4. Niet mijn schuld, maar fotoshop
Neem op, neem op, neem op. Ongeduldig luister ik naar de piep dat stopt en weer begint, stopt en weer begint. Ik word er helemaal nerveus van. Waarom kunnen ze geen leuk liftmuziekje in de telefoon neerzetten. Niemand wil luisteren naar dit irritante geluid.
'Met...'
'... ja Mickey, weet ik,' kat ik hem af, 'ben je wakker?' vraag ik absoluut nutteloos. Het is net zo iets als vragen of iemand slaapt, maar ik sta er niet te lang bij stil.
Het is even stil aan de andere kant van de lijn, net alsof hij even buiten kijkt om vast te stellen dat ik niet ineens voor zijn deur sta. Ik weet dat hij dat niet echt doet. Ik sta namelijk echt voor zijn deur en zie hem dat niet doen.
'Je staat al voor mijn huis, hè?'
Ik knik lachend voor ik besef dat hij dat helemaal niet door kan hebben. Nouja, zo onmogelijk is dat niet, maar even niet het punt nu.
'Ja, kan je de...' voor ik mijn zin afmaak heeft hij de deuren bij zijn balkon open gezet. Ik hang gelijk op en stop mijn mobiel in mijn broekzak. Het is wel even zoeken hoe het ook alweer moet. Ik ben vaak genoeg naar boven geklommen, maar het is alweer een tijd geleden. Daarnaast heeft mevrouw Zwijssen een plotselinge afkeer voor de klimop waar ik gebruik van maakte. Gelukkig maar dat ik langer ben dan toen ik zeven was. Michaël kreeg op de basisschool door mijn geklauter een nieuwe bijnaam: Julia. Ik was dan de stoere Romeo bij het balkon. Om die stomme pesters hun bek te laten houden ging ik als jongen verkleed en Mickey als meisje. We hebben nog nooit zo hard gelachen. En dan maakt het niet meer uit wat anderen denken.
Met onhandige bewegingen krijg ik het toch voor elkaar aan de onderkant van het balkon te hangen. Ik gebruik de witgeverfde balken van de reling als een trap om omhoog te klimmen en gooi bovenaan mijn benen eroverheen. Ik veeg even het zand van mijn handen en kleren af voor ik naar binnen stap. Wel laat ik mijn schoenen buiten. Michaël haat zand. Langzamerhand begint hij een kleine mevrouw Zwijssen te worden. Oké eerder dunner, mevrouw Zwijssen laat zwak gezegd de koekjes niet staan. Toch vind ik het bij haar passen. Het figuur geeft haar een knuffelbaar uiterlijk. Die glimlach die ze altijd op haar gezicht heeft, helpt daar alleen maar bij.
'Je weet dat de voordeur van mijn huis de ingang is, toch?' Hij doet de deur achter mij dicht en gaat op zijn bureaustoel zitten.
'Wacht wat,' kraam ik er zogenaamd verbaasd uit, 'sinds wanneer? Had je dat niet even tien jaar geleden kunnen zeggen.' Lachend plof ik zelf neer op zijn bed en wikkel ik zijn blauwe deken om mij heen. Net alsof het een soort tent is waar ik me in kan verstoppen.
'Ik kan niet slapen, Mickey,' vertel ik hem terwijl hij rondjes draait op zijn bureaustoel. Ik let er niet op. Opnieuw dwalen mijn gedachtes af naar die foto. Iets klopt gewoon niet, nee, het hele gedoe klopt niet. Waarom zou ik Levi zoenen? Waarom zou ik überhaupt een jongen zoenen? Waarom was ik sowieso zo dronken geworden? Oké dat laatste is best gemakkelijk te verklaren. De drankjes bleven maar mijn keel in gaan. Niet echt een goed plan geweest.
'Dus in plaats van slapen, maak je mij maar wakker?' Michaël rolt zijn stoel mijn richting op en knalt onhandig tegen de zijkant van het bed. Hij is niet bang om te veel geluid te maken. Zijn moeder kan nog door een auto-ongeluk heen slapen. We hebben haar eens geprobeerd wakker te maken met veel geluid. Zelfs het stomme lied "kuikentje piep" had geen effect. Vreemd genoeg werd ze wel wakker toen de oven beneden piepte dat de pizza klaar was. Eten kan iedereen wakker maken. Misschien is het gewoon wel iets Italiaans. Maar dan alsnog, wie houdt er niet van pizza?
'Ja,' ik grijns even, 'dat was wel het plan ja. Ik moet je natuurlijk om elf uur lastig vallen.'
Hij buigt zich voorover om een kussen te pakken en slaat ermee in mijn gezicht. Ik duik weg in mijn, oké zijn, deken tot hij ophoudt. Natuurlijk, als ik als een schildpad uit mijn tent komt, krijg ik de kussen nog eens tegen mijn gezicht.
'Leuk welkom dit.'
'Even serieus Dani,' hij legt het kussen aan de kant en kijkt me recht in mijn ogen aan, 'wat is er aan de hand?' Als een therapeut legt hij zijn handen op schoot en doet hij zijn benen over elkaar. Hij zou alsnog wel professioneler overkomen als hij die benen niet op zijn bureau deed.
Ik zucht en laat de deken los. Deels omdat ik er vast als een idioot uit zag, maar vooral omdat het bloedheet is. Waarom heeft hij zo'n dikke deken, terwijl het zomer is? Waarom slaapt hij überhaupt met een deken. Misschien slaapt hij naakt. Hè bah, wat zijn dit voor gedachtes. Ik heb een naar Levivirus opgelopen. Verschijnselen: vreemde beelden van je beste vriend.
'Dani?'
Ik kijk op en zucht opnieuw. Nog een paar seconde stel ik het uit, maar dan besluit ik toch te praten. Het is immers de reden dat ik hier ben.
'Ik geloof gewoon niet dat ik en Levi...' Ik trek er gelijk een vies gezicht bij en doe alsof ik kotsneigingen heb. In geen enkele situatie zou het realistisch zijn. Al waren we de laatste twee mensen op aarde en was het mijn enige kans op overleven. Ik kus liever een kikker. Die kan tenminste nog een prins worden.
'Jij en Levi. Levi en jij,' grijnzend haalt hij zijn benen van tafel alsof hij plots bedenkt toch een serieuze filosoof te worden. 'Er is een dunne lijn tussen liefde en haat.' Schrap dat "professionele" therapeut maar, denk ik gelijk, "idiote" kan daar veel beter in de plaats komen staan.
'En ook een dunne lijn tussen hetero en homo?' Gefrustreerd laat ik me languit op bed vallen. Het kraakt onder mijn gewicht. En bedankt bed.
'Wat is nou het echte probleem?' Michaël komt naast me zitten en trekt me weer terug overeind. Ik haal mijn schouders op waarop Michaël fronst. Gelijk kijk ik weg, hij kijkt altijd zo intiem als hij antwoorden wil. Nee, intiem is niet het juiste woord. Eerder alsof hij heel nodig naar de wc moet. Op zo'n stressvolle en intense manier.
'Het is gewoon...'
'Wat? Zinzi?'
Ik draai me om naar Michaël en zie dat zijn gezicht weer normaal staat. Nu gaat hij echt naar me luisteren. 'Zinzi, ja, dat natuurlijk ook, maar...' Ik kijk beschaamd naar beneden door het feit dat ik mijn beste vriendin niet eens op de eerste plaats heb staan. 'Ik dacht dat ik mezelf helemaal had uitgevogeld.'
Hij slaat vaderlijk een arm om mij heen en kust me op mijn hoofd.
'Ik dacht dat ik wist wie ik was en nu komt dit ineens.'
'Laat de foto eens zien.' Met een mislukte turnbrug haal ik mijn mobiel uit mijn achterzak en open ik foto's. Het duurt even voor ik door alle afbeeldingen heen ben gegaan, maar dan kan ik toch de juiste openen. Het was makkelijk te vinden door de jongen op de voorgrond die een onderkinsselfie maakt. Zulke idioten zijn er altijd wel op feestjes. Ik heb er genoeg van Zinzi en van mezelf overigens ook. Ik heb een fotolijstje gemaakt van die van Michaël en het vorig jaar als sinterklaascadeautje gegeven.
'Misschien is het niet echt,' zegt Michaël zonder los te laten, maar bij die absurde reactie moet ik wel.
'Hoe bedoel je? Dat iemand het heeft gefotoshopt en het vervolgens op mijn mobiel heeft gezet?'
'Niet zo,' hij gaat verzitten op zijn bed en trekt zijn arm terug, 'gewoon dat het van een bepaalde hoek zo lijkt.' Hij kantelt daarbij zijn hoofd alsof ik het dan wel voor me kan zien. Onbewust draai ik mijn hoofd ook, maar ik richt me dan op de foto.
'En in welke hoek zit hij niet aan mijn kont?'
Vlug en onverwachts grijpt Michaël mijn telefoon uit mijn handen en zoemt hij in op mij en Levi. Hij kijkt nog een paar tellen tot hij zeker is.
'Wat een eikel.'
'Komt er eentje achter,' zeg ik als ik mijn mobiel terug steel.
We staren allebei naar de foto om meer duidelijkheid te vinden, maar het is te wazig om écht antwoorden te vinden.
'Het had gescheeld als het gewoon een foto van mij was in plaats van zo'n idiote onderkinselfie.' Ik blaas gefrustreerd een pluk bruin haar de lucht.
Plots duwt Michaël me opzij en schudt hij me vervolgens door elkaar. Met grote ogen wijst hij naar de foto. 'Zo kunnen we toch juist op antwoorden komen!'
Ik doe mijn inmiddels helemaal verwarde haar achter mijn oor en kijk niet-begrijpend naar de foto. 'Wat? Zitten ze verstopt onder die kinvetlappen?'
Zuchtend en hoofdschuddend wijst hij naar de foto. Net alsof wijzen alles duidelijk maakt. Ik geef hem een sorry-ik-kan-geen-gedachten-lezen-alsjeblieft-leg-uit blik voor hij dan eindelijk uitlegt waar hij op doelt.
'Jij weet misschien niet wat er is gebeurd, maar hij was er overduidelijk bij.' Hij zoemt uit naar de originele staat van de foto. De gozer kijkt wazig uit zijn ogen en lijkt niet eens in de camera te kijken. Misschien had hij niet eens door dat hij een foto maakte en was hij gewoon zijn vetlappen aan het stretchen.
Ik kijk twijfelend naar Michaël. Hij haalt zijn schouders op. Hoe idioot hij er hier ook uitziet, misschien kan die jongen inderdaad voor antwoorden zorgen. Tot nu toe is hij de enige die ze heeft.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro