Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

3. Schokken

'Femke, hoe kon je nu zo stom zijn?' riep mijn moeder uit, terwijl ze me met een verwijtende blik aankeek.

Een paar seconden eerder had ik ijzig kalm uitgelegd wat er de avond voordien gebeurd was in het restaurant van Meneer Brulaap en mijn moeder kon haar oren niet geloven.

Ik haalde ongeïnteresseerd mijn schouders op. Eigenlijk was ik er helemaal niet rouwig om dat ik was ontslagen, sterker nog: ik voelde me zelfs opgelucht. Opgelucht omdat ik niet meer voor dat hoopje ego moest werken en opgelucht omdat ik eindelijk weg was uit die donkere keuken. Ik was zelfs nooit verder dan de gang tussen de keuken en de zaal gekomen; de zaal was immers verboden terrein voor het keukenpersoneel. We zouden de klanten wegjagen door onze aanwezigheid. Arm, vuil volk hoorde niet tussen de rijke, nette mensen. Wat een onzin.

'Je beseft toch dat je door die stomme, laffe daad je werk bent verloren? Daar gaan onze centen! Je snapt toch dat dit de enige manier was om aan nog wat geld te geraken?'

Ik knikte, zonder een teken van emotie te geven. 'Ja, dat besef ik.' 

Mijn moeder zuchtte. 'Het kan je precies allemaal niet veel schelen hè, jongedame? Denk toch ook eens aan je kleine zusjes, hoe gaan wij ze ooit nog een goede toekomst kunnen geven?'

'Die toekomst is er sowieso niet, mam!' riep ik verbeten uit en van mijn ijzige kalmte was geen sprake meer. 'En verwijt me alsjeblieft niet dat ik niets voor jou en mijn kleine zusjes doe! Je weet goed genoeg wat ik tot nu allemaal heb moeten opofferen! Het is verdomme daarom dat ik mijn jeugd heb moeten opgeven! Mag ik dan ook nooit eens aan mezelf denken?' Ik voelde hoe tranen opwelden in mijn ogen en hoezeer ik ze ook probeerde te verbergen, het lukte niet.

Mijn moeder zei niets meer en haar mond had zich in een rechte streep getrokken. Zo bleef het nog een paar minuten stil en we keken elkaar zelfs niet meer aan. Tot mijn moeder daar plots weer verandering in bracht: 'Kijk, Femke, ik begrijp dat het moeilijk voor je is en dat je door heel de situatie niet het leven kan leiden zoals je in je gedachten hebt. Maar dat is nu eenmaal het leven: niet alles gaat zoals je hoofd het wil en er kruisen sowieso wel eens tegenslagen je pad.'

Ik keek op en staarde recht in de ogen van mijn moeder. 'Maar het is gewoon niet eerlijk. Weet je wel hoe het was om voor die blaaskaak als een Brulaa- ik bedoel meneer Lavier te werken? Hij buitte ons gewoon uit en behandelde ons als een stuk grof vuil. Alsof we niets waren. En wat kregen we ervoor in de plaats? Vijf Doxi per dag. Terwijl hij met alle eer en geld gaat lopen, hoewel hij zelf geen poot uitsteekt.'

Ik snikte en machteloosheid nam het roer van mijn lichaam over. Ik voelde me zo schuldig tegenover mijn moeder, want ze had wel gelijk: ik had het helemaal verpest en ik had geen idee wat we nu moesten doen. Mijn magere loon was het enige waar we met ons vieren van moesten leven, aangezien mijn moeder al geruime tijd werkloos was.

'Hadden we papa maar...' Mijn stem sloeg over en mijn gesnik ontpopte zich tot een zacht gehuil. Ik wilde niet huilen, zeker niet met mijn moeder er bij. Huilen is een teken van zwakheid en ik wilde niet zwak zijn. Zeker niet voor mijn moeder; voor haar wilde ik sterk zijn.

Mijn moeder sloeg een arm om me heen, wat ik eigenlijk niet had verwacht, want dat deed ze anders nooit. Omdat ze niet het troostend type was en me eerder als een volwassen persoon dan haar kind beschouwde, maar ook omdat ik zelf amper mijn gevoelens toonde. 'Maar hij is er niet meer, dus daar zal je mee moeten leven,' zei ze sussend en ze aaide met haar vingertoppen door mijn hazelnootbruine haren.

'Met hem was alles veel makkelijker. Waarom is het toch zo moeten lopen? Waarom?' Het ongeloof was duidelijk te horen in mijn stem.

'Ik weet het niet, Femke, ik weet het niet. Misschien is het gewoon zijn lot geweest? Bovendien had hij er eigenlijk zelf een beetje voor gezorgd, want hij wist dat hij met gevaarlijke dingen bezig was.'

'Maar is het niet erg dat waardes, principes en een mening hebben gevaarlijk is geworden in onze maatschappij? Ik bedoel: hij deed helemaal niets verkeerd.' Ik kon het gewoon nog steeds niet vatten dat hij er niet meer was, zelfs niet na twee volle jaren. Er was geen dag dat ik niet aan hem dacht.

Mijn moeder zuchtte weemoedig. 'Ik heb hem altijd gezegd dat hij moest stoppen met zo'n klare taal te spreken, maar hij luisterde niet. Hij moest en zou zijn doel bereiken en niets zou hem tegenhouden. Zo was je vader nu eenmaal; als hij iets in zijn hoofd had gehaald, kon je het er niet uit krijgen.'

Mijn vader was een politicus met extreme standpunten. Degelijke standpunten, naar mijn mening, en hij wilde alleen maar het beste voor ons volk. Hij kwam op voor onze rechten, die door de rijke machthebbers compleet genegeerd werden. Hij liet ons inzien hoe erg de wereld er aan toe was, maar ook wat we er tegen konden doen. Het was nog niet te laat volgens hem, maar alleen als we meteen in actie schoten. Als het aan de heersende regeringen lag, gebeurde er helemaal niets en werd de aarde nog meer de dieperik in gesleurd. Nu zaten we met de gebakken peren.

'Het is gewoon niet eerlijk.' Dat was het enige dat ik nog uit mijn mond kon krijgen. Het was gewoon echt niet eerlijk.

'Ik weet het, kind,' beaamde mijn moeder op zachte toon. Hoewel ik haar sinds de dood van mijn vader nog nooit had zien huilen, snikken of jammeren, wist ik dat ze diep vanbinnen gebroken was. Ik zag het in haar ogen, die elke seconde van de dag een soort onvulbare leegte uitstraalden. Ik hoorde het in haar stem, die zo fragiel en gebroken klonk als de versleten wijzers van een klok.

Ze was er zelf bij op die fatale dag. Net als ik.

Zijn maagdelijk wit hemd stond vol donkerrode plekken en leidde naar een gapend gat in het midden van zijn borst. Zijn huid was lijkbleek, zijn mond een rechte streep, zijn ogen emotieloos. Ik legde zijn pols nog tegen mijn oor, in een wanhopige poging een teken van leven te bespeuren. Maar niets. Zijn hart was gestopt met slaan. Dit beeld van mijn vader die roerloos in het midden van de straat lag, stond voor eeuwig op mijn netvlies gebrand.

Ik had zo vaak geprobeerd om deze gedachten uit mijn hoofd te verwijderen, maar dat kon niet. Het zou altijd ergens in mij hersenpan blijven rondzweven, hoezeer ik het ook probeerde te verdringen.

Opnieuw vonden tranen de weg uit mijn ogen, maar deze keer deed ik geen moeite meer om ze te verbergen. De afgelopen twee dagen had ik vaker gehuild dan de voorgaande twee maanden samen. Zelfs tijdens de aankondiging van de maanselecties had ik geen traan gelaten. Waarom ik dan toch plots zo geëmotioneerd was, was voor mij een raadsel.

'Waarom huil je, Femke?' Het was de stem van Mona, die me in een hoek van de kamer met grote, verbaasde ogen aankeek.

Ik probeerde snel mijn tranen weg te vegen met mijn duim en forceerde een glimlachje. 'Niets hoor. Ga maar gewoon weer verder spelen.'

Het kleine meisje reageerde niet meteen en staarde me nog steeds aan. Ze wist wel dat er iets met me was. Hoewel ze nog jong was, kon ik haar niet zomaar voor de gek houden. Ze had de dood van mijn vader nooit heel bewust meegemaakt en was er daarom nooit heel verdrietig om geweest. Dat besef zou binnen enkele jaren waarschijnlijk nog wel komen.

'Kom, Mona, ga nu maar,' zei ik nogmaals, omdat ze nog steeds geen vin had verroerd.

Mijn kleine zusje deed uiteindelijk toch wat ik vroeg en liep de kamer met kleine pasjes weer uit.

Sinds de dood van mijn vader, ben ik mijn zusjes bijna als mijn eigen dochters gaan beschouwen. Omdat mijn moeder het huishouden niet alleen aan kon, hielp ik haar heel vaak. Ik ging naar de winkels, maakte het huis schoon, probeerde mijn zusjes wat bezig te houden,... Er was nog amper tijd voor mezelf.

Ondertussen was mijn moeder wat aan het rommelen in de kast en ik zat gewoon op een stoel, doelloos voor me uitstarend. Ik tikte verveeld op de tafel naast mij en neuriede zachtjes een liedje.

Plots voelde ik de grond onder mijn voeten schokken en rammelende geluiden galmden door het huis. De trillingen werden steeds heviger, mijn hart volgde het ritme van de schokken, mijn pupillen werden groot en ik voelde de opkomende adrenaline door mijn lijf stromen.

Een aardbeving.

'Mam, er is weer een aardbeving!' riep ik ongerust, doch kalm uit.

'Ik merk het, Femke. Ga je zusjes halen!' antwoordde mijn moeder, terwijl ze met grote gebaren om zich heen zwaaide.

Hoewel dit al de derde aardbeving in een maand was, werden we steeds overspoeld door angst wanneer dit vernielzuchtige natuurfenomeen opdook. We wisten wat we moesten doen om onszelf in veiligheid te brengen, want de bevolking werd vaak genoeg geïnformeerd over de veiligheidsvoorschriften voor zulke rampen. Toch hielden we steeds ons hart vast, want tegen de kracht van de natuur was nu eenmaal niet veel in te brengen.

Ik rende zo snel mogelijk naar mijn zusjes, die in hun kamer zaten te spelen. Ik zag de bezorgde blik in hun ogen en Nel was zelfs al aan het huilen.

Ik liep meteen naar hen toe en stak mijn handen uit. 'Kom, pak mijn hand!'

De grond onder ons begon steeds harder te beven en kleine voorwerpen waren inmiddels met veel lawaai op de grond gevallen. Ik was bang dat ook de zware voorwerpen zoals kasten en tafels zouden omvallen en wilde zo snel mogelijk weg uit de kamer.

Nel en Mona klampten zich snel vast aan mijn handen, waarna ik hen vliegensvlug met me meesleurde naar de centrale kamer in huis, waar ook mijn moeder zich bevond.

'Ga snel onder de tafel zitten en probeer kalm te blijven!' gebood ik hen, terwijl ik zelf probeerde zo rustig mogelijk over te komen, ook al ging ik diep vanbinnen dood van de stress.

Ook mijn moeder en ik namen plaats onder de tafel en grepen de tafelpoten met bibberende handen vast, waarna we ons zo klein mogelijk probeerden te maken en onze handen stevig om onze hoofden klemden ter bescherming. Ik zat dicht tegen mijn kleine zusjes aan en probeerde hen ondertussen een klein beetje te sussen.

Ik was bang dat het gebouw waar we in woonden, zou instorten en we tussen het puin zouden terechtkomen. Het pand was al niet enorm stevig en zeer gevoelig voor schokken en brand. Daarbij woonden we ook nog eens op de vijfde verdieping, dus konden we niet naar buiten.

De ramen begonnen te trillen en ik zag hoe het glas het weldra zou begeven. Tien seconden later sprong de ruit open en vielen talloze glasscherven naar binnen. Het glas had zich over de hele ruimte verspreid, zo ook onder de tafel waaronder we zaten. Nel had zich er aan gesneden en een diepe snijwonde vol bloed ontsierde haar arm, waarna het meisje in huilen uitbarstte en woest om zich heen schopte.

'Rustig, Nel. De aardbeving is zo voorbij en dan kunnen we je wonde verzorgen. Heb nog even geduld,' fluisterde ik bedaard en duwde haar steviger tegen me aan.

Ik zag hoe Mona en mijn moeder trilden van angst en ook ik kon nog amper verbergen dat ik niet op mijn gemak was. Het besef dat we er elk moment aan konden zijn, deed me huiveren. Ik kneep mijn ogen wanhopig dicht en wachtte krampachtig tot de aardbeving voorbij was.

Seconden leken minuten en minuten leken uren. De tijd tikte langzaam weg en ik wachtte ongeduldig af. De kracht van de schokken nam steeds meer af, tot op het moment dat de laatste trilling voorbij was en geen voelbare effecten meer had.

'Het is voorbij,' zei ik schor en stak mijn hoofd onder de tafel uit, om te checken of ik dit juist had gevoeld. Toen pas zag ik de ravage die de ramp had aangericht. Overal lagen scherven op de grond, meubels waren op hun zij gekanteld, allerlei voorwerpen lagen – al dan niet gebroken of ingedeukt- door elkaar en stapelden zich op in grote hopen.

'Het is voorbij,' herhaalde ik met een zweem van opluchting. Ik tikte op mijn moeders rug en zei met een kort hoofdknikje dat ze van onder de tafel mocht komen. Ook naar mijn zusjes gebaarde ik dat ze terug recht mochten staan.

Ik wandelde door de kamer en keek nauwgezet voor me uit. Ik zuchtte. Ons appartementje had grote schade geleden en er was veel werk nodig om alles terug op te knappen. We moesten weer helemaal opnieuw beginnen. Telkens weer. Soms vroeg ik me af waar we het telkens toch voor deden; er zou zich binnen afzienbare tijd toch weer een aardbeving voordoen en dan was al het werk weer voor niets geweest. Dan konden we weer opnieuw beginnen. En opnieuw.

'Hemeltje,' zuchtte mijn moeder terneergeslagen, terwijl haar ogen over de brokstukken gleden. 'Dat wordt weer veel opknapwerk.'

Ik knikte beduusd. Het zou ons niet alleen veel werk, maar ook veel geld kosten. Geld dat we niet hadden. Net nu ik ontslagen was bij meneer Brulaap en onze laatste hoop om wat bij te verdienen was verdwenen.

De situatie leek uitzichtloos. Wanhopig liet ik me achterover vallen tegen een muur en beukte mijn hoofd er in een vlaag van woede met harde klappen tegen. 'Alles gaat verkeerd!' Een luide, hopeloze schreeuw glipte uit mijn mond, waardoor mijn moeder en zusjes verbaasd opkeken.

'Gaat het, Femke?' vroeg mijn moeder bezorgd, terwijl ze een hand op mijn schouder legde.

'Nee, het gaat niet! Ik ben het gewoon beu, mam! Kijk hoe ons appartement er bij ligt; het zal dagen, misschien zelfs weken duren voor we alles weer hebben opgeruimd! Ik heb er gewoon echt geen zin meer in.' Een snik verliet mijn mond. Meteen erna hurkte ik me alweer neer en begon alles dat mijn pad kruiste vastberaden en hevig op te ruimen.

Ik werd echter tegengehouden door de stevige hand van mijn moeder. 'Weet je wat jij nodig hebt? Een beetje ontspanning. Ga jij vanavond maar eens uit, dat zal je goed doen.'

Verbaasd door haar woorden keek ik op, maar sloeg mijn ogen snel weer neer. 'En al dat werk dan?' Ik wees naar de puinhoop rondom mij.

'Laat dat maar aan mij over. Jij hebt al genoeg gedaan, dus ik wil dat je je vanavond gewoon ontspant en je niets aantrekt van wat er vandaag is gebeurd. Je bent nog jong, Femke, geniet daar van.' Een zuinig glimlachje sierde haar lippen en ze legde nogmaals een hand op mijn schouder.

Ik klemde mijn hand om de hare en knikte. 'Oké.' 

~~~~~~~~~~~~

Allereerst mijn excuses dat het zolang geduurd heeft vooraleer dit hoofdstuk online kwam te staan! Ik schreef dit wel al bijna een maand geleden, maar ik wilde eerst hoofdstuk zes nog afwerken zodat mijn voorraad intact blijft.
Binnen een week moet ik weer naar school :( Dat betekent dat ik waarschijnlijk veel minder zal posten, aangezien ik nog amper tijd ga hebben om te schrijven. Misschien zal ik één hoofdstuk om de twee weken plaatsen, maar dat zal ik op het moment zelf nog wel zien. Ik weet namelijk nog niet hoe het allemaal gaat lopen. 

Maar goed, genoeg daarover. Wat vonden jullie van het hoofdstuk? Ik ben er een beetje onzeker over, maar dat ben ik eigenlijk altijd :p 

Deze keer is de opdraging voor AwakenedMage, omdat hij al mijn hoofdstukken naleest en me al veel aan ideetjes heeft geholpen tijdens het schrijfproces. Thanks, Ger! ;) Oh, en hij houdt van eenhoorns.   

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro