~Trein naar de toekomst~
Gelieve dit verhaal niet kopiëren of gebruiken voor je eigen verhaal. Dit idee is van mij en blijft van mij :) LientjeS geniet ervan! LientjeS
~Wales, 1852~
Met de armen in elkaar gehaakt stappen ze over het perron heen. "Eerste klas?" Zegt ze met verraste stem. "Alles voor jou, mijn liefste." Een glimlach speelt om haar lippen en zachtjes drukt ze een kus op zijn wang.
"Let op het opstapje, mevrouw." Zegt een conducteur, voordat ze de trein instappen. Ze wordt uit haar romantische moment gehaald door de onderbreking en een zucht kan ze niet onderdrukken. "Wat is er, mijn liefste?" Ze slaat haar ogen neer en komt tot stilstand als ze bij hun coupé aankomen. "Och, er is niks. Laten we genieten van onze reis naar Londen waar onze kleine Adalyn op ons wacht." Hij glimlacht en helpt haar met een stevige hand de trein in. Zelf stapt hij achter haar aan en begeleidt haar aan zijn arm naar hun privé coupé. "Wat mooi." Zegt ze als de deur wordt geopend. De ochtendzon schijnt door de tengere witte gordijntjes naar binnen en valt op een vaasje met rozen. Het tafeltje is bekleed met kant en de geur van verse bloemen vult de ruimte. "O, dit is perfect." Voldaan gaat ze op de zachte bank zitten en kijkt naar buiten. Het perron staat stampvol met mensen die zich druk door de menigte woelen. "Ik kan niet wachten tot ik de mooie weides te zien krijg." En met een zwijmelende blik blijft ze naar de buitenwereld staren. "Nog even geduld, Julia. We krijgen ze zo te zien." Ook hij gaat op de bank naast haar zitten en schuift zijn vingers tussen de hare om met zijn duim haar hand te strelen. Ondertussen klinkt er buiten een schelle fluit, waardoor de trein begint te sissen en het met een schok in beweging komt. Julia valt bijna van haar bank af, maar hij houdt haar met een hand tegen. "We moeten wel blijven zitten." Ze lacht en kijkt naar buiten, waarnaar ze het perron ziet verdwijnen en industrieel gebied te zien krijgt. Een frons ontstaat op haar gezicht. "Wat is er met de wereld gebeurd, Joseph." Zelf weet hij geen antwoord op deze stille vraag, maar antwoord zo goed als hij kan: "we zijn nu in de tijd van de industrie. Een goede ontwikkeling voor de maatschappij."
"Je beseft toch wel dat onze Adalyn in deze omgeving moet opgroeien?" Ze kijkt hem diep in zijn groene ogen met de al bekende bezorgde blik. "Lief, maak je maar geen zorgen. Ze mag dan nog zo klein zijn, maar wij hebben ook nog genoeg te leren. Je geeft je alles aan haar en dat gaat in de verdere toekomst nog veel vaker gebeuren." Ze wist niet of het kwam doordat hij over hun toekomst praatte of door de versuffende lucht van de fabrieken, maar ze werd helemaal licht in haar hoofd van blijdschap. Ze legt haar hoofd neer op zijn schouder en sluit haar ogen. Ze voelt hoe hij speelt met haar blonde krullen, maar langzaam wordt ze suf. "Voel je je ook wat duizelig?" Met moeite gaat ze rechtop zitten en houdt een hand tegen haar hoofd om de sterretjes te onderdrukken. "Julia, gaat het wel goed?" Bezorgd pakt Joseph haar bovenarmen vast en staart in haar lichte ogen. "Ik weet het niet." Hij besluit om op te staan en het raam open te zetten om wat frisse lucht binnen te laten. Zijzelf staart versuft naar voren om niet flauw te vallen en pakt zich daarna vast aan het tafeltje. De trein begint ietwat te schommelen en beschermend loopt Joseph naar zijn vrouw om haar vast te houden en te beschermen. Vanuit het openstaande raampje komt een zwarte wolk naar binnen gestoven en het slaat ze beiden op de longen. Hoestend laten ze hun hoofden zakken en uit angst begint Julia in zijn armen te huilen. Hun ogen worden verblind en de greep om haar wordt verstevigd als de trein heen en weer lijkt te bewegen. "Joseph, wat gebeurt er toch?" Vraagt ze met een schorre keel. Haar ogen prikken en Joseph hoest zo hard dat hij haar los moet laten en op de grond gaat liggen. Op zijn knieën probeert hij bij de deur te komen en met alle macht trekt hij aan de hendel. "Open!" Krijst hij naar het geval, maar al hoestend zakt hij weer op de grond. Julia sluit haar ogen en gaat liggen om zo zichzelf te beschermen tegen de rook en Joseph pakt haar hand vast. "Het komt goed." Zegt hij sussend. Ook al kon ze hem niet zien, ze wist dat hij glimlachte. Bemoedigend knijpt hij zachtjes in haar hand. Bij hen beide neemt hun bewustzijn af, aangezien de rook ze verstikt. Bang grist Julia aan haar keel als ze geen lucht meer kan krijgen. Spartelend en huilend ligt ze op de grond, terwijl haar geliefde al geen teken van leven meer geeft. Langzaam wordt ze suf en haar hoofd voelt licht. Haar lijf zakt weg en binnen een paar seconden is het donker.
"Mam, wordt eens wakker." Twee handen schudden haar door elkaar en door de harde bewegingen komt ze langzaam tot bewustzijn. Zachtjes knippert ze met haar ogen en krijgt lichte zonnestralen op haar netvlies. "Waar ben ik?" Vraagt ze zachtjes. Een antwoord krijgt ze niet, maar als ze rechtop gaat zitten en goed in de ogen wrijft, merkt ze dat er iets vreemds aan de hand is. Haar kleren voelen raar en als ze ze bekijkt, ziet ze dat het een vreemd pak is. Haar mooie jurk is verdwenen en nu zit ze hier in een strak pakje van een soort leer. De stress schiet erin en angstig roept ze naar haar man: "Joseph!" Een hand wordt op haar schouder gelegd. Een geruststellende stem zegt: "mam, het is al goed. Papa is gewoon hier." Een meisje van rond de vijftien staat vlak naast Julia. "Wie ben jij?" Vraagt ze verbaasd aan het meisje. Een glimlach komt op haar gezicht en ze antwoord: "ik ben Adalyn." Julia's ogen vergroten en direct staat ze op. "Mijn dochtertje Adalyn? Maar dat is onmogelijk!" Het staat Adalyn niet aan dat haar moeder zo hard praat en met een stevig hand drukt ze haar terug op het bed. "Mam, het is al goed. Je bent in de toekomst." Het is maar al te duidelijk dat Julia er niks van begrijpt en gefrustreerd legt ze haar handen op het hoofd. "Ik leg het je wel even uit." Behendig springt Adalyn naast haar moeder op het bed en begint aan haar verhaal: "ik kan het heel kort en bondig houden. Je bent naar de toekomst gehaald, omdat ik als 8-jarige in een plas water ben gevallen die me naar deze wereld sleurde. Het probleem is alleen hier dat je doodgaat als je geen ouders hebt tot je achttiende, dus ik heb met de regels van de tijd moeten spelen om jullie hierheen te halen. Ik heb wel een foutje gemaakt, aangezien ik nu zestien ben en jullie mij niet ouder hebben zien worden dan drie." Op dat zelfde moment komt er via een roestige deur een man binnengelopen. Julia kan haar geluk niet op als ze ziet dat het Joseph is en huilend rent ze naar hem toe. Adalyn staat op en kijkt naar haar ouders die elkaar niet meer los durven te laten. "Dus eh, jullie hoeven niet per se voor me te zorgen, want ja, jullie zijn er en dat is genoeg." Zachtjes schuifelt ze naar een andere deur toe om weg te gaan, maar Julia laat dit niet gebeuren. Met een liefdevolle blik kijkt ze naar haar dochter en zegt: "je bent nog steeds mijn mooie dochter." Met open armen loopt ze naar Adalyn toe en sluit haar in haar armen. Adalyn weet geen goede reactie en sluit haar ogen. Ze hoort het kloppende hart van haar moeder en als het haar dan toch teveel wordt, begint ze te huilen. "Ik heb jullie zo ontzettend gemist." Joseph komt dan ook aangelopen en sluit zijn vrouw en dochter ook in, in zijn armen.
"Dit is het rijk Tyrell en de kleren die jullie dragen zijn verplicht. Jullie jurk en pak zijn verbrand en in de rivier gegooid." Al lopend over een veld vol met bloemen spreekt Adalyn over het gebied waar ze zich nu in bevinden. "Regenten zijn er niet, omdat die al honderden jaren geleden omgelegd zijn vanwege een verdenking op de moord van onze koninklijke draak. Je mag namelijk alleen regeren als je het bloed van de familie Tyrant bezit, en ja, niemand heeft dat nog. Dus iedereen leeft hier naar eigen regels. Elk stadje of dorpje heeft zo zijn eigen wetsysteem. Nog vragen?" Vrolijk draait ze zich om naar haar ouders die nochtans verwonderlijk om hen heen kijken. "Is er een nog een vijand?" Vraagt Joseph. Bij die woorden knijpt Julia zacht in zijn hand als teken dat ze van deze vraag schrok. "Ja. De familie van Vluugen. Ze wonen niet ver hiervandaan in het noorden. Elke volle maan rond zonsondergang hoor je trompetgeschal en het gebonk van drums daarvandaan komen, omdat ze een pasgeboren baby opofferen aan hun goden. Natuurlijk is dat niet vrijwillig, want ze sluiten willekeurige zwangere vrouwen op en wachten tot de baby geboren wordt om het daar vervolgens voor te gebruiken." Met stomheid geslagen staart Julia met open mond naar haar dochter die er niet om geshockeerd lijkt te zijn. "Wat afschuwelijk." Ze slaat een hand om haar mond en voelt haar ogen vochtig worden. Toegeven doet ze niet, want ze moet volhouden. "Ik... ik neem aan dat ze geen vrouwen meenemen van dit volk en alleen die van henzelf gebruiken?" Vraagt Joseph met een brok in zijn keel. Adalyn schudt traag haar hoofd. "Het gebeurt wel eens dat ze er eentje van straat weten te plukken hier. Daarom mogen vrouwen in verwachting dan ook absoluut niet meer naar buiten tot drie maanden na de geboorte van hun kind. Gelukkig is het al een jaar of twee niet gebeurd dat een van onze vrouwen is meegenomen." Joseph en Julia houden elkaars handen stevig vast, terwijl ze allen in stilte verder lopen. Het gras wordt naarmate ze verder lopen steeds droger en droger, waarnaar het op een gegeven moment breekt als ze er nog op stappen. "We gaan nu naar mijn dorpje toe, zodat jullie kunnen rusten." Adalyn zet er gelijk de pas in en zorgt ervoor dat haar ouders haar kunnen bijhouden.
Een ongure wind speelt op als ze bij de ingang van een dorp komen. Alle huizen zijn van donker hout gemaakt en er klinkt het geknisper van vuur door het hele dorp. In het midden staat een grote fontein waar geen water uit komt. "Hudson!" Roept Adalyn vanuit het niets. Er volgt geen antwoord en ze roept een tweede keer de naam. Daarvandaan komt wel iets voort, want uit een groot gebouw komt er een jongen naar buiten gelopen. Hij stuift op het drietal af en stopt als hij dicht in de buurt is. Overduidelijk is hij net zo oud als Adalyn en heeft zwart golvend haar. Trots pakt hij de hand vast van Adalyn en schenkt haar een zoen op de lippen. Zowel Julia als Joseph is versteld van deze onverwachte actie en direct nadat ze klaar zijn wenden ze zich naar elkaar. Het is voor een moment stil, maar Hudson onderbreekt dit met een paar woorden: "aangenaam kennis te maken. Uw dochter is extreem prachtig en heeft heel goed naar me geluisterd." Die laatste paar woorden worden niet begrepen en de verwarring is al helemaal te merken als er vanuit de huizen om hen heen soldaten naar buiten komen lopen. "Het spijt me. Het had niet zo moeten gaan." Zegt Adalyn en met een paar grote klappen liggen Julia en Joseph weer buiten bewustzijn op de grond.
"Vecht dan als je durft!" De grote arena waarin ze wakker worden staat vol met enthousiaste mensen die duidelijk iets spectaculairs verwachten. Beiden staan direct weer op hun voeten en voelen zich buiten adem. Hun verwondingen van de klappen branden en als ze elkaar aankijken kunnen ze nog een beetje rust vinden. Ze snappen niks van wat er gebeurd en de brandende zon in hun gezichten helpt daar niet bij. "Dames en heren. Wij verwelkomen u van harte bij de 75ste show der slangenspel. De deelnemers staan in het veld en zijn klaar om te vechten voor hun leven!" Dit geluid galmt dwars door de gigantische arena, waarnaar de hele groep aan toeschouwers nog luider begint te juichen. Als Julia rondkijkt ziet ze nog 5 andere deelnemers. Drie vrouwen en twee mannen. Een van de vrouwen merkt op dat Julia en Joseph geen besef meer hebben van hun bestaan op dit moment en komt gehaast naar ze toegerend. Ze roept een hele korte uitleg: "je moet vechten voor je leven. Een iemand wint. Je bent hier, omdat jullie dochter de toekomstige vrouw is van de zoon van de koning van de van Vluugen. Ja, de van Vluugen hebben wel een koning. Nee, je mag geen team zijn. Als je dood bent, ben je dood en de winnaar krijgt een baan in het paleis." Snel rent ze terug naar haar positie en vol angst kijken de geliefdes elkaar aan. Er klinkt een luide bel en vanuit alle hoeken in de arena schieten er deuren open. Er springen wezens uit waarvan men niet had kunnen beseffen dat ze bestonden en met een grote sprint komen ze op de bange groep deelnemers af. Julia ziet een dier dat lijkt op een groot insect met leeuwenpoten met aan zijn zijde een misvormde neushoorn. Ze begint spontaan te gillen en weg te rennen naar haar geliefde Joseph. Hij is ook vanuit angst door de arena aan het rennen om te ontsnappen aan deze waanzin en klapt hard tegen zijn vrouw aan. Buiten adem vallen ze op de grond en pakken elkaar vast om zo weer rechtovereind te komen. "O, Joseph. Wat moeten we doen?" Om hen heen vormen de wezens een grote stoet en komen recht op ze afgestormd. De andere deelnemers lijken precies bij hun in de buurt te zijn en als ze allemaal om zich heen kijken zien ze dat ze worden ingesloten. Het gebonk wordt alsmaar harder en gillend drukt Julia zich met haar man tegen de muur. Hun lijf staat strak van de adrenaline en vol verdriet wachten ze hun dood af...
~Cliffhanger
Hopelijk heb je genoten van mijn verhaal! Ik weet niet wat mijn fantasie aan het doen was, maar ik ben er trots op. Misschien slaat het nergens op en is het echt een flut verhaal, maar ik heb mijn best gedaan haha. Bedankt! Woorden: 2345
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro