Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

10. Connecties

Als er één persoon op deze verdoemde wereldbol was die ik absoluut niet wilde tegenkomen, dan was hij het wel. Ik herkende hem meteen: lang, tenger postuur; grote blauwe ogen; fijne neus; stijlvol gekleed.

Ik had me eerst nog willen aanpraten dat ik het verkeerd gezien had; dat ik hem gewoon verwarde met iemand anders, dat mijn zicht troebel was en ik hallucinaties zag. Ik had tenslotte al weken niet meer goed geslapen en dit kamp vroeg veel van mijn energie. Ik was doodop, zowel mentaal als fysiek.

Nadat ik mijn ogen echter verbeten dicht had geknepen om ze meteen daarna weer met een frisser gemoed te openen, werd zijn beeld alleen maar bevestigd. Ik had het me niet verbeeld. Hij stond daar echt. Op amper tien meter van me vandaan.

Oscar.

Hij zag me niet. Hij stond wat te praten met een jongen naast hem, met die fameuze grijns die permanent rond zijn lippen hing, en zijn haren die nonchalant mee zwierden met elke beweging die hij maakte. Tot hij plots verstrakte. Zijn ogen keken mijn richting op.

Ik voelde een duizeling opkomen. De wereld om me heen begon als een kolk te draaien, met mezelf en hem als het middelpunt van heel het gebeuren. Het leek wel alsof iedereen eromheen was weggevaagd; alleen wij twee stonden over elkaar. Elke spier in mijn lichaam verkrampte, de lucht stapelde zich in mijn logen op als een opgeblazen ballon en een rilling legde het volledige traject van mijn ruggengraat tot de toppen van mijn tenen af. Ik was gewoon helemaal het noorden kwijt.

'Wat is er Femke?'

Ik voelde een warme hand op mijn schouder, waardoor ik opschrok uit mijn luchtbel en ik nog net kon beletten dat een gil uit mijn mond ontsnapte. In een flits werd ik terug in het bad van de realiteit ondergedompeld en ik probeerde mezelf weer wat te bedaren.

'Femke? Wauw, je bent precies wel erg geschrokken. Is er iets gebeurd?' Het was Masani, die me met een bezorgde en tegelijk onbegrijpende blik aankeek.

Ik slikte even moeilijk, maar al snel zette ik mijn emotieloze masker op. 'Er is niets, hoor. Ik-' peinzend zocht ik naar de goede woorden '- had gewoon even een dagdroom. Heb ik wel vaker.'

Masani trok zijn wenkbrauw op, duidelijk als teken dat hij me niet geloofde. 'Je doet raar, Femke. Of doe je altijd zo?'

Even voelde ik me lichtelijk beledigd, maar ik wilde er gewoon echt niet over praten. Met niemand. 'Ja, ik ben altijd zo. Ik ben altijd al vreemd bevonden.'

Terwijl ik dit zei, wierp ik nog een snelle blik over mijn schouder om Oscars reactie te peilen. Hij keek me nog steeds intens aan, overduidelijk even verrast als ik om me hier te zien.

Ik kon het drukkende ongemak van zijn aanblik niet meer aan en rende in een opwelling weg, waarna Masani me meteen achterna snelde. Ik keek echter niet meer achterom en liep zonder nadenken door de massa heen, ook al had ik geen idee waar ik in hemelsnaam naartoe aan het lopen was. Het maakte me zelfs niet uit waar ik zou belanden, zolang ik maar ver uit de buurt bleef van de eikel die de dood van mijn beste vriendin op zijn geweten had.

'Femke, wacht toch eens! Waar ga je nu naartoe?' riep Masani, die nog steeds achter me rende en maar niet leek te willen stoppen totdat hij me had ingehaald.

Ik reageerde echter niet en bleef verder lopen. Waarom liet hij me niet gewoon met rust?

Mijn benen begonnen langzaamaan zwaarder aan te voelen, waardoor ik mezelf nog met moeite vooruit kon stuwen. Bovendien hijgde ik als een bezetene, klaar om mijn longen te laten ontploffen. De conditie van Masani leek echter een stuk minder betreurenswaardig, want voor ik het wist, had hij me ingehaald zonder dat er ook maar een spoortje van vermoeidheid op zijn gezicht af te lezen was. Zijn atletische lichaam stond dan ook in schril contrast met mijn tengere lijfje.

'Waarom loop je nu zo plots weg? Je kan nu toch echt niet meer liegen dat er niets aan de hand is, want hoewel ik er misschien zo uitzie, ben ik niet achterlijk.'

Nog steeds buiten adem, probeerde ik zijn blik te ontwijken. Ik negeerde zijn vraag en liet me lusteloos onderuit zakken, waarna ik mijn hoofd tegen mijn knieën liet rusten. Waar bemoeide hij zich mee? Dit waren zijn zaken toch niet?

'Femke?'

Ik zuchtte. 'Ik wil het er niet over hebben, Masani. Ik ken je nog niet eens een uur. Laat me gewoon even alleen.'

Eindelijk leek hij het te begrijpen. Hij wreef even met de palm van zijn hand over zijn schedel, waarna hij toegevend knikte.

'Oké. Tot straks.'

Zijn zachte voetstappen weerklonken door de karig verlichte gang, totdat het geluid langzaam uitstierf en uit mijn gehoorveld verdween. Ik bleef alleen achter, terwijl mijn ledematen natrilden van de schok.

♣♣♣♣♣♣♣

Sterren twinkelden aan de nachtelijke hemel en verlichtten de dorre weide rond de dikke, beschermende muren van het kamp. De maan werd vertegenwoordigd door een halve sikkel, die haar stralen zwak op de aarde liet vallen. De nacht had altijd al iets idyllisch gehad, iets poëtisch.

Ik keek even op van het raam en zag hoe mijn kamergenoten met een gespannen blik hun voorbereidingen troffen voor de voorstelronde, die binnen een uurtje zou beginnen. Het was ijzig stil; niemand zei een woord om de gespannen sfeer te doorbreken. De woorden van mevrouw Volt galmden in mijn hoofd na: je eerste indruk bepaalt het verdere verloop van dit kamp. Ik slikte ongemakkelijk.

'Femke, zou jij je beter ook niet voorbereiden op de voorstelronde? Hoe kan je daar nu zo zitten niksen?' vroeg Fransesca plots. Ik schrok een beetje. Het moest de eerste keer zijn dat ze uit zichzelf iets tegen me zei.

Ik haalde onverschillig mijn schouders op. 'Ik ben al klaar.'

Ze keek me met een priemende blik aan, terwijl haar linker wenkbrauw lichtjes omhoog deinsde.

'Je gaat jezelf toch niet in die outfit voorstellen?'

Ik liet mijn ogen langzaam over mijn outfit glijden; een grijze blouse hing losjes boven een donkere broek waarvan ik de onderste pijpen had omgerold tot boven mijn enkel. Verder waren er nog mijn afgedragen enkellaarsjes, die ik al minstens drie jaar bij elke gelegenheid had gedragen. Niet dat ik de luxe had om me elke maand een nieuw paar schoenen te veroorloven, in tegenstelling tot Fransesca. Maar ik zag er toch ook niet zo afstotelijk uit?

Ik knikte langzaam en bedeesd, omdat ik wist dat ik er een misprijzende blik van Fransesca voor in ontvangst mocht nemen.

'Kind toch, meen je dat nu serieus? Wil je wel naar de maan?'

Even was ik uit het lood geslagen door haar vraag. Wilde ik wel naar de maan? Ik wist het niet. Ik friemelde nadenkend aan de boord van mijn blouse. Aangezien ik wist dat Fransesca nog op een antwoord wachtte, maakte ik enkel een hummend geluidje waar geen touw aan vast te knopen was.

'Heb je niets anders om te dragen?'

Ik keek naar het kleine koffertje met de enige bezittingen die ik van thuis had meegenomen. Behalve een vergeeld kleedje, een trui en twee broeken had ik niets om aan te trekken. Dit was nog het beste dat ik had. Dan werd mijn blik gevangen door de enorme collectie aan kleren die Fransesca met zich mee had gebracht.

'Ik zie het al; niets bruikbaars.' Ze draaide zich om naar haar hoop kleren en pakte er lukraak iets uit. 'Hier, neem dit maar.'

Ze hield een muntgroen kleedje met glinsterende details voor zich uit. Ik keek er even twijfelend naar, maar nam het uiteindelijk toch aan.

'Bedankt dat ik dit van je mag lenen.' Ik krulde mijn mondhoeken tot een flauw glimlachje.

Ondertussen had ik het mintgroene jurkje aangetrokken en keek ik met een bedenkelijke blik naar mijn spiegelbeeld –Fransesca was er in geslaagd een heuse spiegel mee te nemen. Het kleedje was korter dan het er in mijn handen had uitgezien; het kwam nauwelijks tot het midden van mijn dijbeen. Ik was het niet gewoon om me zo gewaagd te kleden.

'Ik zeg het niet graag, maar je ziet er goed uit,' zei Fransesca, terwijl ze me nauwgezet in zich opnam. Zelf had ze een donkerblauw jurkje aan en haar wespentaille werd geaccentueerd door een zwarte strik. Ze zag er nog steeds tien keer knapper uit dan ik.

Nog voor ik een bedankje kon mompelen, begon ze alweer met praten: 'Alleen kan je nog wel een laagje make-up gebruiken. Je haren hebben ook nog wat werk nodig.'

Meteen pakte ze haar kistje met cosmetica en net op het moment dat ze aanstalten maakte om wat poeder op mijn gezicht te smeren, hield ik haar hand ruw tegen en schoot ik bruusk recht.

'Is dat niet wat overdreven? Het is toch geen modeshow? Bovendien, wat is er mis met natuurlijke schoonheid? Op deze manier verbloem ik mezelf alleen maar; dit ben ik niet. Als ze me op de maan willen, dan moeten ze me maar nemen zoals ik ben.'

Fransesca schudde meewarig haar hoofd, waarna een schamper lachje van haar lippen rolde.

'Als je een kans wilt maken, dan zal je toch echt wel wat meer uit je mars moeten halen. De leiders en bedenkers van dit kamp houden wel hoog dat de voorstelronde niet officieel meetelt in het klassement, maar eigenlijk is deze hele ronde gewoon een vleeskeuring; een inofficiële proef die je uiterlijk beoordeelt. In de Jury van de Hoge Raad zetelen alleen maar hoge piefen van middelbare leeftijd, die er plezier uit halen naar mooie vrouwenlichamen te kijken.'

Door deze woorden was ieders aandacht op Fransesca gericht. Masani en Huan waren iets dichterbij komen zitten, terwijl Elias en het norse meisje zich op de achtergrond hielden en van daaruit hun oren iets meer spitsten.

'Hoe weet je dat allemaal?' vroeg ik aarzelend en ik kon de verbaasde ondertoon in mijn stem niet bedwingen.

'Connecties,' antwoordde ze kort en met een onverschillig knikje, waarna ze haar aandacht op haar lange, mooi gevijlde vingernagels richtte.

'Wie?' vroeg Masani dwingend.

'Maakt dat wat uit?'

Het leek alsof ze spijt had van haar woorden. Alsof ze dit eigenlijk niet mocht vertellen.

Ook Huan moeide zich nu in de conversatie. 'Als je A zegt, moet je ook B zeggen.'

Fransesca zette een zelfzeker masker op, maar haar wijde pupillen en het verkrampte trekje rond haar kaak verrieden haar nervositeit. Er schuilde meer achter die rancuneuze schoonheid, dat was duidelijk.

Ze deed uiteindelijk toch haar mond open en ik zag dat ze ondertussen nadacht over de juiste woorden en welke impact ze eventueel zouden hebben.

'Ik heb de informatie uit het vertrouwelijke bron,' begon ze weifelend, 'dus jullie mogen dit tegen niemand zeggen. Jullie zijn de enigen die dit gehoord hebben, oké?'

Iedereen knikte.

Ze schraapte moeilijk haar keel. 'Mijn vader is Antonio Valetti. Je weet wel... die beroemde modeontwerper uit het Publicaanse paleis? Hij heeft contact met een aantal leiders van dit hele project en hij vertelt me soms wat hij allemaal weet. Waarschijnlijk niet alles hoor, want hij doet er vaak nogal mysterieus over. Als je rijk bent, dan hoor je nu eenmaal eens wat dingen die het gewone volk niet hoort.'

Masani, Huan en ik keken elkaar aan. Het kwam niet aan als een complete verrassing; Fransesca zag er niet uit als een doorsnee meisje uit een armoedig gezin. Ze had de uitstraling van een verwende dochter van rijke, invloedrijke ouders. Toch had ik het gevoel dat ze meer was dan dat.

'Waarom mochten we dat niet weten? Is dit dan zo vreemd?' vroeg Masani argwanend.

'Ik wil niet dat jullie of eender wie op dit kamp me nu anders gaan bekijken. Ik weet wel wat jullie denken: daar heb je dat rijkeluiskindje dat alleen maar iets kan bereiken omwille van haar vader. Ik wil niet afhankelijk van hem zijn. Daarom ben ik hier. Ik weet dat mijn vader een goed woordje voor me kan doen bij de bazen, maar dat wil ik niet. Ik wil me eerst bewijzen.'

Het was even stil. Niemand zei een woord. Fransesca hield haar ogen naar de grond gericht; zelfs zij voelde zich af en toe onzeker.

'We zullen het aan niemand zeggen,' doorbrak Masani de stilte, waarna hij iedereen om de beurt aankeek. 'Toch?'

Ik knikte. Huan deed hetzelfde. In de verte zag ik ook Elias bevestigend met zijn hoofd bewegen. Alleen het norse meisje gaf geen krimp.

Fransesca glimlachte.

'Dus... hoe is het eigenlijk om zo'n rijke vader te hebben? Dan leven jullie vast wel in een kast van een villa?' vroeg Huan, hakkelend over zijn woorden.

Ze dacht even na voor ze antwoordde. 'Wel... dat valt best mee. Ik mag niet klagen, dat is waar. Ik weet best dat veel mensen het met minder moeten doen. Alleen moet ik daar een prijs voor betalen: mijn vader zie ik amper. Hij is altijd bezig met zijn werk; het lijkt soms alsof ik niet besta.'

'En je moeder?' vroeg ik.

'Die is gestorven. Mijn vader is vroeg weduwnaar geworden; ik was amper zes toen ze overleed. Vaak denk ik dat dat de reden is waarom papa zich zo verliest in zijn werk. Om zijn verdriet weg te spoelen.'

Een snikkend geluid kwam uit haar keel. Haar koele blik werd doorbroken. Het deed haar duidelijk pijn.

'Ga nu niet de zielenpoot uithangen, hè! Even voor het slachtoffer spelen. Alsof het je echt wat kan schelen. Een hypocriete diva met aandachtstekort, dat ben jij!'

De schreeuwende beledigingen waren afkomstig van de norse meid met het ruige uiterlijk. Ze was dichter bij Fransesca gaan staan en haar ogen stonden levenloos en tegelijk gevuld met nijdigheid.

Fransesca was duidelijk verrast door deze plotse uithaal en legde beledigd een hand op haar borstkas. 'Wat zei je daar?'

'Gewoon dat je een trut bent.'

Ik voelde de onderlinge spanning tussen hen twee. Het kon hier elk moment losbarsten.

'Dat neem je terug! Wie denk je wel niet dat je bent?' Fransesca stond in een opwelling recht en balde haar vuisten.

Het norse meisje gromde enkel als antwoord en zette nog een paar stappen dichter, zodat de twee slechts enkele centimeters van elkaar verwijderd waren.

Mijn hart bonkte in mijn keel. Waarom stond ik daar nu gewoon zo laf toe te kijken? Ik moest tussenbeide komen, voor de situatie helemaal uit de hand liep.

Plots vloog de deur van onze kamer met een luid gekraak open; een mysterieuze schim met vrouwelijke contouren verscheen in de opening. Iedereen verstijfde en stopte waar die mee bezig was. Alle aandacht ging naar de vrouw in de deuropening.

'Femke Jacobs?'  

********

Ziezo, het laatste hoofdstuk dat ik nog in voorraad heb! Hierna weet ik dus niet hoe het nog verder moet met dit verhaal. De laatste tijd loop ik helemaal vast. Bovendien gaat mijn meeste aandacht ondertussen naar een nieuw project in de vorm van een thriller, waar jullie binnenkort waarschijnlijk meer over zullen horen. Toch beloof ik dat ik niet definitief stop met dit boek; het is immers een beetje mijn levenswerk. Oké, dat is wat overdreven gesteld, maar ik wil het wel koste wat het kost afmaken. Wanneer dat gaat zijn, is weliswaar onzeker. Ik zeg voor nu maar dat ik even een pauze neem, maar wie weet komt daar binnen een week alweer verandering in. Wie zal het zeggen? 

Geen hoofdstuk zonder opdraging. Deze keer is die voor Saffierblauw! Ik vind onze -ellenlange- gesprekken altijd heel leuk en hierbij push ik haar om haar schrijfsels eindelijk eens te tonen, want ik ben er zeker van dat ze geweldig schrijft. Je hebt het gehoord, Guine. 

Ik doe trouwens mee aan de schrijfwedstrijd Write Now! en binnen twee weken zijn het de prijsuitreiking per regio! Wie doet nog allemaal mee? 

Enfin, tot ooit, lieve lezers.     

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro