Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 1

©zwartewolf; alle rechten voorbehouden! Niks mag zonder mijn toestemming worden hergebruikt!

Dean pov.

Vermoeid loop ik naar de vergaderzaal.

Ik snap niet eens waarom ik erbij moet zijn, ik bedoel maar ik word toch geen Alpha!

Deze tijd zou ik makkelijk kunnen gebruiken om naar mijn mate te zoeken maar nee, ik moet weer perse naar zo'n stomme, saaie vergadering.

Ik stap de vergaderzaal in en zie dat hij al bijna helemaal vol zit.

Snel loop ik naar mijn moeder, zusjes en broers.

'Welkom allemaal op deze vergadering!' Roept mijn vader door de zaal.

Alle aandacht is op hem gevestigd.

'Mijn zoon, Grey, geeft volgende week een feest ter ere van zijn mate die hij gisteren heeft gevonden! Gefeliciteerd Grey!'

God...

Hij wel...

Mijn hele familie heeft nu zijn mate behalve ik...

Overal om me heen zie ik verliefde koppeltjes knuffelend, zoenend, achter elkaar aan rennend en ik kan daar niet aan meedoen.

Het is saai.

Heel erg saai.

Er klinkt applaus en ik begin gewoon puur automatisch mee te klappen al weet ik niet waarom.

'Goed, hierbij laat ik jullie weer gaan. Prettige dag verder. Jullie krijgen nog een specifiekere uitnodiging voor het feest.'

Weer applaus.

Als één man staat iedereen op en loopt naar de uitgang.

Als ik buiten ben, loop ik gelijk door naar de bossen.

Ik loop altijd wacht, stel dat er een rogue komt kan ik hem of haar gelijk zien en weten of het mijn mate is of niet.

Maar de kans dat er een rogue komt is klein.

We zijn een geduchte roedel en er komt bijna nooit iemand op bezoek.

Met een zucht shift ik en begin weer aan de wachtronde die ik inmiddels kan met mijn ogen dicht.

Hier en daar kom ik verliefde koppeltjes tegen, die me alleen maar harder laten rennen.

Waarom heb ik mijn mate gewoon niet?

Wáárom niet?

Diata pov.

Gevoelloos richt ik het pistool op de man.

Hij bibbert en trilt en is bang.

Ik weet niet wat het is om bang te zijn.

Ik weet niks van emoties af.

En dat alleen maar door mijn geschiedenis.

Ik sta alleen op deze wereld.

Ik haal de trekker over en loop weg.

De dode man niet bekijkend.

'Klaar?' Vraagt Marc me.

'Klaar.' Antwoord ik.

'Djeez... Dat jij hier zo koel onder blijft. Echt, ik zou wel een beetje medelijden hebben en een schuldgevoel. Ik bedoel maar, het is een arme man met een gezin en kleinkinderen.'

Ik kijk hem aan en zeg:

'Je bent zwak als je emoties toont. Je mag geen emoties tonen in deze wereld. Dan ben je een makkelijk doelwit.'

Hij kijkt me aan en zegt niks meer.

Ik richt me weer op de weg.

'Zeg Dia... Wanneer is de laatste keer dat je je emoties getoont hebt?'

Ik kijk hem aan.

'Weet ik niet. Volgens mij ben ik zonder emoties opgegroeid.'

Hij kijkt me verbaasd aan.

'Maar je weet toch wat emoties zijn?'

'Ik weet wat ze inhouden. Ik zie dat jij nu verbaasd bent maar ik weet niet hoe ze voelen.'

Hij knikt langzaam.

'Kom, we hebben nog veel werk voor de boeg. Dit vrachtje moet voor vanavond bij de klant zijn.'

'Zucht, je weet waarom we dit doen hè?'

'Jij zodat je je schulden kan afbetalen. Ik omdat ik anders er alleen voor sta. Maar dat sta ik toch al dus wat maakt het uit...'

Hij slaat een arm over mijn schouders.

'Je staat er niet alleen voor. Je hebt mij toch?'

'Ja, maar ik heb alleen jou. Ik heb geen familie. Jij wel.'

'Dat klopt. Maar ik weet na al die jaren nog steeds niet hoe je je familie bent verloren.'

'Vermoord door deze wereld. De drugswereld.'

'Dat weet ik maar meer wil je er niet over kwijt... Doet het je pijn als je over ze praat?'

'Nee, ik heb je alles verteld wat ik weet. Zelf weet ik ook niks. Behalve dat ze zijn vermoord.'

'Goh... Dat moet lastig voor je zijn.'

'Waarom denk je dat dit lastig voor me moet zijn? Dat dit me pijn doet? Ik voel niks Marc, helemaal niks.'

Ik kijk op het blaadje.

'Hier moeten we zijn. Breng jij haar naar buiten?'

Marc knikt en loopt het grindpad op.

Na vijf minuten komt hij buiten met een tegenstribbelende vrouw.

'Heb je het geld?'

'Geef me nog één maand! Dan zal ik het hebben!' Zegt ze met tranen in haar ogen.

Waarom moet ze huilen?

Ze beweert dat ze om niemand geeft dus waarom zou ze huilen?

Ik richt mijn pistool op haar en zeg: 'Je tijd is om. Je hebt al twee maanden langer gekregen.'

En daarmee haal ik de trekker over.

Nog 5 personen te gaan.

Ik zie Marc rillen en rol met mijn ogen.

'Marc, je hebt hier zelf voor gekozen. Je hebt zelf ook al iets van 45 moorden op je naam staan.'

'Ja, maar ik dood met twijfel! Jij schiet ze gewoon dood zonder een enkele emotie!'

Ik haal mijn schouder op.

'Kom, laten we pauze houden.'

'Best.'

Marc glunderd en trekt me aan mijn arm mee.

'Waar gaan we naartoe?'

'Het bos.'

Ik begin te remmen.

'Nee, niet het bos.'

'Zelfs nu klinkt je stem ijskoud.'

'Weet ik, maar we gaan niet naar het bos.'

'Hoezo niet?'

'Te gevaarlijk.'

Ik weet niet waarom maar iets in mij zegt dat ik niet naar het bos moet en dan doe ik het ook niet.

'Kom gewoon!'

'Nee, te gevaarlijk. Klaar, punt uit.'

Marc sleurt me gewoon verder. Ik zet mijn hakken in de grond.

'Marc, ik wil niet.'

'Normaal zou iemand in paniek raken maar jij blijft ijskoud.'

'Ik heb toch gezegd dat ik niet weet hoe emoties voelen.'

'Klopt.'

Marc tilt me op en gooit me over zijn schouder.

'Je wilt echt hè?'

'Jup, en jij moet mee.'

Ik zucht en laat me vervoeren.

'Kijk, is het hier nou zo erg?'

Ik haal mijn schouders op en kijk rond.

Het is rustig, hier en daar klinkt een vogel die fluit.

Ik sluit mijn ogen en luister.

'Vind je het mooi?'

'Weet ik niet.'

'Gevoelloos kind...' mompelt Marc hoofdschuddend.

'Weet ik.'

Plots schiet er een grijs, wit gedaante voorbij.

Ik kijk ernaar en knijp mijn ogen samen.

'Zag jij dat ook?'

'Zag wat ook?'

'Die schim.'

'Welke schim? Ik zie niks hoor.'

Ik kijk nog steeds wantrouwend naar de plek.

'Kom Marc. Het is hier gevaarlijk.'

'Maar we zijn hier net!'

'Het is hier gevaarlijk Marc.' Sis ik hem toe.

'Best, ik kom al.'

Chagrijnig loopt Marc achter me aan.

Weer schiet de wit, grijze schim voor ons langs.

Langzaam trek ik mijn pistool.

'Wie je ook bent, je komt NU naar voren anders sta ik niet voor de gevolgen in.' Zeg ik met vaste stem.

Geen geluid.

Ik kan aan Marc zien dat hij ongerust begint te worden.

'Relax Marc. Ik ben bij je.'

'Ja, ja, maar ik snap nu waarom je zei dat het te gevaarlijk is.'

'Volgende keer gelieve te luisteren. En als degene die nu naar ons aan het kijken is niet nu onmiddelijk naar voren komt, ga ik schieten.'

'Dat is gewoon zielig voor diegene Dia. Je bent een scherpschutter een hele preciese ook.'

Ik wist dat Marc degene in de bosjes bang probeert te maken.

'Marc...' grom ik.

'Het is zo.'

Ik haal mijn schouder op en richt op de bosjes.

'Kom te voorschijn.'

Er klinkt geritsel.

Er komt een grijs, witte wolf uit.

Hij kijkt totaal niet dreigend en langzaam laat ik mijn pistool zakken.

'Dia! Wat doe je?' Sist Marc me toe.

'Rustig, ik denk niet dat hij ons iets aan wil doen!' Zeg ik terug, mijn blik op de wolf houdend.

Dean pov.

Daar staat ze dan.

Vlak voor me, met een pistool gericht op mij.

Het is een mens, dat is wel duidelijk maar ergens bespeur ik een geur die ik niet kan plaatsen maar overduidelijk niet van een vampier is.

Haar blik is ijskoud.

Haar stem is lief maar ook zo koud, zo... zo zonder gevoel.

Ze laat haar pistool langzaam zakken.

Voorzichtig zet ik een stap dichterbij.

De jongen zet er gelijk één naar achter, watje.

Zou hij haar vriendje zijn?

Die gedachte maakt me kwaad en onbewust begin ik te grommen.

Dat had ik beter niet kunnen doen want gelijk is het pistool, geladen, weer op me gericht.

Het is niet dat ik bang ben voor kogels, het is dat ik bang ben dat ze echt gaat schieten op haar eigen mate.

Maar dat weet zij niet.

Ik loop langzaam achteruit om dan in de bosjes te verdwijnen.

Ik was zo dichtbij!

Zo dichtbij maar toch niet dicht bij genoeg en dat doet pijn.

Als ze weer naar het bos gaat alleen, ga ik haar eens opzoeken in mijn menselijke vorm.

'Wat was dat nou?' Hoor ik de jongen vragen.

'Weet ik niet maar ik kan je vertellen dat ik het ga uitzoeken.'

Haar stem blijft koud en kil en toch zo mooi.

Best vreemd eigenlijk.

Mijn wolf piept als we verder van hun weglopen maar ik weet dat dit het beste is.

Snel ren ik naar de roedel.

'Hé man! Waar was je?' Roept Dea, mijn tweelingzus, me toe.

Ik rol met mijn ogen en gebruik de tweelinglink om te zeggen dat ik wacht liep.

Ze knikt en rent vervolgens naar Frits toe.

Haar mate.

Mijn wolf begint weer te piepen als ik aan haar denk.

Ze was zo mooi!

Die lange bruine haren samen met die chocola bruine ogen waren een perfecte combinatie.

Ik loop naar mijn kamer en shift terug.

Snel trek ik een boxer en een jogging aan en val met een plof op bed.

Hoe ga ik haar benaderen?

Zou ze bang voor me zijn?

Zou ze me herkennen?

Mijn hoofd tolt van de vragen.

Ik wil naar haar toe, nu nog maar dat kan niet.

Ze zal wel weg zijn samen met die vriend van haar.

Vermoeid sluit ik mijn ogen en val in slaap, dromend over haar.

Diata pov.

Vermoeid ga ik op de versleten bank liggen.

Waarom viel die wolf ons niet aan?

Hij keek me op het laatst zo vreemd aan.

Net alsof hij me ging missen ofzo.

Ik ga morgen nog een keer het bos in.

Alleen, zonder Marc.

Hij is aardig maar hij wilt volgens mij meer dan alleen maar vrienden zijn.

Hij geeft me om de haverklap complimentjes en in het begin is het wel leuk maar later word het vervelend en irritant.

Ik probeer mijn familie voor de geest te halen maar zie slechts vage schimmen.

Ik ben opgegroeid in de drugswereld, ik was er voor gemaakt om de bende te leiden mocht dat nodig zijn maar ik wil het niet.

Ik wil weten wie mijn familie was, welk werk ze deden, hoe ze heetten, hoe oud ze waren maar nu wil ik slechts weten waar ze zijn begraven.

Ik wil ook een emotie voelen, het liefst verdriet gewoon om te huilen voor mijn familie.

Ik ben nu al bij zoveel begravenissen geweest maar ik snap het nut er van niet.

Iedereen huilt en huilt en huilt maar, maar de overledene gaat naar de hemel!

Dat is toch fijn?

Ten minste, dat staat in het bijbeltje dat ik gejat had op mijn eerste zakkenrolmissie.

Mijn ogen vallen dicht, en ik droom op de één of andere manier over die wolf.

Die wit grijze wolf...

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro