We hadden nog 1 probleem. Luna is een wolf. Ze kan niet zomaar door de straten wandelen zonder dat iemand het woord 'WOLF' of 'GEVAAR' riep. 'Ik heb een idee', zei Star plots. Ze liep naar Luna toe. Ze hield een hand tegen Luna. Er kwam weer een fel licht. Ik moest mijn ogen weer dichtdoen. Wat was Star aan het doen? Achter een tijdje was het licht aan het verminderen. Ik deed terug mijn ogen open. Er stond een meisje met wit haar en felle blauwe ogen naast Star. Was dat Luna? Ze had nog haar wolfs ogen staart en oren. Ze had witte kledij aan. Ze was prachtig. Deed Star dit? 'Ik heb een deel van mijn krachten aan Luna gegeven', zei Star. 'wouw ik wist niet dat je dit kon', zei ik met open mond van verbazing. Ik keek terug naar Luna. En liep naar haar toe. 'Wouw, ik ben mens', zei ze. Ze kon ook praten!! Zen en Angel stonden ook vol verbazing te kijken. Kunnen wij ook onze krachten delen met iemand anders? We liepen verder en ik hield Luna haar hand vast. Ze had een beetje moeite met lopen maar het ging prima. Het was nu middag en we waren op de rand van de stad gekomen. Ik wist niet hoe groot het bos was en wanneer we aan een andere stad zullen graken. We liepen tesamen door de bladeren van het bos opweg naar een nieuw avontuur.

We kwamen allerlij dieren tegen. Ik vroeg aan een roodborstje om ons naar een mogelijke pad te brengen. Het roodborstje zei dat er pad is maar hij wist niet naar waar het leide. Toen we aan het pad aangekomen zijn namen we afscheid van het roodborstje. Het begon donker te worden en we zagen geen einde aan het pad. We hadden besloten te stoppen aan een holle boom. Ik lag in het midden van de boom en Luna en Star lagen tegen mij aan. Luna was terug in een wolf veranderd en Star was door haar krachten te delen moe geworden. Zen lag op de grond te slapen en Angel bleef op voor ons te beschermen voor mogelijke aanvallen. Ik had gezegt als er een gevaarlijke dieren waren alleen mij moest wakker maken. Ik begon langzaam ook in slaap te vallen.

Toen ik terug wakker werd zag ik dat Zen Angels plaats had overgenomen. Angel lag rustig te slapen. Luna en Star lagen nog altijd tegen mijn zeide. Ik bleef liggen zodat ze niet wakker werden. Zen had gezien dat ik wakker was geworden en knipoogde naar mij. Ik lachte terug. We hadden de nacht rusteloos doorgeweest. 'Zen, als we nog wachtdienst doen wil ik ook wel een keertje opblijven', fluisterde ik. 'Neen dat hoeft niet hoor, we kunnen tegen minder slaap', zei Zen lachend. 'We werkten vroeger tot middernacht onze papieren af. Ik ben wel een beetje blij dat ik er niet meer moet doen', zei hij. Star begon wakker te worden. 'Goejemorgen gaawwn.' 'Goedemorgen Star', zei ik en Zen tegelijkertijd. Star begon te lachen. 'Sssht Luna en Angel slapen nog', zei ik. Na een tijdje was Luna en Angel ook wakker. In de tijd dervoor was ik bessen en eten gaan zoeken. Ik kwam net op tijd terug voor alles eetbaars uit te delen. Ik had ook een riviertje gevonden waar we water konden drinken. We hadden zelf water mee maar we spaarden dat voor later wanneer we niets van rivieren hadden. Vandaag kon Luna als wolf lopen. Star bleef haar oren en staart behouden wat wel schattig was. Ze had een trui met oren aan waar haar echte oren onder zaten. We liepen nu al een volle dag door het bos tot we mensen hoorden praten. Waren ze in het bos of kwamen we uit op een stad?