Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

28. Op het scherpst van de snee

De volgende ochtend werd ik wakker onder het gestommel van mijn kamergenoten. Toen ik mijn hoofd ophief om over het muurtje naast mijn bed te kijken, merkte ik dat iedereen al op was. Meer nog: iedereen was buitengewoon bedrijvig.

Vanuit mijn wazige zicht zag ik hoe Huan een kwak scheerschuim op zijn aangezicht smeerde, waarna hij een ouderwets scheermesje in zijn hand nam om de donshaartjes op zijn kin te ontwortelen. Masani had een matje op de grond gespreid en deed een paar sit-ups, samen met nog een aantal andere oefeningen waarvan ik de naam niet kende. Mijn blik viel ook kort op Elias, maar ik wendde hem meteen weer af. De tronie van Francesca, die wat poeder op haar neus aanbracht, wilde ik al helemaal niet meer zien.

Ik begroef meteen mijn lome hoofd weer in mijn kussen; desalniettemin vroeg ik me af waarom iedereen zich zo speciaal opdoste vandaag. Voor zover ik wist was het geen bijzondere dag en stond er helemaal niets op de planning. Alle testen waren reeds afgelopen, dus het enige wat we konden doen was onze resultaten afwachten. De resultaten zouden we echter de volgende dag pas krijgen, dus voor mijn gevoel was dit gewoon een lome tussendag die we zo kwaad als mogelijk moesten proberen doorkomen. Als het van mij afhing, kwam ik de hele dag mijn bed niet uit.

Omwille van een vaag plichtsbesef ergens diep in mijn onderbuik besloot ik toch op te staan. Het kostte me echter alle moeite van de wereld, want mijn hoofd tolde alsof ik de dag voordien sloten alcohol had gedronken. Mijn lichaam was tegelijkertijd zo zwaar als een ton en zo licht als een veertje.

'Hé Femke,' zei Francesca op een toon die me niet beviel. 'Lekker geslapen?'

Hoe haalde dat wicht het in haar hoofd om zo tegen mij te praten? Ik wilde haar alle scheldwoorden toewerpen die ik ooit in mijn leven had gehoord, maar ik siste enkel iets onverstaanbaars terug. Omdat ik wist dat schelden niets zou oplossen, maar vooral omdat ik te zwak was om iets uit te spreken zonder in huilen uit te barsten. Ik wist niet eens of ik kwaad was, of gewoon verdrietig.

Zet Elias uit je hoofd.

In feite viel er hen niets te verwijten. Er is nooit iets tussen mij en Elias geweest, behalve enkele vreemde signalen van hem die ik achteraf gezien volledig verkeerd had geïnterpreteerd. Hoe kon ik zo stom zijn? Hoe kon ik ooit denken dat hij interesse in mij had?

Misschien was het beter zo. Er was hoe dan ook geen toekomst voor ons, dus misschien moest ik hier net dankbaar om zijn; nu hoefde ik het hem zelf niet meer duidelijk te maken. Toch deed het meer pijn dan ik wilde.

Nadat ik me had aangekleed en Francesca zo hard mogelijk probeerde te negeren, liep ik naar Masani toe. Terwijl ik door de kamer liep, moest ik ook het bed van Elias kruisen. Ik keek strak vooruit en liep rechtstreeks op mijn doel af, maar voelde een ongemakkelijk gevoel door mijn lichaam zinderen hoe dichter ik bij hem in de buurt kwam. Vanuit mijn ooghoek zag ik hoe hij zijn mond opende en de eerste lettergreep van mijn naam zacht uitsprak terwijl hij van zijn bed opstond, maar ik deed alsof ik hem niet gehoord of gezien had.

'Waarom is iedereen hier zo bedrijvig?' vroeg ik toen ik Masani had bereikt.

'Heb je het niet gehoord dan?'

Ik schudde mijn hoofd.

'Een of andere jongen uit dit kamp heeft een bijeenkomst geregeld waarbij iedere Tribunus aanwezig moet zijn, ' verklaarde Masani. 'Naar het schijnt is het erg belangrijk. Binnen een kwartiertje moet iedereen in zaal C zijn.'

'Die jongen, heet die toevallig Larsson?'

Masani dacht even na. 'Ja, ik geloof dat hij zo heette. Hoe weet je dat?'

'Ik heb gisteren toevallig ook al een toespraak van hem gehoord. Ik wilde het jullie nog vertellen, maar ik ...'

Masani bukte zich om zijn teennagels te knippen, wat goed uitkwam gezien hij maar met een half oor leek te luisteren en ik me bijgevolg niet nader hoefde te verklaren. Die Larsson leek het wel echt te menen, had ik de indruk. Om eerlijk te zijn had ik geen zin om naar toespraken te luisteren van een zelfverklaarde rebel, maar ik was toch benieuwd wat hij te zeggen had.

Ik stond er in de tussentijd een beetje ongemakkelijk bij. Ik was me er uitermate van bewust dat ik slechts enkele meters van Elias was verwijderd, waardoor ik het gevoel had dat zijn blik constant in mijn rug brandde. Ergens vond ik het kinderachtig van mezelf. Ik dacht dat ik onderhand wel oud genoeg was om dit op een volwassen manier op te lossen. Toch wilde ik hem voorlopig even niet zien.

Gelukkig begon Masani op tijd weer tegen mij te praten.

'Ik kan nauwelijks vatten dat het morgen alweer de laatste dag is.'

Ik knikte. 'Ik ook niet.'

'Ben jij er gerust in? Ik bedoel, denk je dat je kans maakt?'

'Eerlijk gezegd heb ik daar nog niet echt over nagedacht,' antwoordde ik, half naar waarheid. 'Misschien wil ik er ook gewoon niet over nadenken.'

Masani knikte traag met zijn hoofd. 'Ik kan me gewoon niet voorstellen: leven op de maan. Ons leven zal er dan hoe dan ook heel anders uitzien. Van de ene op de andere dag te horen krijgen dat je de aarde mag verlaten. Misschien zijn wij wel één van de uitverkorenen. Dat is zot.'

'Slechts honderd mensen van dit kamp kunnen mee,' merkte ik nuchter op.

'Femke, hoe mooi zou het zijn om één van die vijftig te zijn? We moeten erin blijven geloven. De kans bestaat dat morgen onze namen worden afgeroepen.'

'Ik maak me liever geen illusies.'

Masani schokschouderde. 'Wat ben jij pessimistisch.'

'Dat is niet pessimistisch. Ik ben gewoon réalistisch.'

'Dat zegt iedere pessimist.'

'Kijk: als je geen hoge verwachtingen hebt, kan je ook niet teleurgesteld zijn. Ik wil mezelf die dreun besparen als ik uiteindelijk mijn naam niet zie. Dan kan ik me in ieder geval wijsmaken dat ik niets te verliezen had.'

Masani haalde opnieuw zijn schouders op. 'Ieder zijn manier.'

Ik had Masani graag, maar ik kon me soms ergeren aan zijn onbegrensde optimisme. Tot op zekere hoogte werkte het aanstekelijk, maar soms was het zó naïef dat ik hem graag wilde duidelijk maken hoe de wereld echt in elkaar zat.

'Mannen, het is tien uur!' riep Francesca toen door de kamer. 'Laten we vertrekken!'

Daarop verlieten we met z'n allen de kamer en begaven we ons richting zaal C. De zaal bevond zich in een gedeelte van het kamp waar we normaal gezien niet kwamen, maar we lieten ons meevoeren door de mensenstroom - Larsson had duidelijk veel mensen kunnen optrommelen. Ondertussen wisselden mijn kamergenoten en ik amper een woord uit. Dat was zo ongeveer de algemene teneur in het kamp: een bedrukte sfeer hing als een laag mist over de leden.

Uiteindelijk bereikten we zaal C, die tot in de nok gevuld was met jongens en meisjes, wat voor een heleboel geroezemoes zorgde. Het nieuws had zich blijkbaar als een lopend vuurtje verspreid na de bijeenkomst van Larsson die ik de vorige dag had bijgewoond. Het was dan ook opnieuw Larsson die op het geïmproviseerd podium stond, al was hij van de achterste rijen amper zichtbaar door de vele hoofden die het zicht belemmerden.

Mijn kamergenoten en ik stonden aan de zijkant, op meters afstand van het podium en ver genoeg van het hevigste strijdgewoel. Het zicht was weliswaar niet fantastisch, maar het was een rustig hoekje waar we tenminste nog een beetje plaats hadden om te bewegen en met elkaar te praten.

'Ik snap het niet,' zei Huan, half schreeuwend om over de menigte uit te komen. Hij zette zijn bril wat rechter op zijn neus. 'Is het niet heel opzichtig om hier een gigantische bijeenkomst te organiseren? Het is onmogelijk dat de kampleiding hier niets van weet.'

'Ik vind het ook raar,' zei ik.

Masani wreef nadenkend over zijn kin. 'Misschien willen de leiders nog wat de kat uit de boom kijken?'

'Of ze vinden dit gewoon amusant,' zei Francesca. 'Als het waar is wat ze zeggen, dan hebben ze ons simpelweg in de greep en is er weinig wat we kunnen doen. Ze voelen zich waarschijnlijk niet eens bedreigd door ons.'

Daarop keek iedereen wat beteuterd. Waarschijnlijk had Francesca gelijk. Ze mocht dan wel vreselijk tuttig zijn soms, maar zij had bijna altijd gelijk als het op dit soort zaken aankwam. Niets voelt echter zo erg als machteloosheid.

'Laten we afwachten wat Larsson te zeggen heeft,' concludeerde Elias bedachtzaam.

Twee minuten later nam diezelfde Larsson plaats op het spreekgestoelte. Voor hij begon, leek hij nog even de eerste woorden van zijn speech in zijn hoofd te overlopen en schraapte vervolgens zijn keel. Hij scheen nerveuzer dan anders.

'Goedemorgen, beste mede Tribuni. Ik ben dankbaar voor jullie massale opkomst. Ik heb jullie allen bijeengeroepen voor een zaak die ons allemaal aanbelangt. Voor een zaak die zo afschuwelijk, zo kwaadwillig, zo mensonterend is dat er dringend actie moet ondernomen worden. Wij pikken niet langer dat wij door die gifslangen van een kampleiding worden afgeluisterd en bekeken iedere seconde van de dag; wij pikken niet langer dat er ongevraagd met ons privacy wordt gemorst; wij pikken niet langer gebruikt te worden voor de crapuleuze praktijken van zij die denken dat ze beter zijn wij. Wij pikken dat niet!'

Daarop brak er een luid gejoel uit in de zaal.

'Daarom heb ik een plan bedacht om hier voorgoed een einde aan te maken. Het zal een bepaalde inspanning vragen en daarom hoop ik op jullie steun. Een enkeling zal weinig kunnen veranderen; samen staan we echter sterk. De kampleiding kan en mag niet denken dat ze overal mee weg komen. Wij zullen gezamenlijk laten zien dat wij met z'n allen sterker zijn dan die enkele hoge piefen.'

Opnieuw gejoel.

Larsson had ondertussen zijn nerveuze uitstraling als een mantel van zich afgegooid en leek weer helemaal in het opverende ritme van de rebelse leider te komen. Hij keek de menigte zelfzeker aan.

'Het plan gaat als volgt: we verdelen onszelf in tien groepen van telkens dertig man. Elk van deze groepen verspreidt zich vervolgens naar een ander gedeelte van het kamp; zo zal groep alfpha de gangen A tot en met D op zich nemen, groep bèta de gangen E tot en met H. Over de exacte indeling valt later nog te discussiëren. Het doel is echter duidelijk. In ieder gedeelte van het kamp bevindt zich namelijk een controlekamer, waarvan ik vermoed dat ze daar onze data opslaan en analyseren. Als we al deze controlekamers met velen tegelijk bestormen, kunnen we met z'n allen de confrontatie aangaan met die gewetenloze kampleiders. Zij zullen machteloos staan tegen ons!'

Opnieuw werd de krappe zaal vervuld door het strijdvaardige gejoel van enkele honderden Tribuni. Ik merkte echter dat niet iedereen rondom mij even enthousiast meebrulde. Er waren er ook die bedenkelijk keken, de handen ongemakkelijk in de broekzakken. Net zoals ik.

'Dit klinkt allemaal veel te simpel,' zei Masani zuchtend in mijn oor.

Ik knikte.

Ik hoorde Francesca naast mij een cynisch lachje uitslaan. 'Dus, ze bestormen de controlekamer. Wat dan? Hun vriendelijk vragen of ze de chips uit onze nek willen halen? Denken ze nu echt dat ze de kampleiding daarmee kunnen intimideren?'

'Wacht af wat hij verder zegt,' zei Huan.

Uiteindelijk ging Larsson weer verder, al waren zijn eerste woorden nogal moelijk hoorbaar door al het overstemmende kabaal.

'Eenmaal we de controlekamers zijn binnengestormd, zullen we ermee dreigen heel het systeem te boycotten. Wij zullen alle computers vernietigen en de medewerkers desnoods vastbinden tot er naar ons geluisterd wordt! Alleen zo kunnen we onze rechten afdwingen! Wie doet ermee?'

Zoals verwacht brak er nogmaals instemmend geroep uit. Mijn trommelvliezen waren er inmiddels zeker niet beter op geworden.

'Wat als de poging mislukt?'

De vraag was afkomstig van een jongensachtige stem die over al het kabaal heen was geklommen. Zoals verwacht welden er als reactie weer enkele onwelwillende kreten op, maar ik merkte dat de meesten met dezelfde vraag zaten en benieuwd waren naar het antwoord. Alle ogen waren bijgevolg weer op Larsson gericht.

Elke kritische vraag leek die laatste echter weer een beetje uit balans te brengen. Hij leek niet meteen een antwoord klaar te hebben. Om de tijd te vullen deed hij dan maar even alsof hij wachtte tot het helemaal stil werd.

'Ik schat de kans op mislukking niet groot in,' zei Larsson uiteindelijk. 'Indien dat wel het geval is, is er inderdaad een mogelijkheid dat we ervoor gestraft zullen worden. Dat is echter het risico dat ik wil nemen. Het leven is aan de durvers. Of willen je jullie liever in een hoekje zitten kniezen tot een of andere magische elf al jullie problemen oplost? Jullie willen de kampleiding toch niet het gevoel geven dat ze gewonnen hebben?'

De reactie op die uitsprak was niet min. Voorstanders scandeerden luid Larssons naam en tegenstanders scholden de rest uit voor onnadenkende wezens. De sfeer raakte stilaan zo verhit dat ik moest wegduiken voor allerlei armen en andere lichaamsdelen die in mijn richting werden gezwierd. Af en toe moest ik zelfs een verloren projectiel ontwijken.

'Laten we hier weggaan, ' zei Masani.

Daarop probeerden we zo snel mogelijk de zaal uit te vluchten. Toen we inmiddels de gang hadden bereikt en ons verder van deze gekte wilden verwijderen, keek ik achterom omdat Huan nog steeds bij de menigte stond.

Ik wendde me tot hem. 'Huan, waar wacht je op? Laten we hier weggaan.'

De jongen met het Aziatische uiterlijk zette zijn bril weer wat rechter op zijn neus en keek me toen, ondanks een vreemde glimlach op zijn gezicht, met een serieuze blik aan. Vervolgens schudde hij zijn hoofd.

'Ik wil niet mee.'

Ik fronste. 'Waarom niet? Het is daar een gekkenhuis!'

Huan keek ons allen recht aan. 'Ik heb besloten dat ik mee wil werken aan het plan van Larsson. Als jullie dit niet willen doen, is dat pri-prima voor mij... maar ik voel dat ik het wél moet doen.'

'Ben je nu helemaal je verstand verloren?' zei Francesca hevig. 'Ik bedoel, ik wist wel dat je vreemd was, maar dit slaat echt alles. Je wilt toch niet meedoen aan dit soort volslagen onzin?'

'Ik heb niets te verliezen,' was het enige wat hij daarop zei. 'Sorry.'

Daarop keerde hij zijn rug en vermengde zich met de woelende strijdmassa.

Dit beeld was het laatste wat we van hem te zien kregen.

---------

En toen was Huan weg.

Denken jullie dat het plan van Larsson kans op slagen heeft?

Voor één keer heb ik trouwens niet zo veel te zeggen, dus ik ga deze AN niet langer maken dan nodig is.

Laat me weten wat je ervan vond!

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro