Met een schok val ik op de grond.
Dat viel nog wel mee, denk ik.
Dan ploft er een gewicht op me neer.
Ik hap naar adem.
Is er een sumoworstelaar boven op me gevallen?
Aha, ik snap het al. 
Er is een meisje voor me gevallen.
Kleine verbetering: er is een meisje óp me gevallen.
Dat is dan wel een erg zwaar meisje!
Ik open mijn dichtgeknepen ogen, en kijk naar de persoon die op me ligt.
Twee lichtgroene ogen kijken me geïnteresseerd aan.
Nu pas realiseer ik me dat er een jongen bovenop me ligt.