Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

7. In een stroomversnelling

Een minuscuul streepje licht drong door een kier van de met hout betimmerde opening in de muur, waar normaal gezien een raam had moeten staan; na de aardbeving was nog steeds niet alles hersteld en een nieuw raam laten plaatsen konden we ons echt niet meteen veroorloven. De duisternis zou langzaam doorbroken worden door de opkomende zonnestralen en de nacht zou plaats maken voor de dageraad.

Ik had de hele nacht geen oog dicht gedaan, maar ondanks dat voelde mijn hoofd niet zwaar of overspannen aan. Net het tegenovergestelde was waar: ik voelde een soort ongekende rust zachtjes door mijn hoofd stromen en het voelde ongelooflijk fijn.

Mijn vingers begroeven zich in het dunne, bevlekte matras van mijn bed en met een zucht zette ik mezelf rechtop. Op het eerste gezicht leek dit weer een normale dag te worden zoals er duizenden andere waren, maar een stemmetje in mijn hoofd deed me er steeds aan herinneren dat dit allesbehalve het geval was. Vandaag zou ik vertrekken.

Plots hoorde ik een zacht geklop tegen de krakkemikkige deur van mijn kamer, waarna deze langzaam open gleed. Een niet al te onbekende schim verscheen in de deuropening en kwam steeds dichterbij.

'Hoe voel je je?'

Het was de zachte stem van mijn moeder, die bezorgd een hand op mijn voorhoofd legde en me met grote ogen aankeek.

Niet goed wetende wat ik moest antwoorden, maakte ik een onbeduidend knikje met mijn hoofd dat noch ontkennend, noch bevestigend was. Ik stond op een scharnierpunt in mijn leven, dus dan was het toch normaal dat ik niet helder kon nadenken?

'Zorg er wel voor dat je niet te lang meer blijft liggen, want anders geraken we in tijdnood en dat is het laatste wat we op dit moment willen, toch?' zei mijn moeder, terwijl ze met haar vingertoppen over mijn haar streek en er quasi-onverstaanbaar aan toevoegde: 'Maar geniet toch nog maar even van je laatste uurtjes hier.'

Ik knikte nogmaals.

De laatste uren... De laatste uren in dit krottige appartement. De laatste uren in Nursa. De laatste uren met mijn familie. Het leek bijna onwezenlijk. Even had ik de intentie om mezelf in mijn arm te knijpen om me ervan te vergewissen dat ik niet in een droom was terecht gekomen, maar dat deed ik niet. Omdat dit een vrij belachelijke actie was, maar vooral omdat ik er honderd procent zeker van was dat ik niet in slaaptoestand verkeerde. Het was ècht. Hoe zeer ik ook gehoopt had van niet, het was echt.

Ik veegde met mijn duim de prut uit mijn ogen en geeuwde de slaap uit mijn lichaam. Veel rust zou ik de volgende weken en dagen waarschijnlijk niet meer krijgen, dus ik zou er maar gewoon aan moeten worden.

Mijn moeder stond op het punt mijn kamer weer te verlaten, maar ik kon haar nog net bij de arm grijpen en haar zachtjes naar me toetrekken.

'Ik ga niet,' mompelde ik bloedserieus, terwijl ik haar recht in de ogen aankeek.

Ik zag dat ze schrok van mijn plotse woorden. Ze leek even na te denken en antwoordde dan: 'Wat zei je daar?'

Ik haalde mijn schouders op, liet mijn kin op mijn knieën rusten en klemde er vervolgens mijn armen om heen. 'Ik ga niet.'

Mijn moeder schoot recht en ik zag hoe ze me met ongeloof aankeek. 'Hoezo ga je niet? Natuurlijk ga je wel, Femke! Wat kraam je nu voor onzin uit?'

'Wat heeft het voor zin? Ik kan helemaal niets doen daar alleen op de maan, indien ik zelfs al gekozen word. Zonder jullie hoeft het voor mij allemaal niet.'

Ze slikte. 'Maar Femke, -'

'Nee, ik wil het niet horen,' onderbrak ik haar bruusk.

Ik was oud genoeg om zelf over mijn toekomst te beslissen, dus het was toch mijn keuze? Ik vond het helemaal niet eerlijk tegenover mijn familie; ik mocht wel en zij niet. Ik bleef nog liever op aarde met mijn familie, dan dat ik helemaal alleen op een onbekende plek terecht kwam waar ik helemaal niemand kende.

'Nu ga je eens goed naar me luisteren, jongedame,' begon mijn moeder met strenge stem, maar tegelijkertijd met een zachte glans in haar ogen. 'Jij gaat mee, dat beveel ik je. Kom op, je krijgt de kans om datgene te doen waar iedereen op deze meedogenloze aardbol naar smacht en dan weiger je? Wees blij dat je deze kans krijgt, want het is de enige die je hebt. Grijp die kans en laat zien wat je waard bent. Jij gaat het nog ver schoppen in je leven, dat weet ik gewoon.'

'Hmm.'

'Je moet dit niet voor mij of je zusjes doen, Femke. Je hebt jezelf al genoeg opgeofferd. Nu moet je aan jezelf denken. Denk aan je leven en laat het je niet ontglippen, want je gaat er spijt van krijgen.'

Een stilte viel tussen ons in. Haar woorden sijpelden langzaam mijn gedachten binnen en maakten allerlei verbindingen met mijn hersenen. Keuzes maken was altijd iets wat ik zo veel mogelijk probeerde te vermijden. Ik kon vaak zelfs niet eens kiezen welke smaak van drankje ik wilde hebben, laat staan dat ik kon beslissen over leven of dood.

Ik wist totaal niet hoe ik me moest voelen. De uitslag was exact een week geleden bekend gemaakt en nog steeds voelde ik de zenuwen die op dat moment door mijn lichaam gierden.

Een onsamenhangende mix van gevoelens ging door me heen toen ik het nieuws met een stokkende keel vernam. Opluchting, omdat de kans dat ik dood zou gaan aanzienlijk was verkleind. Angst, voor wat er komen zou. Verdriet, omdat ik mijn dierbare familie moest achterlaten.

Mijn moeder was niet gekozen. Er waren enkele afwijkingen in haar bloed opgespoord, waardoor ze dus niet de perfecte gezondheid had waar men naar streef op de maan.

Over Mona en Nel was er vreemd genoeg helemaal geen nieuws. Er werd niet bevestigd noch ontkend dat ze geselecteerd waren, waardoor we dus met ongeruste gevoelens achterbleven. Misschien zouden ze het nieuws later nog bekend maken? Was er een fout gebeurd in het systeem? Wie weet waren hun bloedstalen wel ergens kwijt geraakt! De situatie was erg verwarrend en vroeg om uitleg, die niemand ons tot dan toe had kunnen geven.

Vast stond wel dat ze die dag niet met me mee konden vertrekken. Wat zou ik ze missen...

Mijn moeder zat nog steeds naast me op de rand van het bed en keek me indringend, bijna dwingend aan. 'Beloof me dat je gaat.'

Ze stelde me nu echt wel voor een onmogelijke keuze. Waarom liet ze me nu gewoon niet blijven? Iets beloven was meteen al zo plechtig; je kon niet meer terug. Ik hield er niet van om beloftes te breken, dat wist zij ook.

Ik besloot uiteindelijk toch maar braaf te knikken, maar niets hiervan was gemeend. Om haar een plezier te doen zou ik naar het kamp vertrekken en haar doen geloven dat ik er met volle kracht tegenaan zou gaan, maar in werkelijkheid zou ik alles gewoon aan mijn laars lappen, zodat ze me zeker niet zouden kiezen. Ja, dat was mijn plan. Op dat moment tenminste.

Een glimlach sierde moeders lippen en nadat ze een kus op mijn voorhoofd had gedrukt, trippelde ze de kamer uit. 'Ik verwacht je binnen een paar minuutjes in de leefruimte, Femke.'

Goed, die was tenminste al gerust gesteld. Nu ikzelf nog.

Met een zucht hees ik mezelf uit mijn bed, sleurde me uit mijn nachtjapon en kletste snel wat fris water in mijn gezicht. Mijn spiegelbeeld kwam me tegemoet. Ik probeerde mijn lippen wat flauwtjes omhoog te krullen en aanschouwde mijn uiterlijk. Ik zag er vreselijk uit. Het leek wel alsof ik naar een vreemdeling in de spiegel keek. Dikke wallen ontsierden mijn mosgroene ogen, mijn huid was zo vaal dat een dode er nog fitter zou uitzien en mijn golvende lokken waren een slagveld aan knopen. Het resultaat van een wekenlange verwaarlozing van zowel mijn uiterlijk als innerlijk. Maar het maakte me helemaal niets uit. Nog een reden waarom ze me niet zouden willen aannemen, toch?

In de vlugte knoopte ik mijn haren in een nonchalante vlecht, smeerde een goedkoop crèmepje uit over mijn gezicht en spoelde mijn mond even met tandreiniger. Dat volstond wel. Ik ging niet naar een modeshow, gewoon naar een kamp dat het verdere verloop van mijn leven zou bepalen.

Een overweldigende geur drong mijn neusgaten binnen bij de eerste stap die ik op de vloer van de leefruimte zette. Ik snoof onsubtiel, in een poging het aroma volledig in me op te nemen.

'Wat is dit?' vroeg ik nieuwsgierig.

Mijn moeder draaide zich met een brede glimlach naar me om. Ze had een plateau in haar handen, waar vermoedelijk de bron van de geur op te vinden was. 'Ik heb Bonbon- cake gemaakt. Omdat ik je een waardig afscheid wilde geven.'

Mijn hart maakte een sprongetje bij het horen van deze naam en haast onmiddellijk liep het water me in de mond. Bonbon-cake! Het deed me terugdenken aan die gezellige avonden in mijn nog onbezorgde kindertijd, toen we af en toe ook nog iets anders consumeerden dan enkel die smakeloze Alimenticums. Ik wist nog hoe gek ik vroeger was op deze lekkernij, gemaakt van heerlijke bloemen, een snuifje suiker en wat vanille. Helaas had ik dit smaakbommetje al minstens tien jaar moeten missen.

'Oh mijn hemel! Ik weet niet wat ik moet zeggen! Hoe heb je dit voor elkaar gekregen? Dit heeft toch fortuinen gekost?'

Ze keek me met pretlichtjes in haar ogen aan. 'Klopt, het was niet goedkoop. Maar je vertrekt slechts één keer naar de maanselecties.'

'Dit had je echt niet moeten doen.'

'Neem nou maar gewoon een stuk cake.' Ze stak de plateau uitnodigend voor zich uit.

Ik ging in op haar voorstel en grabbelde een groot stuk in mijn mond, waar een explosie van smaken samenkwam en mijn smaakpapillen streelde. Er bestond geen woord om te beschrijven wat ik op dat moment voelde. Na jaren van Alimenticums het goddelijkste voedsel ooit door mijn keel krijgen... Ik had een paar weken ervoor weliswaar wat groenten van Meneer Brulaap opgepeuzeld, maar dat was niets vergeleken met dit. Na een lange tijd kleefde er nog eens een gemeende glimlach om mijn lippen.

♣♣♣♣♣♣♣

'Femke, kom je? Je RailBus vertrekt al binnen een kwartiertje!' klonk de ongedurige stem van mijn moeder onderaan de trappenhal. Ze tikte gejaagd met de hak van haar schoen op de vloer en keek elke halve minuut op haar digitale polshorloge.

'Nog één minuutje!' galmde mijn woorden door de hal.

Snel speurde ik alle hoekjes van het appartement door, zodat ik er honderd procent zeker van was dat ik niets was vergeten. De kans dat ik hier nooit zou terugkomen was immers bestaande. Toch leek het niet zo. Het leek net alsof ik even een boodschap zou doen in de stad en binnen een uurtje weer terug zou zijn. Het drong gewoon niet tot me door. Het drong verdomme niet tot me door.

Plots voelde ik hoe er aan de zoom van mijn kleed werd getrokken, waardoor ik gedwongen werd mijn hoofd naar beneden te richten.

'Nel... Mona...'

De twee meisjes keken me intens met hun parelblauwe kijkers aan, hun blik gevuld met een heleboel onbegrip en nieuwsgierigheid.

'Waar ga je naar toe?' vroegen ze in koor.

Ik zuchtte weemoedig en probeerde hun blikken te negeren, aangezien ik wist dat ze anders de gevoelige snaar zouden raken en dat was het laatste dat ik nu nodig had. Straks zouden ze me weer doen twijfelen.

'Ik ga voor een tijdje weg. Wie weet zelfs voor een heel lange tijd. Helaas kunnen jullie niet me mee. Maar ik wil dat jullie je sterk houden als ik er niet ben.'

De meisjes knikten. Natuurlijk begrepen ze dat er iets gaande was – de sfeer die al weken in huis hing was immers overduidelijk- maar het drong nog niet volledig tot hen door. Wat wilde ik graag hun leeftijd hebben: die onschuldige en naïeve onwetendheid kon soms wel van pas komen.

'Ik moet nu echt wel vertrekken. Ik ga jullie zo hard missen.' Mijn stem brak in het midden van mijn zin en een brok vormde zich in mijn keel, terwijl de tranen alweer dreigend in mijn ogen prikten.

Nel en Mona vlogen me om de hals, waarna ik hun warme lichaampjes tegen me aandrukte en hun geur voor de laatste keer in me opnam. Ik wilde dat het moment eeuwig bleef duren. Mijn afscheid viel me nog zwaarder dan ik dacht.

Na een dikke minuut was ik er eindelijk toe in staat mijn greep om de twee kleine meisjes te lossen en definitief weg te gaan.

Ik draaide me langzaam om, vervolgde mijn pas tot aan de deur. Elke vezel in mijn spieren werkte tegen en met veel tegenzin slofte ik vooruit, tot ik mezelf weer even tot halt riep en me voor een laatste keer tot Nel en Mona richtte. 'Tot ziens.'

Ik wierp nog een laatste blik over mijn schouder en sloot dan de deur achter me dicht.

Een leeg gevoel overviel me. Het was net alsof ik van steen was gemaakt en al mijn gedachten en gevoelens geblokkeerd waren. Met een lusteloze blik daalde ik de trappen af, tot ik beneden aankwam en mijn moeder ongeduldig op de rand van de stoep aantrof.

'Daar ben je eindelijk! Kom snel, straks ben je nog te laat!'

Met mijn koffer stevig door mijn hand omklemd, holden we over de drukke straten van Nursa naar het station. Onderweg speelde zich hier en daar hetzelfde tafereel af van jongens en meisjes die begeleid door hun ouders haastig hun bus nog wilden halen. Misschien zou ik wel met hen samen in een kamp belanden, dacht ik.

Speciaal voor deze gelegenheid had de overheid extra Railbussen ingelegd die werden ingericht voor het transport van de Tribuni  Lunae, zoals we genoemd werden.

Helemaal buiten adem kwamen we aan op het station, tussen een overstelpende massa van mensen.

'Je bus kan elk moment aankomen,' zuchtte mijn moeder, terwijl ze voor de zoveelste keer naar haar polshorloge staarde.

Nog geen seconde later gleed een volgestampte Railbus bijna onhoorbaar over de sporen van het ondergrondse station en werden gesprekken bruusk afgebroken om plaats te maken voor bange blikken.

Ook mijn hart stopte even met slaan bij de aanblik van het transportmiddel dat me naar mijn toekomst zou leiden, waarna de spier plots heviger in mijn borstkas begon te pompen. Een misselijk gevoel maakte me duizelig in mijn hoofd en de haren over heel mijn lichaam stonden rechtop.

'Hij is er,' zei ik overbodig.

'Hij is er,' herhaalde mijn moeder.

Ik friemelde wat aan de borduursels van mijn synthetische kleedje en slikte de brok in mijn keel weg. 'Wel, dat is het dan zeker?'

Moeder knikte beduusd.

Ik verstevigde de grip om mijn kleine koffertje met bagage en bestudeerde de menigte die de speciale Railbus betrad. Sommigen hadden een brede lach om hun lippen en stonden te popelen om te vertrekken, anderen keken verweesd voor zich uit met hier en daar tranen die over wangen rolden. En dan had je mij, het meisje dat wel als standbeeld kon doorgaan.

'Ga maar, straks vertrekken ze nog zonder je.'

Ik knikte en maakte aanstalten om te vertrekken, maar niet voordat ik mijn moeder in een snelle, maar stevige omhelzing trok. 'Tot ziens, mam. Pas goed op Mona en Nel.'

Haar emotieloze masker viel af en met een snikkende stem en rode ogen antwoordde ze: 'Doe ik. Veel succes, Femke. Ik zal altijd voor je duimen.'

Ik trok me los van haar omhelzing, keek haar voor een laatste keer diep in de ogen aan en draaide me dan om.

Ik stapte in op de Railbus en zette me neer op een bankje aan het raam. Door de ruit kon ik mijn moeder zien, die nog steeds op het perron stond en met wazige blik naar me zwaaide. Ik zwaaide terug.

Dan werd het toestel in beweging gezet en spoorden we het station uit. Mijn ogen gleden voor een laatste keer op de gedaante van mijn moeder, in een poging haar beeld voor eeuwig in mijn geheugen op te slaan.

Ik was vertrokken.

~~~~~~~~

SORRY dat ik jullie zo lang heb laten wachten op dit hoofdstuk! Niet dat ik denk dat jullie hier echt op zaten te wachten, maar toch. Ik ga nu even mijn cliché excuses geven: school slorpte het grootste deel van mijn tijd op en ik was de laatste tijd niet echt meer in de stemming om te schrijven. Ik hoop dat ik deze vakantie mijn achterstand weer kan inhalen! 

Nu even over het hoofdstuk zelf: ik vond dit een van de moeilijkste hoofdstukken die ik tot nu toe heb geschreven. Ik heb lang geworsteld met de emoties. Zoals jullie waarschijnlijk wel begrijpen is deze cruciaal voor het verhaal; het is het scharnierpunt tussen het leven van Femke voor en na de maanselecties. Want hé, hadden jullie nu serieus gedacht dat ze niet door ging zijn? Anders is al mijn stof voor dit verhaal al op, haha. Maar goed, ik hoop dat jullie dit hoofdstuk toch niet vreselijk vinden. 

Opgedragen aan Rani1999, omdat ze bijna al mijn boekjes leest en ze altijd super enthousiast is, ondanks ik vaak bullshit opschrijf en zij meer dan genoeg andere dingen te doen heeft. Dankjewel, Rani! ^^ Oh en natuurlijk is ze ook een goede schrijfster, maar dat is wat overbodig om te zeggen, want dat weet iedereen toch al. 

Mijn author's notes zijn altijd zo lang o.O
Nog een fijne dag verder.   


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro