Verhaal van een vriend (vaag)
Haay guys! :)
Hier is hoofdstuk één van een verhaal, geschreven door een vriend van mij.
Ik zou het erg waarderen als jullie je mening achter willen laten. Hij heeft geen account op wattpad en ik zou wel graag zijn verhaal op mijn account willen zetten. Hij is echter nog niet helemaal zeker van dit idee, wat ik begrijp. Maar hij zou wel graag jullie mening eens willen horen :)
Het is het genre fantasie. Persoonlijk vind ik dat hij een erg gedetailleerde schrijfstijl heeft, wat ik wel fijn vind om te lezen. Je gaat misschien denken dat iemand van 20 dit geschreven heeft, maar hij is echter 14. En voor iemand van zijn leeftijd vind ik dat hij echt goed schrijft, vandaar dat ik dit verhaal in de spotlights wil zetten (om het zo maar even te zeggen x))
Anyway,
enjoy!
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
H1. Sybella
Ze sluimerde langere tijd tussen slapen en waken, voordat ze definitief wakker werd. De laatste tijd sliep ze niet of nauwelijks, en deze nacht was geen uitzondering geweest.
De redenen voor haar slapeloosheid waren haar onbekend. Misschien kwam het door de stress voor haar aankomende examens, maar dat betwijfelde ze. Ten eerste omdat haar proeven tot nu toe uitmuntend waren gemaakt en ten tweede omdat ze geen tekenen vertoonde van onrust, zoals vermagering of iets dergelijks.
Het gekste van alles was nog wel dat ze niet leed onder de uren dat ze niet sliep. Tuurlijk, na een drukke dag op het College was ze doodop. Dat was echter niets nieuws, want als aspirantmagiër had je het nu eenmaal druk. Vooral als laatstejaars...
Ze ging rechtop op haar bed zitten, om zich vervolgens uit te rekken als een kat. Het was nog donker in haar kamer en daarbuiten, maar de dageraad zou niet lang meer op zich laten wachten, daar was ze zeker van. Dat soort dingen leek ze aan te voelen, dat was altijd al zo geweest en zou altijd zo blijven.
Terwijl ze de slaap uit haar ogen wreef, zwiepte ze haar benen over de rand van het bed en voordat ze haar hand voor haar mond kon slaan, ontsnapte een gaap haar. Ze stond op en zocht met uitgestoken armen naar haar lamp. Meerdere malen stootte ze haar teen, om vervolgens binnensmonds te vloeken. Eenmaal gevonden, draaide ze aan het hendeltje en het mechanisme van vuursteentjes trad in werking, waarna een zwak schijnsel zich verspreidde in de kamer.
Het was een hele opluchting om de lamp aan te hebben staan, want niet alleen de duisternis was verdreven, ook haar zorgen en demonen. Ze streek de stof van haar nachtjapon glad en wreef over haar onbedekte armen, waar zich kippenvel op had gecreëerd. Het was niet koud in het vertrek; daar zorgden de distantiebezweringen wel voor. Toen de burcht werd gebouwd, hadden magiërs spreuken over de muren uitgesproken. Niet alleen om men te beschermen, maar ook om het 's winters warm en 's zomers koel te houden. Waar magie toch niet allemaal goed voor was.
Met een zucht liet ze zich op haar onopgemaakte bed vallen en ze vouwde haar handen ineen. Haar blik gleed de kamer door. Het was schaars ingericht – Spartaans, bijna. Een nachtkastje, een bureau en een kledingkast meubileerden de kamer. Op haar bureau lagen aantekeningen van de vorige dag en stapels boeken met titels als Verbetering op het gebied van transmutatiebezweringen en Toepassing van Magische Tekens.
Er was natuurlijk geen kachel nodig om warmte en leven door de kamer te blazen.
Een pluk donkerblond haar viel in haar gezichtsveld en deed haar ontsnappen uit haar gedachten. Ze was een echte droomster, zoals haar beste vriendin Elise het noemde. Soms kon ze zich uren vermaken met zelfverzonnen werelden en verhalen. Dat Sybella het echte dromerige type was, betekent niet dat ze niet serieus was, of kon zijn. Zeker niet, die creaties in haar hoofd waren alleen een tijdverdrijf en sinds ze was toegelaten op het College, had ze daar bijna geen tijd meer voor gehad.
Over Elise gesproken, Sybella had met haar afgesproken om te studeren. De examens kwamen eraan en het was belangrijk om goede punten te halen. Vooral voor Sy, want zij wilde, als ze haar diploma had gehaald, zich tot heler of Meestermagiër specialiseren. Het waren veeleisende banen, maar dat had ze ook wel nodig. Als de leerstof niet prikkelend of uitdagend genoeg was, dwaalde ze af. En dat gebeurde vaker dan ze lief was.
Sybella stond op en verwisselde haar nachtjapon voor een simpel gewaad met pofmouwtjes. De laatstejaars hadden vrijaf gekregen om te studeren in de Grote Bibliotheek voor hun examen, en zelfs een wonderkind als Sybella kon die tijd beter benutten. Elise mocht dan haar beste vriendin zijn, ze zou haar alleen maar afleiden, en dat kon ze niet gebruiken. Daarom had ze besloten om alvast naar de bibliotheek te gaan, hoe vroeg het wel niet mocht zijn. Slapen zou ze sowieso toch niet meer doen.
Ze borstelde haar haar totdat het glansde en deed het toen in een losse paardenstaart. Vervolgens stak ze haar voeten in haar schoentjes en deed de deur van haar vertrek op een kier, om te controleren of het stil op de gang was. Het was niet tegen de regels om je voor zonsopgang buiten je kamers te begeven, maar echt getolereerd werd het niet. Ook had ze geen behoefte aan vragen van leermeesters en jonkertjes van het huis , simpelweg omdat ze geen zin had om ze te beantwoorden.
Haar ogen wenden al snel en ze kon vormen onderscheiden. De gang was leeg, op de duisternis na die hem in haar greep hield. Opgelucht haalde ze adem. Ze draaide zich om, deed haar lamp uit en stapte de gang op. Voorzichtig deed ze de deur weer dicht, haar ogen half dichtknijpend en haar oren gespitst. Wat een geluk dat de scharnieren laatst nog geolied waren. Niet dat de deur genoeg commotie kon produceren om iemand te wekken, maar zelf vond ze het geluid van stroeve scharnieren vervelend.
De vloerkleden absorbeerden grotendeels het geluid van haar voetstappen. Desalniettemin keek ze uit waar ze haar voeten neerzette. Haar vingers gleden langs de stenen muur, maar niet om te zorgen dat ze niet verdwaalde. Ze kende de gangen van de burcht op haar duimpje, zelfs in het halfdonker. Nee, het was de magie die door de muren liep, zoals bloed door aderen pompt, die haar het deed doen. Het was sensationeel om de oude bezweringen onder haar vingertoppen te voelen, nog net zo krachtig als op de eerste dag dat ze waren uitgesproken.
Zevenenvijftig. Ze telde de voetstappen die ze zette in haar hoofd. Achtenvijftig, negenvijftig, zestig, nummerde ze, en sloeg toen een volgende gang in. En een volgende, en een volgende. Ze daalde een trap af, half-struikelend over de treden, en merkte de kracht van duizenden spreuken op die over de boekrollen waren gesproken om te voorkomen dat ze aangetast werden.
Een zweem van een glimlach speelde rond haar mondhoeken. Ze was er bijna. Helaas was de verademing van korte duur, want een stem deed haar opschrikken. "Wie is daar?" vroeg de stem, stroperig als honing. Haar lichaam begon adrenaline aan te maken. Nogmaals vroeg de stem of er iemand was. Waarom doe ik eigenlijk zo voorzichtig? vroeg Sybella zich af. Het was niet zo dat het verboden was om voor zonsondergang je buiten je kamer te begeven. Of toch wel?
Uiteindelijk draaide ze zich om en keek recht in twee doordringende, blauwbruine ogen. Hij hield boekrollen onder zijn arm en in zijn linkerhand hield hij een kaars vast, die zijn gezicht verlichtte. De man zijn haar zat in de war en er zaten blauwe zakken onder zijn ogen, wat verried dat hij de nacht niet had geslapen. Zijn gewaad was smerig en gekreukeld.
Het was Edric, een afgestudeerde magiër en instructeur van de praktijkessen.
"Wat is je naam?" vroeg hij. Zijn stem was schor, maar er schemerde autoriteit in.
"Of dat jou iets aangaat," antwoordde ze resoluut. Ze kon zichzelf wel slaan op dat moment. Waarom moest ze nou altijd zo koppig doen? Maar in plaats van berouw te tonen, kruiste ze haar armen en rechtte haar schouders. Dat was dom, want als ze dat wel had gedaan, was ze er misschien vanaf gekomen met een waarschuwing.
"Nou, nou," grimaste hij. "Niet zo brutaal. Daar hou ik niet zo van."
Ze beet op haar lip. Klootzak.
"Beantwoord mijn vraag, wat is je naam?"
"Sybella," zei ze, haar ogen vernauwend.
"Sybella hoe?" Hij krabde aan zijn stoppelbaard en hield zijn hoofd schuin, zo onwetendheid en nieuwsgierigheid veinzend. Zij wist echter dat het gespeeld was. Want er was maar een Sybella op het College en dat was zij.
Ze gaf echter antwoord op zijn vraag, met tegenzin. "Sybella Segal."
"Ah," greens hij. "Dé Sybella. Het wonderkind." Ze fronste bij die woorden. Dreef hij de spot met haar of...?
"Mag ik gaan?" zuchtte ze en ze liet haar schouders hangen.
"Als je me vertelt waar je op weg naar toe was." Een van zijn wenkbrauwen deinsde omhoog.
"Oké, oké, bemoeial. Ik was op weg naar de bieb." Hij geloofde haar niet, dat kon ze lezen in zijn ogen. Hoe kon het ook anders. Waarschijnlijk dacht hij dat ze een geheim afspraakje had met een jongen en dat was weer wel verboden. Bij sommige leerlingen sloegen de hormonen op hol en dat wilden ze natuurlijk niet hebben, hier op het College.
"Nu de waarheid graag."
"Nee, écht!" Ze kon wel stampvoeten van frustratie. En misschien ook wel huilen. Misschien beiden.
"Ik ben niet overtuigd." Zijn stem zat vol leedvermaak. Haar amberkleurige ogen begonnen te glanzen. Niet van de tranen, maar van woede.
Er viel een stilte en Sybella dacht na over wat ze kon zeggen, totdat hij zei: "Ga dan maar." Hij maakte een bruusk gebaar met de kandelaar in zijn hand. "Ik wil je niet meer zien."
In eerste instantie was ze verbaasd dat hij plots zo van mening was veranderd. Maar dat was voor korte duur en ze draaide zich om, Edric de rug toekerend.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro