'Wat is jouw naam?' vraagt hij nogmaals.
Help, hoe kom ik hier onderuit.
Thor staart me aan.
Zijn lichtgroene glinsteren een beetje.
Ik besluit dat ik hier met geen mogelijk onderuit kan komen, behalve als ik wegren.
Maar met dat wegrennen maak ik mezelf belachelijk.
Ik haal diep adem, één keer, twee keer...
De hele tijd voel ik de ogen van Thor in me prikken.
Kan hij niet even ergens anders naar kijken?
Voor de laatste keer haal ik diep adem.
'Robin,' fluister ik.
Ik bereid me voor op gelach.