Proloog.
Lynxlicht rende door het woud. Het enige wat ze rook was bloed. Ze keek om haar heen. Het bos was nu gevuld met mist en schreeuwende Duistere woud katten. Roodster lag met glazige ogen op de grond, onder het bloed. Zijn buik was opengereten tot zijn nek. Lynxlicht werd overspoelt door schok. Roodster had pas drie levens verloren. Hoe genadeloos waren de duistere woud krijgers wel niet? Naast de kater lag Lichtflits, zijn commandant. Dus we zijn onze leider en commandant kwijt..Wie gaat de clan nu leiden? ze slikte. Als er nog wat over was van haar clan. Ik zal ze laten zien van wie dit woud is! 'hee Lynxlicht! Vecht tegen me!' De grauw kwam van een Donkergrijze poes. De duistere woud krijger keek haar aan met een gemene glimlach. Lynxlicht wou zich net op Distelhart werpen, maar haar aandacht werd gegrepen door een flits grijs gestreepte vacht. Duisterhart! De schaduwclan poes siste kwaad naar Steenhart, een duistere woud krijger. Lynxlicht hoorde bang gesis. Duisterhart stond beschermend voor Madeliefhart. De oranje witte poes zat onder de krassen en hield haar voorpoot pijnlijk omhoog. Maar haar ogen fonkelen als een krijger van de Tijgerclan. Asjeblieft Duisterhart red haar! Duisterhart grauwde kwaad. 'ga weg Steenhart, keer terug naar het duistere woud. Laat deze Donderclan poes met rust. Als je dat niet doet maak ik kraaienvoer van je. ' Steenhart bleef blazend staan. Lynxlicht zag iets van verwarring in zijn ogen. 'Dat doe ik niet. Dit gevecht is nog lang niet voorbij. Ik weet niet wat je aan het doen bent, maar je bent heel dom aan het doen. Deze kat is zwak. Ze moet dood. Als je haar nu niet afmaakt vertel ik aan Lijsterval dat je een verrader bent. Lynxlicht hield haar adem in. Zou ze mijn moeder vermoorden? Duisterhart keek de kater zonder te knipperen aan. 'Je hebt je keuze dus gemaakt.' De grijze poes vloog naar voren en greep Steenhart bij de keel. Ze bleef vast houden tot hij ophield met worstelen. Toen liet ze hem los, waardoor hij met een plof op de modderige aarde viel. Duisterhart keek met een uitdrukkingsloos gezicht naar Steenhart. 'had je maar moeten luisteren. ' fluisterde de grijze krijger. Lynxlicht zuchtte gerustgesteld. Duisterhart en haar moeder waren veilig. Maar toen zag ze Lijsterval aan komen sluipen. 'Mam kijk uit! achter je!' Schreeuwde Lynxlicht in paniek. Madeliefhart keek geschrokken achter haar. Lijsterval sprong op Madeliefhart en boorde zijn klauwen in de schouders van de poes en pinde haar tegen de grond. Madeliefhart schreeuwde het uit van de pijn. 'Lynxlicht! Help! ' Lijsterval hief een voorpoot naar voren met uitgestoken klauwen, klaar om haar te vermoorden. Lynxlicht stond dood stil, haar hart ging tekeer. Het lukte haar niet om te bewegen, de angst in haar moeders ogen, de woeste blik van Lijsterval en het gekrijs van vechtende katten. Het werd haar teveel. Toen hoorde ze een woeste schreeuw. Duisterhart greep Lijsterval bij zijn nekvel en sleurde hem van de poes af. Ze drukte hem met twee voorpoten tegen de grond. Ze keek hem woest aan. 'Jij domme poes! wat ben je aan het doen? schreeuwde Lijsterval. Hij rukte zich los van Duisterhart's greep en keek haar dreigend aan. 'je hoort bij het duistere woud! niet bij deze slappelingen. Ik ben je mentor Duisterhart. Ik dacht dat ik je veel geleerd had. Jij bent mijn opvolger, hun leider. De krijger des doods. Lijsterval keek haar woedend aan. ' Je bent een mislukkeling Duisterhart. Ik had beter van jou verwacht. ' Duisterhart keek hem uitdagend aan. 'je had het niet door hé? Ik ben niet een van je loyale Duistere woud krijgers. Ik deed alsof ik de uitverkoren katten haatte. Maar ik ben er zelf een. Ik deed alsof ik het geweldig vond om katten te vermoorden, maar daar walg ik van. Ik deed alsof ik heel gemeen was, maar dat ben ik niet. Ik deed alsof ik een droom had gekregen, die me vertelde dat ik de krijger des doods was. Maar dat is niet zo. Wie is hier nu de domme kat, Lijsterval?' Schreeuwend van woede gaf de zandgrijze kater haar een harde mep op haar kop met zijn voorpoot. Duisterhart wankelde en viel flauw. Daar lag ze. Roerloos. 'Nee!' gilde Lynxlicht. Ze sprong op Lijsterval En drukte hem tegen de grond, haar klauwen diep in zijn vacht. 'hier zul je voor boeten vossenhart!' Lynxlicht voelde de woede door haar heen golven. Lijsterval lachte. 'domme clankat, jij kan mij echt niet in je eentje aan. Ik heb manenlang getraind in vechten en doden en jij denkt dat je me nu kunt verslaan? Lynxlicht ving een glimp op van twee katten. eentje een rood witte en zwarte kater en de andere geel met zwart gevlekt. Karpersprong en Cheetahvlucht! 'misschien niet in haar eentje, maar wel met twee andere katten.' Grauwde Karpersprong. Hij drukte de kater samen met Cheetahvlucht tegen de grond. 'Dit is voor Duisterhart.' Grauwde Lynxlicht woedend. Ze ontblootte haar klauwen en reet zijn keel open. Het bloed gutste er uit, Lynxlicht walgde, maar ze dwong zichzelf te blijven kijken naar hem. De zandgrijze kater vervaagde, waardoor de poten van Karpersprong en Cheetahvlucht weer op de grond plofte. 'Goed werk Lynxlicht.' Mauwde Cheetahvlucht. 'Nu hun leider dood is zijn ze verslagen.' Achter hun gromde een zwarte poes. Het was Distelhart. Ze keek Lynxlicht woedend aan. 'Dit is nog niet over!' grauwde ze. ' Ik ben er nog steeds!' Lynxlicht voelde vacht langs de hare strijken. Eiksprong kwam naast zijn dochter staan. Hij keek haar liefdevol aan. Toen voegde Madeliefhart zich bij hen, daarna Karpersprong en Cheetahvlucht. Luipaardrenner kwam naast Cheetahvlucht staan, Tot dat alle clankatten naast Lynxlicht stonden. Lynxlicht keek haar aan. 'Dat is het wel Distelhart. Vertrek. Kom nooit meer terug naar de clans. En als je dat doet, vermoorden we iedere krijger van het duistere woud. Geen genade.' De zwarte poes gromde. En keek de katten stuk voor stuk kwaad aan. Maar ze zag angst in de ogen van de zwarte poes. 'terugtrekken Duisterewoud, terugtrekken!' schreeuwde Distelhart. De Duistere woud katten vervaagden langzaam, met haat in hun ogen. Ze waren verslagen. Alle clans lieten een overwinnings kreet horen. Ze hadden gewonnen. Iedereen was blij. Behalve Lynxlicht. Haar vriendin lag op sterven. Ze trippelde naar Duisterhart toe. Cheetahvlucht en Karpersprong kwamen bij haar staan. ze legden hun staart op haar schouders. 'Duisterhart?' laat haar asjeblieft niet dood gaan sterrenclan.. Duisterhart tilde haar hoofd op. 'Lynxlicht...Ben jij dat? Lynxlicht likte haar wang. 'Ja ik ben het.' Ze heeft hulp nodig! kijk haar nou..ze ligt helemaal onder het bloed.. We brengen je zo snel mogelijk naar Crèmewolk of Borstelstaart. Duisterhart lachte. Verdoe hun tijd niet aan mij. Ik ga het niet overleven. De sterrenclan wacht op me. Alsof het een teken was, verschenen er allemaal sterrenclan katten. Roodster, Lichtflits Kraaisprong en.. zag ze dat nou goed? Glinsteroog? Vergaf ze duisterhart? Zelfs na dat ze haar vermoord had? Glinsteroog keek begrijpelijk naar Duisterhart. Gelukkig. Ze vergeeft het haar. Lynxlicht keek weer naar haar vriendin. Haar zicht begon wazig te worden. 'De strijd is over Duisterhart we hebben gewonnen.' Duisterhart keek haar met warmte aan.' ja het is over.. Maar mijn leven ook. Vaarwel Lynxlicht. Mijn beste vriendin..' Lynxlicht huilde het uit. 'Nee! ik kan je niet laten gaan!' Jammerde ze. Duisterhart veegde met een poot haar tranen weg. 'het is oké. Ik zal er voor je zijn.' Duisterhart glimlachte en sloot haar ogen. Lynxlicht boog zich over haar vriendin. Ze werd overspoelt door verdriet. de tranen vloeiden uit haar ogen. Ze was dood. Mag de sterrenclan je pad verlichten Duisterhart.. Altijd. Ze voelde Karpersprong, Cheetahvlucht Eiksprong en Madeliefhart zich tegen haar aan drukken. 'Ze waakt over ons Lynxlicht.' mauwde Karpersprong. 'ze zal er altijd voor je zijn.' Eiksprong keek haar warm aan. Tegen over haar verscheen er een grijze sterren poes. Het was Duisterhart. Duisterhart keek haar met warme ogen aan. 'Vaarwel lynxlicht. Ik hou van je.' Duisterhart vervaagde. Ze heeft ons gered. Ons allemaal. Er kwam een nieuwe ster bij in de hemel. Vaarwel mijn lieve vriendin. ik hou heel veel van je.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro