Vraagt hij lachend. 'Hmm.' Hij begint rond te rennen en te springen. 'Nouhou! Je verpest het!' Roep ik. 'Dan moet je maar niet in slaap vallen,' zegt hij. 'Maar ik viel helemaal niet in slaap!' Roep ik verontwaardigd. 'Natuurlijk niet,' zegt hij op een overdreven toontje. 'Loop nou maar gewoon door,' commandeer ik hem. 'Ja prinses,' zegt hij. En weer beginnen we te lachen. Nog geen minuut later zijn we bij de railway.
We lopen door de bekende straten van de hoofdstad naar de troonzaal. Het is redelijk rustig. Dat ben ik alleen maar ontzettend blij mee. Hoe minder mensen die me na staren of achter mijn rug om fluisteren, hoe beter. We groeten de wachters en lopen de troonzaal binnen. 'Gegroet koning,' zeggen Cosmo en ik als we voor Cemal staan. 'Gegroet!' Antwoordt hij. 'Ik wil jullie spreken in de vergaderzaal. Volg mij.' Hij trekt aan een hendel en een geheime deur bij zijn troon gaat open. Snel volgen wij hem naar beneden. Het is nog warmer dan buiten. De kamer is omringd door vuur. We gaan aan de grote tafel zitten. 'Oké, je wilde het hebben over de geschriften,' zegt Cemal en hij richt zijn aandacht op mij. Ik knik. 'Ik heb je laten zien wat ik kan. En ik merk dat ik met de dag sterker word. Soms heb ik mezelf niet onder controle. En ik wil dat niet nog eens, maar dan moet ik eerst weten waar ik vandaan kom. Waar mijn krachten vandaan komen.' Ik zie de frons in Cemals voorhoofd. 'Wat bedoel je met "jezelf niet onder controle kunnen houden"?' Zijn stem klinkt...bezorgd? Ik kijk naar mijn handen die op de houten tafel liggen. Even kan ik niets meer zeggen. 'De laatste keer dat ik mijn krachten gebruikte, ging het nogal...mis,' zeg ik. 'Er was een "ding" tussen Cosmo en mij. Hij wilde weglopen, iets nam bezit van me en ik gebruikte mijn krachten om hem tegen te houden. Pas toen ik merkte dat ik hem boven de grond liet zweven, liet ik hem los. Het was niet mijn bedoeling om mijn krachten te gebruiken, maar ik had mezelf niet onder controle en het had veel erger af kunnen lopen.' De gedachte aan dat ik Cosmo pijn had kunnen doen blijven rondzweven. Alsof ze mij de schuld willen geven van wat er is gebeurd. En steeds wanneer ik dat denk, lijkt het alsof ik met een mes word gestoken. Het was ook mijn schuld en ik had mezelf helemaal kapot gemaakt als er iets ergs met Cosmo was gebeurd. 'Ik denk dat ik je wel in de geschriften kan laten kijken. Het is beter voor jouw om te weten wie je bent en veiliger voor andere mensen als je leert jezelf onder controle te houden.' Ik knik. Hij draait zich om naar Cosmo, die al die tijd niks heeft gezegd. 'Misschien is het slim als je mee gaat. Ik wil haar niet alleen laten gaan.' De hertog knikt. Cemal staat op en loopt naar de muur achter zijn stoel. Hij gaat met zijn hand een paar stenen af en haalt er dan een uit de muur. Een kleine opening ontstaat en Cemal haalt er een stuk perkament uit. De steen duwt Hij terug op zijn plek. Hij geeft Cosmo het perkament. 'Op deze kaart staat precies waar je naartoe moet.' We staan op. Cemal vraagt zijn hertog of hij vast naar boven kan gaan. Hij knikt en vertrekt. 'Je weet dat dit gevaarlijk is Liana, maar ik geloof wel dat je dit kan. Ik heb nog nooit een niet-Empire gezien die zo sterk is als jij. Het komt allemaal wel goed. Ik vertrouw jullie.' Ik kijk hem aan. Hij is altijd aardig tegen me geweest, maar dit had ik niet van hem verwacht. 'Dankje Cemal.' Er valt een korte stilte. Ik wil me omdraaien en weglopen als hij weer begint te praten. 'Ik ben blij om je weer te zien.' Ik glimlach. 'Ik ook,' zeg ik voordat ik hem knuffel. Hij schrikt van mijn actie, maar uiteindelijk voel ik zijn armen om me heen. Als we elkaar loslaten, bedenk ik me dat Cosmo boven staat te wachten. 'Zullen we gaan? Cosmo staat boven te wachten.' De koning knikt en snel lopen we de vergaderzaal uit.
Als we uiteindelijk weer boven in de troonzaal staan, zegt Cemal dat we beter nog een nachtje kunnen blijven en morgenochtend vroeg kunnen gaan. Dan kunnen we beiden genoeg rust nemen voor we de reis maken. We knikken en groeten de koning. Dan lopen Cosmo en ik naar onze oude kamers.
~ @avhtje
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro