4. Een avondje uit
Een koel briesje waaide door de stad en een tapijt van sterren strekte zich uit over de hemel, die een duistere gloed had gekregen en de straten een nachtelijk uitzicht verschafte. Een halve sikkel van de maan pronkte eenzaam tussen de sterren en liet bundels weerkaatst licht op de aarde vallen.
Dit beeld deed me in een soort melancholische trance belanden en ik kon maar niet stoppen met staren. Ik had de maan altijd al fascinerend gevonden, nog voor ik wist dat er zo veel van af zou hangen. Daarom maakte dit beeld me ook enigszins bang; hoe lang zou ik nog zo naar de maan kunnen staren? Misschien zat ik er binnenkort zowaar zelf op.
Misschien wilde ik ook helemaal niet weg van de aarde. Ondanks de ellende waarmee we elke dag geconfronteerd werden en de schoonheid die de aarde de voorbije decennia gaandeweg was verloren, bleef ik het als mijn thuis beschouwen. De aarde was nog steeds beeldschoon, je moest alleen niet blind zijn en je ogen goed openhouden.
Soms vroeg ik me af hoe onze planeet er vroeger had uitgezien; volgens de verhalen die ik had gehoord,was het hier prachtig. Ongeschonden bijna. Op afbeeldingen zag ik de imposante ijsbergen, die vredevol rond dobberden op de polen en een ijskoud landschap vormden. Grote, witte beren doolden er rond, op jacht in een woestijn van sneeuw en ijs. Dit tafereel was echter al een honderdtal jaar niet meer te bewonderen, behalve op foto's en filmpjes die werden gemaakt toen het nog mogelijk was. Het deed me pijn dat het zover is moeten komen.
Soms wenste ik dat ik vroeger was geboren, toen er nog hoop was voor de aarde. Wat moesten dat toch mooie tijden zijn geweest, in de 21e eeuw! De tijd waarin er nog zoiets bestond als vrijheid en geborgenheid, waarin voedsel door je keel krijgen de normaalste zaak van de wereld was en waarin het natuurlijke schoon van de aarde nog volop te bewonderen was.
Een diepe zucht die lange tijd onderdrukt was geweest in mijn lichaam, verliet mijn mond. Nog steeds staarde ik voor me uit; naar de oneindige sterrenhemel. Naar de maan, de eeuwige satelliet van de aarde.
Plots werd ik wakker geschud door een luid geroep dat steeds dichterbij leek te komen. 'Fem, je bent er!'
Nog voor ik kon opkijken, voelde ik hoe ik in een stevige omhelzing belandde. Een beetje verdwaasd en nog niet helemaal begrijpend wat er aan het gebeuren was, verstijfde ik en keek als verdoofd voor me uit.
De persoon die me omhelsde had mijn starre houding echter niet door, of ze deed in ieder geval alsof. 'Ik heb je gemist! Het lijkt wel eeuwen geleden dat ik je nog gezien heb, Fem!'
Nu pas leek het tot me door te dringen dat het mijn goede vriendin Yona was die me platdrukte in een omhelzing, waardoor de lucht uit mijn longen werd geknepen en ik heel veel moeite moest doen om niet als een bezetene te gaan ademhalen.
'Ik heb jou ook gemist hoor, Yona.' De toon waarop ik sprak klonk niet erg overtuigend en ik forceerde een glimlachje. 'Maar zou je me alsjeblieft even willen loslaten, want ik krijg geen lucht meer.'
'Oh ja, tuurlijk,' antwoordde ze snel, waarna ze zich van me los wrikte. 'Maar hé, hoe gaat het nu met jou?'
Ik pompte een grote teug verse lucht mijn longen in en keek even nadenkend voor me uit. Hoe ging het met me? Gek genoeg wist ik daar zelf het antwoord niet op. Ik wist niet hoe ik me voelde. Mijn gevoelens waren gewoon één zwarte, vage vlek in mijn hersenen.
Yona keek me grijnzend aan en wuifde hevig met haar hand voor mijn ogen. 'Ik vroeg je alleen maar hoe het met je gaat hoor, niet om het atoommodel van Rutherford te beschrijven.' Ze gaf me een speelse por op mijn schouder.
Ik lachte humorloos. 'Het gaat wel goed met me, denk ik,' mompelde ik dan maar. Ik wist zelf niet eens of ik het meende. Het was in ieder geval wel een makkelijk antwoord, dat ik vaak gebruikte als ik geen zin had om er verder over te praten.
Helaas had Yona me door. 'Je klinkt anders niet heel erg overtuigend. Is er iets gebeurd? Of heb je gewoon weer één van die chagrijnige buien van je?'
Ik haalde onverschillig mijn schouders op en maakte een of ander vreemd wegwuifgebaar, in een poging haar vraag subtiel af te wimpelen. 'Vertel me liever hoe het met jou gaat. Heb je Oscar nog vaak gezien de laatste tijd?'
Ik wist dat Yona doorhad dat dit mijn manier was om lastige vragen te negeren -het was immers niet de eerste keer dat ik deze truc gebruikte-, maar ze liet me met rust en begon enthousiast te vertellen: 'Om heel eerlijk te zijn gaat het beter dan ooit met mij! Ik voel me gewoon zo gelukkig, Fem. Ik zie Oscar bijna elke dag en hij is zo lief voor mij. Ik had me geen beter vriendje kunnen voorstellen. Laatst heeft hij nog een zilveren ketting voor me gekocht. Weet je wel hoe duur die dingen zijn? Bijna onbetaalbaar!'
Ik luisterde met lichte tegenzin naar haar enthousiasme en ik zag hoe de pretlichtjes in haar ogen toenamen. Yona was zowat het tegengestelde van mij: spontaan, vrolijk, zorgeloos en ietwat luidruchtig. Hoewel ik het niet echt wilde toegeven, was ik soms wel jaloers op haar. Ik wilde ook zo'n onbezorgde en actieve levensgenieter zijn als zij. Helaas zat dit niet in mijn genen en zou ik altijd dat sombere, timide meisje blijven.
'Je zou Oscar echt eens moeten ontmoeten; ik weet zeker dat jullie het goed met elkaar zullen vinden,' raasde Yona door, terwijl ze me met een brede glimlach aankeek.
'Misschien,' mompelde ik kortaf. Ik deed niet eens moeite om enthousiast over te komen.
Yona trok een wenkbrauw op. 'Wat is er toch met jou de laatste tijd, Fem? Je klinkt altijd zo kortaf en ongeïnteresseerd. Je bent toch niet jaloers? Weet je wat jij nodig hebt? Een lief. Iemand zoals Oscar.'
Een schamper lachje ontglipte mijn lippen. Ik was helemaal niet jaloers op Yona en Oscar, of het geluk dat ze samen uitstraalden. Of misschien toch een heel klein beetje. Toch had ik helemaal geen behoefte aan een relatie. Het had geen zin meer om me dan nog in een relatie te storten, want het zou het verdriet alleen maar erger maken. Binnen een paar weken was het toch allemaal gedaan en zouden we allemaal dood gaan. Het was hard, maar nu eenmaal de bittere realiteit.
'Laten we naar een hippe tent in de buurt gaan, dan kunnen we wat leuke jongens voor je spotten!' giechelde Yona, terwijl ze mijn hand vastgreep en er met een ruk aan trok.
Ik stribbelde echter tegen. 'Nee Yona, liever niet. Ik heb echt niemand nodig, dat weet je. '
'Dat zeg je nu. Wacht maar tot je straks iemand tegenkomt; dan zal je daar heel anders over denken.'
Ik zuchtte, omdat ik wist dat ze uiteindelijk toch haar zin zou krijgen. Omdat Yona een overtuigend persoon was en haar enthousiasme nu eenmaal erg aanstekelijk werkte, maar misschien ook omdat ik nogal snel over me heen liet lopen en uiteindelijk toch altijd degene was die toegaf.
Yona bestempelde mijn zucht als een bevestigend teken en trok me breed glimlachend mee, door de donkere straten van de stad. Met tegenzin liet ik me door haar meesleuren en mompelde wat onverstaanbare dingen.
'Waar wil je naar toe?' vroeg ik nieuwsgierig.
Yona wees met haar vinger naar een gebouw op het einde van de straat. 'De Mousti, zegt je dat iets?'
Ik schudde ontkennend mijn hoofd. Ik kende bijna geen enkele bar of feesttent in de stad, aangezien ik er ook zelden kwam. In tegenstelling tot Yona, die bijna elke vrije avond ergens in een leuke danstent vertoefde en zich daar blijkbaar altijd kostelijk amuseerde. Soms vroeg ik me echt af waarom ze mijn vriendin wilde zijn, want we waren zowat de grootste tegenpolen die je kunt bedenken.
'De Mousti is echt de beste plek om plezier te beleven en je hoofd helemaal leeg te maken. Ik ben al in veel cafeetjes geweest, maar deze is veruit mijn favoriet,' vertelde ze opgetogen, terwijl we arm in arm verder slenterden naar het gebouw.
'Hier is die dan: De Mousti,' zei Yona monter, toen we vlak voor haar stamkroeg waren gestopt.
Ik zuchtte even en keek aandachtig naar de gevel van het gebouw. Van ver leek het erg donker, maar als je er eenmaal voor stond, zag het pand er vrij licht en en schoon uit. Een groot deel van de muren bestond uit mat glas, waar je enkele schimmen en bundels kleurrijk licht zichtbaar door kon zien.
'Ziet er goed uit, toch? Wacht maar tot je binnen bent; daar is het nog veel cooler.' Ze maakte aanstalten om naar binnen te gaan.
Ik bleef echter roerloos staan en keek bedenkelijk voor me uit. Ik zag er zo tegenop om daar in dat drukke café rond te hangen en me de hele avond ongemakkelijk te voelen. Wat zou ik daar binnen ook moeten doen? Ik hield niet van dansen, raakte altijd geïrriteerd door drukte en kende er niemand, behalve Yona dan. Het uitgaansleven was gewoon niets voor mij.
'Kom op, Fem, je moet echt eens wat meer buiten komen en van het leven genieten. Je hoeft niet altijd zo serieus te zijn. Maak plezier, nu het nog kan.' Yona keek me verwachtingsvol aan, maar ik zag in haar ogen dat haar geduld begon op te raken.
Misschien kon ik dat gewoon niet; van het leven genieten. Niet zoals Yona. Ik kon niet zomaar alles van me afschudden en plezier beleven alsof er helemaal niets gebeurd was. Aan de ene kant bewonderde ik Yona omdat zij dit wel kon, aan de andere kant vond ik het best naïef; alsof ze gewoon niet besefte hoe de wereld in elkaar zat.
'Ga maar zonder mij,' bracht ik uiteindelijk uit.
Yona zuchtte. 'Ik ga niet zonder jou,' zei ze beslist, terwijl ze haar armen om zich heen sloeg. 'Ik blijf hier wachten tot je met me mee naar binnen gaat. Het wordt echt leuk, ik beloof het je.'
Waarom deed ze toch nog zo veel moeite voor me? Ze wist in ieder geval wel hoe ze me moest overhalen. Na al die jaren had ze dan ook genoeg ervaring met me en wist ze ondertussen wel hoe ze me moest aanpakken. We kenden elkaar al van toen we nog in de wieg lagen; mijn vader was immers goed bevriend met haar vader. Ze waren collega's en deelden dezelfde mening over de meest uiteenlopende onderwerpen. Helaas had juist dàt hen beiden het leven gekost.
'Ik weet het niet,' murmelde ik aarzelend, terwijl ik peinzend naar mijn schoenen keek.
'Alsjeblieft.' Yona vormde een zielige pruillip en keek me met puppy-oogjes aan.
Ik probeerde haar blik nog te ontwijken, maar ik voelde dat dit me meer moeite kostte dan ik hoopte.
'Vooruit dan maar,' bromde ik uiteindelijk, zodat ik van haar indringende gezichtsuitdrukking af zou zijn.
Yona slaakte een gil van blijdschap. 'Ik wist wel dat ik je kon overtuigen! Kom, laten we snel naar binnen gaan!'
Ze greep mijn hand weer vast en sleurde me enthousiast met haar mee. Ik struikelde bijna over mijn voeten en haar greep rond mijn polsen was zo stevig, dat het een knellende pijn veroorzaakte.
Eenmaal binnen, vulde de ruimte zich met loeiharde muziek, waardoor mijn trommelvliezen het wel leken te begeven. Schijnwerpers in alle kleuren van de regenboog verlichtten de donkere ruimte en schenen op de krioelende mensen, die bezweet en uitbundig in het rond aan het dansen waren.
Ik wist nu al dat het een avond zou worden om zo snel mogelijk te vergeten.
~~~~~
Hell yeah, het is me eindelijk gelukt om nog eens te posten! Dat is weer even een last die van mijn schouders valt, zeg.
De reden voor mijn tergend trage updaten is de instelling die tracht me tot een volwaardig mens te doen uitgroeien en ons elke dag overstelpt met een Mount Everest van huiswerk. Kort gezegd: school. Gelukkig is deze week iets rustiger op het vlak van huiswerk, dus heb ik de laatste dagen even een sprintje getrokken in het schrijven en heb ik eindelijk hoofdstuk zeven kunnen afschrijven -woehoe!
School is echter niet de enige reden van mijn traagheid. Ik heb een beetje de indruk dat ik mijn motivatie aan het verliezen ben. Het schrijven lukt op dit moment niet geweldig goed en dat irriteert me mateloos. Ik wil namelijk altijd alles perfect doen, zoals jullie misschien weten. Dus ik heb zo'n voorgevoel dat de volgende update nog niet voor meteen zal zijn...
Maar goed, genoeg over mijn oninteressante leven en mijn stomme uitvluchten. Wat vonden jullie van dit hoofdstuk? Er gebeurt niet enorm veel, maar dit deel was vooral bedoeld om Femke een beetje beter te leren kennen. En Yona niet te vergeten natuurlijk! Wat denken jullie dat er zal gebeuren in de nachtclub? Ik hoor graag jullie mening in de comments! ^^
Nu even mijn gewoonlijke opdraging, die deze keer is voor: *tromgeroffel* @xLittleTosca! Tosca en ik zijn een tweeling. Niet echt natuurlijk, maar we hebben echt belachelijk veel gemeen. Ik ben blij dat ik je heb leren kennen, Tos! ^^ En mensen: GA HAAR VOLGEN! Waarom heeft Media Luna nog zo weinig lezers? Het is een mega goed boek, geschreven door een geweldige schrijfster! Dus toevoegen aan jullie bibliotheek die handel!
Auf Wiedersehen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro