De schaduw van een vlinder
Hier is een kort verhaaltje :) Het voelde geweldig om eindelijk weer eens te kunnen schrijven! Want ik had wat last van een writers block :s Ik denk niet dat ik al volledig uit mijn writers block ben, maar het gaat in ieder geval de goede kant op. Enjoy reading! ^^
De schaduw van een vlinder
Het moment dat ik zo lang mogelijk wilde uitstellen in mijn leven was aangebroken. Een moment dat mijn ogen deed tranen en mijn onderlip liet trillen.
Het liefste rende ik weg. Heel ver weg van alles en iedereen. Maar ik bleef bewegingsloos op deze houten stoel zitten, waar één stoelpoot een beetje kapot was waardoor mijn stoel wiebelde. De energie om me daaraan te ergeren had ik niet. En het was ook iets onbelangrijks. Nee, het draaide vandaag om hem.
Deze dag had pas over ruim zestig jaren moeten plaatsvinden. Alleen was het op deze onschuldige zomerdag dat het allemaal officieel was. Ik slikte, in een mislukte poging de brok in mijn keel weg te krijgen en nam niet meer de moeite mijn tranen tegen te houden.
Het was alsof de muur die ik om me heen had gebouwd de voorbije jaren om mezelf te beschermen in enkele tellen afbrokkelde. Een luide snik ontsnapte uit mijn mond waardoor enkele mensen die voor me zaten een bezorgde blik op me wierpen. Je kon ook medelijden terugvinden in hun ogen. Maar daar was ik niets mee.
Mijn schouders schokten en in stilte huilde ik verder. Er vielen wat tranen op mijn zwarte jurk en er gleed ook een traan langs mijn mondhoek. Met mijn tong veegde ik de traan weg en het was alsof ik mijn verdriet kon proeven. Het was dan ook verschrikkelijk om iemand te verliezen waar je zo veel om gaf.
Plots werd er een arm om mijn schouder geslagen en werd ik tegen iemand aangedrukt. Ik hoefde niet op te kijken om te weten dat het mijn vader was. Door zijn vertrouwde geur wist ik genoeg. Normaal voelde ik me altijd iets beter door zijn hand die troostend over mijn schouder wreef, dit keer hielp het niet. De enige manier dat ik me beter zou voelen is als ik geklop zou horen op de dichte doodskist om vervolgens zijn vertrouwde stem te horen die riep dat hij eruit wou en dit allemaal maar een onnozele, belachelijke grap was. Al gebeurde dat jammer genoeg helemaal niet. Hij was er niet meer.
Nooit meer zal ik me aan zijn luide boeren ergeren als hij zich weer eens helemaal vol had gepropt met eten. Nooit meer zal ik zijn helderblauwe ogen zien stralen wanneer hij lachte. Zijn aanstekelijke lach waardoor ik bijna altijd moest mee lachen. En nooit meer zal hij mijn privacy kunnen schenden door niet te kloppen op mijn slaapkamerdeur om vervolgens gewoon ongevraagd binnen te wandelen.Hij was ambitieus en talentvol. Ongetwijfeld had hij het ver kunnen schoppen in het leven als kunstenaar. Zijn schilderijen waren adembenemend mooi.
Zo prachtig dat je kippenvel kreeg en je zo overdonderd was door de vele details dat je even niets meer kon uitbrengen. Deze jonge schilder, mijn jongere broer, was er niet meer. Ik voelde een onbeschrijfbare, mentale pijn die tien keer erker was dan een diepe messteek. Want ik had het gevoel dat ik tien messteken had en ik ieder moment kon neervallen op de grond, wensend dat de pijn ophield. Alsjeblieft, laat dit niet waar zijn. Laat dit een nachtmerrie zijn. Steeds meer tranen gleden er over mijn wangen en mijn zicht was zo vertroebeld waardoor de pastoor die herinneringen met ons deelden over Wesley Willems, één wazige vlek werd.Mijn moeder, die ook overstuur zat te huilen en links van mij zat, nam mijn hand vast die trilde.
Ze kneep er even bemoedigend in maar tegelijk leek ik haar houvast ze zijn. Haar doel om in leven te blijven. Haar enige kind dat ze nu nog had.Met haar andere vrije hand veegde ze wat tranen uit haar ogen met een zakdoekje. Ik volgde haar voorbeeld door ook mijn tranen weg te vegen zodat mijn zicht minder vertroebelde. Het was echter compleet nutteloos, de tranen bleven komen en ik kon ze niet tegen houden. Het liefst wilde ik dat deze verschrikkelijke dag nu al voorbij was. Maar ik moest volhouden. Voor hem.
Het maakte totaal niet uit of de begrafenis voorbij was. Dat de komende dagen voorbij vlogen maakte ook helemaal niks uit. Ik werd elke dag geconfronteerd met herinneringen van hem. Wanneer ik voorbij zijn slaapkamerdeur wandelde waar een sticker op plakte met verboden toegang of wanneer ik naar tv keek in de hoop wat afleiding te vinden, maar dat mijn ogen dan vielen op zijn schildersezel in de hoek van de woonkamer.
Dan had je ook nog al zijn mooie schilderijen waar het huis vol mee hing. Als ik een frisse neus ging halen in de hoop te ontsnappen aan al de herinneringen, drongen andere herinneringen weer naar boven wanneer ik voorbij een pizzazaak wandelde waar we nog gegeten hebben voor zijn zestiende verjaardag. Zijn allerlaatste verjaardag...
De dag waarop hij een brommer cadeau kreeg, iets waarvan hij al jaren had gedroomd.Die brommer had hij gekregen van zijn rijke, beste vriend Aiden. Wat was hij door het dollen heen wanneer hij het had gekregen en hij kon er ook goed mee overweg.Als ik had geweten dat hij ging sterven door een brommer-ongeluk, had ik het persoonlijk vernield. Het zou me niets kunnen schelen dat mijn broer me daardoor voor een tijd zou gaan negeren uit woede. Nee, daarmee had ik zijn leven kunnen redden. Alleen kon ik de toekomst niet voorspellen en was het te laat.
Nu lag hij in een houten kist, met zijn ogen dicht in een eeuwige slaap, onder de grond.Mijn pas versnelde zich en ik negeerde de blikken die ik toegeworpen kreeg omdat ik huilde.Wat wisten zij ervan? Hadden zij ooit het verdriet gevoelt dat ik nu voelde? Hadden zij ooit iemand dierbaar verloren?Ik begon te rennen. Weg van alles en iedereen om me heen. Steeds sneller. Hopend dat ik kon wegrennen van de pijn.
Alles schoot als een waas aan me voorbij en voor ik het wist stond ik voor de verroeste ijzeren poort van het kerkhof. Ik veegde mijn tranen weg en met een luid gepiep opende ik de poort dat ooit een donkerblauwe kleur had gehad. De verf was nu zodanig afgebladerd en vervaagd dat je de kleur nauwelijks nog herkende.Je hoorde het knerpen van de kiezelsteentjes onder mijn versleten zwarte All Stars waar Wesley zo vaak opmerkingen overmaakte. Hij begon dan op te scheppen over zijn mooie, nieuwe Nikes die hij van tante had gekregen voor zijn verjaardag.
Ik reageerde dan kinderachtig terug door op zijn schoenen te gaan trappen in een poging ze wat vuil te maken waardoor we dan in een soort van onschuldig gevecht verzeild geraakte.Ik wilde niets liever dan zijn stem te horen die zegt dat ik een zwerver lijk met deze schoenen.Maar ik zal zijn stem nooit meer horen.Mijn onderlip begon hard te trillen en ik sloot even voor een moment mijn ogen. Ik haalde diep adem om vervolgens mijn ogen weer te openen en opzoek te gaan naar zijn graf. Desondanks de zon vrolijk in de lucht scheen en de vogels sjirpten, hing er hier een droevige sfeer wat me alleen maar verdrietiger maakte.
Wanneer ik om me heen keek, merkte ik mooie bloemen op die zo nu en dan bij een graf te vinden waren. Ook zag ik dat ik alleen was. Buiten één iemand. Ik slikte even wanneer ik opmerkte dat die persoon neergehurkt zat voor het graf van Wesley.Wanneer ik dichterbij stapte, merkte ik op wie het was.De laatste persoon die ik nu wilde zien maar tegelijk ook een persoon waar ik naar verlangde. Bij deze gedachten raakte ik verward door mezelf. Het was Aiden, ook wel de beste vriend van Wesley. Ik kende hem al sinds kleins af aan.
Aiden was een jaar ouder dan mijn broer en een jaar jonger dan mij. Wesley en hij gingen al met elkaar om sinds de kleuterschool en vanaf dat ze samen naar de lagere school gingen, kwamen ze bij elkaar langs.Ik begon hem dus echt te kennen toen ik ongeveer zeven jaar oud was. Aidan toonde niet veel interesse in mij, maar naarmate we ouder werden begonnen we ook met elkaar om te gaan. En al snel viel ik voor de kuiltjes die hij in zijn wangen kreeg wanneer hij lachte. Ik durfde er nooit voor uit te komen, uit angst dat ik afgewezen zou worden.Maar nu leek mijn boosheid het te winnen van mijn langdurende verliefdheid.
Het was verkeerd van me, maar ik gaf hem de schuld van zijn dood. Moest hij de brommer nooit gegeven hebben, leefde Wesley nu nog en stonden we hier nu niet.Even twijfelde ik. De mogelijkheid om me nu om te draaien en weg te gaan schoot door me heen. Maar plotseling keek hij op en keek ik recht in zijn groene ogen waar ik zo verliefd op was.Even schonk hij me een geforceerde glimlach en al was ik nog een tiental meters van hem verwijderd, merkte ik een glinstering in zijn ogen op. Tranen.
Ik verplichtte mezelf naar hem toe te wandelen en Aiden zijn blik gleed ondertussen weer naar Wesley zijn graf. Hij keek niet op wanneer ik me naast hem liet neerzakken op de vuile grond. Dat mijn jeansshort vuil zou worden kon me weinig tot niets schelen.
Het leek een eeuwigheid dat het stil tussen ons was en we ons verdriet voor ons lieten spreken. Maar in werkelijkheid waren het slechts enkele minuten.Ik dwong mezelf om eindelijk op te kijken van de grond vol kiezelsteentjes en mijn ogen gleden over zijn graf. Ik glimlachte droevig bij het zien van Wesley zijn foto. Hij glimlachte zo levendig dat het bijna onwerkelijk leek dat hij er niet meer was.
Als gewoonlijk glimlachte zijn blauwe ogen mee.
Dit keer kwamen er geen tranen. Hij wilde ook niet dat ik om hem huilde maar om hem lachte terwijl ik dacht aan alle mooie herinneringen die we samen hadden.Maar ik was bang. Bang dat de herinneringen gingen vervagen met de jaren, totdat het uiteindelijk vertroebelde zoals mijn zicht deed bij de begrafenis wanneer ik huilde.
De herinneringen die ik met hem had moest ik juist koesteren alsof het iets zeer waardevols was. Eigenlijk was het dat ook. 'Ik zal hem nooit vergeten,' zei Aiden plots alsof hij mijn gedachten kon lezen. Ik reageerde niet en dit keer keek hij wel op.Mijn poging om zijn blik te negeren, mislukte grandioos want ik keek terug in zijn groene ogen.Zijn groene ogen waar ik altijd in verdronk, alsof ik verdwaald raakte in een mooi bos.
En ook dit keer vergat ik, voor een minuscule seconde, waar ik me bevond.Al snel werd ik weer naar de werkelijkheid gezogen en wendde ik mijn blik af.'Hé,' zei hij zachtjes. Zo zacht dat ik dacht het niet goed gehoord te hebben. Blijkbaar had ik het wel goed gehoord, want Aiden nam mijn hand vast en wreef even met zijn duim over mijn wijsvinger. Er ging een shock door me heen door deze plotse aanraking en ik negeerde de vlinders die in mijn buik begonnen rond te fladderen.Ik schaamde me diep. Hoe kon ik deze gevoelens de baas laten spelen? Ik zat hier verdomme voor het graf van mijn broer!
Maar dan drong het tot me door. Wesley zou niets liever gewild hebben dan dat dit zou gebeuren. Aiden en ik hand in hand, denkend aan hem.Wesley wist van mijn verliefdheid af. Ik kon het gewoon niet voor hem verbergen.In de plaats me uit te lachen, moedigde hij me juist aan om het zijn vriend te vertellen. Alleen had ik de moed nooit gevonden dat te doen.
Hij kon me ook niet vertellen of de gevoelens wederzijds waren aangezien Aiden een erg gesloten persoonlijkheid had.Je zag bijna nooit iets van zijn gevoelens naar boven komen. Maar nu leek hij een open boek want er verschenen weer tranen in zijn ogen.
'Het is allemaal mijn schuld,' fluisterde hij schor en durfde me niet aan te kijken. Hij probeerde zijn hand zelfs los te trekken maar dat liet ik niet toe en bleef zijn hand stevig vast houden.'Het is niet jouw schuld,' zei ik vastberaden. Het drong toen echt tot me door dat het ook echt niet zijn schuld was. Ook was het verkeerd van me om in eerste instantie de schuld in zijn schoenen te schuiven. Misschien deed ik dat omdat ik iemand de schuld moest geven van zijn dood.
Maar het was niemands schuld. Wesley was over het gladde wegdek, nadat het geregend had, uitgegleden met zijn brommer om vervolgens terecht te komen onder een vrachtwagen. Ik kon evengoed de schuld steken op de vrachtwagenchauffeur maar wat had dat in hemelsnaam voor zin? Wesley zal daardoor niet terugkomen.'Jawel, Malencia. Ik had hem nooit die brommer mogen geven.' Hij kneep hard in mijn hand, alsof hij probeerde al zijn gevoelens op mijn hand af te reageren zonder dat hij het zelf doorhad.
Ik negeerde de pijn die ik had omdat hij zo in mijn hand kneep. 'Weet je niet hoe gelukkig je hem ermee gemaakt had? Ik had hem nog nooit zo blij gezien, buiten dan wanneer hij zijn schildersezel en nieuwe verftubes had gekregen. Maar het was zo aangenaam om hem zo vrolijk te zien,' zei ik en glimlachte sinds lange tijd oprecht.
Ook Aiden glimlachte mee en hij stopte met knijpen in mijn hand.
'Sorry,' zei hij en ik fronste even verward.
'Zeg je sorry omdat je mijn broer ermee blij gemaakt had?'Hij schudde zijn hoofd.
'Nee, ik zei sorry omdat ik je hand bijna fijn kneep,' zei hij en lachte even humorloos.
'Oh,' zei ik enkel terug en wierp hem weer een blik toe.Ook hij keek terug en weer verdronk ik in zijn ogen.Zijn mondhoeken krulde omhoog en hij zei: 'Wesley mocht erg blij zijn met zo'n zus als jij.'
'Waarom?'
'Omdat hij zoveel aan je heeft gehad. Jullie maakten dan wel ruzie, hij vertelde vaak met een stralende lach verhalen om je. Echt, Malencia, hij gaf zoveel om je.'
Deze woorden betekende zoveel voor me.
Het bevestigde nog eens extra wat voor goede band we eigenlijk hadden gehad.'En ik geef zoveel om hem.' Ik keek weer naar de foto van Wesley op de grafsteen.
'En om jou,' zei ik er zacht achteraan.
De woorden zweefden tussen ons in en ik wilde dat ik de woorden terug kon pakken om ze vervolgens weer veilig in mijn mond kon steken. Maar dat kon ik niet doen.
Hij had het gehoord en ik wilde mijn hand uit de zijne trekken, alleen was hij nu degene die mijn hand niet los wilde laten.Ik keek van hem weg en liet mijn blik vallen op het kleine grasveld dat een beetje verderop lag, waar assen van mensen werden uitgestrooid.Plots zag ik de schaduw van een vlinder op het gras en wanneer ik opkeek zag ik een prachtig blauwe vlinder die naar ons toevloog.
Ik bleef de vlinder volgen met mijn ogen en uiteindelijk bleef hij enkele seconden stil zitten op de grafsteen van mijn broer om vervolgens verder te fladderen.
Het leek wel een teken van mijn broer. Alsof hij me vertelde dat ik verder moest gaan met mijn leven en moest stoppen met huilen om hem.
'Ik geef ook om jou, Malencia,' reageerde Aiden terug en meer hoefde er niet meer gezegd te worden.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro