Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 3 Atlas

'Volg hem!' De reus riep zijn achtervolgers bevelen toe. 'Laat hem niet ontsnappen!' Atlas' hart bonkte in zijn keel en het bloed suisde in zijn oren. Hij liep zo snel hij maar kon al zigzaggend in de hoop zijn achtervolgers af te schudden. De mensen zouden snel afdruipen maar de Wolvitas? Zij konden uren aan een stuk lopen aangestuurd door de Magiër die hen had opgeroepen. Atlas zou hen op een andere manier moeten afschudden. Hij keek voor zich uit in de hoop iets te zien dat hem zou kunnen redden. Daar!  Drie meter voor hem zag hij konijnenholen. Als Atlas daar een uitweg zou vinden was hij gered. Atlas rende ernaartoe en kroop in het dichtstbijzijnde hol. Hij hoopte dat de gang lang genoeg was en dat hij de Wolvitas op die manier kon afschudden. Hij keek om zich hen en knipperde met zijn ogen om aan het donker te redden. De tunnel was lang en donker langs de wand drupte water naar beneden en eindigde in een klein plasje water. Hier en daar groeide er schimmel op de muren en wortels van bomen staken uit het laaghangende plafond. Als kleine welp kon Atlas maar net in de tunnel staan. Veel tijd was er niet, de tunnel begon te beven en brokjes aarde kwamen los van het plafond en landden voor zijn poten neer op de grond. De Wolvitas! Atlas keek recht vooruit nam even diep adem en begon te rennen. Hij hoorde een zacht gegrom achter zich en wierp een korte blik over zijn schouder. Eén van de Wolvitas was door het plafond gebroken en kroop door het gat dat hij zonet had gegraven. Atlas voelde iedere haar op zijn vacht overeind staan en begon nog harder te rennen. Achter zich hoorde Atlas dat hij in tunnel zat en moeizaam ademend en zacht grommend vooruit slepend omdat hij zonet tegen een scherp uitstekende wortel was gebotst dichterbij komen. Atlas voelde zich ook moe worden en kon niks anders doen dan trager te rennen. Na een tijdje in de donkere tunnel te hebben gelopen dacht hij dat er geen einde zou komen aan de eindeloze duisternis. Nu dacht Atlas toch echt het einde van de tunnel te hebben gezien, een straaltje hoop stak de kop op en moedigde hem aan om naar het licht aan het einde van de tunnel te lopen. Verscheidene bosgeuren stroomden zijn neusgaten binnen en Atlas genoot van de verse lucht. Toen hij eindelijk aan het uiteinde was zag hij dat het licht afkomstig was van een spleet boven een dikke wortel aan de linkerwand van de tunnel, de spleet zat ongeveer twee koppen boven hem en Atlas kon er maar net bij. Hij stak zijn klauwen in de boomwortel en trok zichzelf met veel moeite omhoog. Toen hij op de wortel zat besefte Atlas dat de spleet te klein was om zich erdoor te wurmen dus stak hij zijn klauwen opnieuw uit en begon met graven. Beetje bij beetje werd het gat groter, maar het was nog niet groot genoeg om erdoorheen te kruipen. De aarde was hard en moeilijk om er in te graven maar het ging wel. 

Na voor zijn gevoel eeuwig te hebben gegraven en meermaals zijn klauwen tot bloeden had gegraven en zelfs een klauw te hebben verloren was de spleet eindelijk groot genoeg om erdoor heen te kruipen. Voordat Atlas erdoorheen kroop controleerde de kleine welp nog even de lucht op geuren want de magiër en zijn handlangers konden nog in de buurt zijn. Maar hij proefde niks in behalve gras, mos en enkele vogelsoorten die hij niet kende. Er hing nog een andere vreemde zure geur in de lucht maar hij negeerde de stank ervan, het was waarschijnlijk maar een stinkzwam. Hij stak zijn hoofd door het gat en keek naar buiten. Hij zag al een paar prachtige bloemen en veel groen. Atlas stak zijn poot door het gat en kruip erdoorheen. Toen hij eenmaal buiten was keek Atlas om zich heen, hij stond op een niet heel erg grote, mooie ronde open plek. Hij kende de omgeving niet maar de plek was echt prachtig, de open plek was omgeven door prachtige bloemen van alle kleuren, soorten en maten. Honingbijen zoemden vrolijk in en uit bloemen. Vlinders fladderden vrolijk in het rond en Atlas had het gevoel dat hij hier eeuwig zou kunnen blijven maar hij wist dat dat niet kon want hij moest de Jagers gaan vertellen wat zijn familie is overkomen en zorgen dat hij niet gepakt zou worden door zijn achtervolgers. Maar hij voelde zich moe en uitgeput en dacht dat het niet erg was als hij hier even op krachten zou komen. Hij keek om zich heen, tussen de lange grassprieten zag Atlas kleine molshopen. Voor hem stond een struik met grote rood met geel bestippelde bloemen. Atlas draafde behendig tussen de molshopen door terwijl hij terugdacht aan zijn tijd zijn familie, ze stonden op een open plek en er waren voor zijn gevoel duizenden molshopen waar ze de vloer is lava op speelden. Ze sprongen van hoop naar hoop zonder de grond aan te raken. Hij zag Sol weer voor zich, hoe hij met zijn poot in de aarde was gezakt, hoe hij angstig lag te piepen terwijl de rest hem eruit groef en zijn moeder lang de rand lag toe te kijken. Atlas spinde van plezier en bereikte de overkant van de open plek. De struik was ongeveer een halve boom hoog en had grote, dikke bladeren. De stengels van de struik hadden stekelige doorns die verborgen waren door de rood met geel bestippelde bloemen. Atlas huiverde. Bloedbloemen, hij herinnerde zich dat zijn moeder hem had geleerd om nooit maar dan ook nóóit in contact mocht komen met het stuifmeel van de bloem. De bloemen zouden volgens een oude legende zijn ontstaan toen mens en dier ruzie kreeg over de macht, er ontstond een oorlog. Langs beide kanten vielen duizenden slachtoffers. In het bloed van de slachtoffers begonnen kleine plantjes zich te ontkiemen; de bloedbloemen. De goden zouden boos zijn geworden over het gedrag van de wezens en spraken een vloek uit over de bloemen: al wie de plant aanraakt, zich prikt of stuifmeel binnenkrijgt sterft onmiddellijk. De goden zouden hun vloek enkel ongedaan maken als mens en dier weer vrede sloten. Hier moet de oorlog ook hebben gewoed, dacht Atlas. Dan is er een kans dat ik in de buurt van de grens of een dorp kom! Zijn hart maakte een sprongetje. Hij keek even naar de hemel, die langzaamaan roder begon te worden. Atlas draaide zijn kop richting het westen, de zon stak nog maar net uit boven de bomen. Atlas wist dat de tijd drong en hij een slaapplek moest vinden. Hij draaide zich om weg van de bloedbloemen en scande met zijn ogen de open plek. Een diep gegrom achter zich trok zijn aandacht. Hij draaide zich met een ruk om. Een wervelwind van wit poeder raasde om Atlas heen. Atlas zag bitter weinig en kon niet meer bewegen. Wat is dit? Help! Atlas probeerde zijn mond open te doen en te schreeuwen  maar er kwam geen geluid uit. Atlas hoorde stemmen voor zich. Hij voelde het geluid en de geuren om hem heen wegebben en kon nog net zien dat er twee handen naar hem grepen. Zijn omgeving vervaagde, even zag hij nog iets maar alles werd vaag... Tot hij niets meer zag.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro