19. Ik weet het, Dani
A/N Sorry Levi...
EERDER IN SAY CHEESE:
'Dani, doe de deur achter je dicht!' hoor ik Zinzi dan roepen.
Ik slik.
Dit is het dan.
Ik sluit de deur achter me dicht.
Aflevering 19: ik weet het, Dani
De houten stoelen zitten opmerkelijk vervelend. De gekleurde kussens die erop liggen zijn net te dun om geen last meer te hebben van de houten platen waar je op zit. Tegenover me zit Levi die met diepe ademhalingen naar een punt op de witte tafel kijkt. Hij krabt de verf los met zijn nagels en gebruikt zijn andere hand om zijn hoofd erop te leunen. Zijn blondbruine haren vallen half voor zijn ogen. Schuin naast hem tegen de muur staat een kerstboom, versierd met geverfde kerstballen. Het is net alsof de familie Van Velzen pasen en kerst één feest wilde maken. Ik weet nog dat Zinzi en ik samen een kerstbal hadden versierd. Het was de bedoeling om strakke witte lijnen op een blauwe bal te verven, maar uiteindelijk werden het vaag abstracte vlekken met glitters. Levi en zij hadden er heel veel gemaakt, zeker vijf tot tien. De laatste jaren voelde Levi zich er "te oud" voor, maar hij heeft altijd geholpen ze mee op te hangen.
De kerstboom is alleen opmerkelijk leeg dit jaar.
Ik staar kort naar het vierkanten schilderijtje dat met een wit frame tegen een vaas een leunt. Het is een kleine tekening van een meisje die in de lucht zweeft. Haar haren zijn rood geverfd en zwieren golvend door een lucht vol sterren. Het valt me gelijk op dat de illustratie af is. Weliswaar niet met de gebruikelijke details dat Zinzi's vader normaal in zijn tekeningen gebruikt, sterker nog, de verhouding van het meisje zijn niet helemaal realistisch, maar het heeft wel wat. Iets speels.
'Zinzi's vader maakt een keer iets af,' zeg ik meer om de nare stilte te verbreken dan om dit echt met Levi te delen.
'Nee, hoor,' antwoordt hij dan. We lijken allebei het echte onderwerp te willen vermijden. 'Nooit gedaan en zal hij waarschijnlijk nooit iets doen, behalve voor de prentenboeken.'
'Dit dan,' spreek ik hem tegen om ons uitstelgedrag verder te stimuleren. Al voordat ik het lijstje pak, onderbreekt Levi me.
'Dat is niet van hem.'
'Zinzi?' vraag ik dan verbaasd. Ik heb haar nooit echt zien tekenen. Ze heeft er simpelweg het geduld niet voor. In dat opzicht lijkt ze meer op haar moeder.
'Nee,' Levi zucht alsof hij het eigenlijk niet wil zeggen, 'van mij.' Ik kijk verbaasd naar hem op. 'Meneer van Velzen leert me af en toe iets kleins,' zegt hij er snel achteraan. Hij haalt zijn schouders erbij op alsof het niks is. 'Het was een experiment,' voegt hij eraan toe. 'Niks permanents.' Permanent. Het is geen vloek om te kunnen tekenen. Ik frons even. Levi geeft geen kik. Het lijkt hem echt nul procent te schelen.
Ik kijk weer naar de tekening van het meisje met de rode haren voor het echte meisje met rode haren de woonkamer binnen komt lopen. We kijken haar afwachtend aan als ze haar mond open doet. 'Ik ga guacamole maken,' zegt Zinzi dan. Ze snuift haar neus.
'Zinzi,' zucht Levi dan. 'Zinzi, praat met me.' Alleen is ze alweer de keuken in gelopen.
'Komt Micha?' vraag ik dan maar om die nare stilte te ontlopen.
'Geen idee, maar hij is sowieso "ziekjes" deze week,' zegt Levi op zo'n manier alsof hij er geen bal van gelooft. 'Maarja, vrienden kunnen liegen.'
Ik slik. En we zijn weer terug op dát onderwerp. Zijn groene ogen stralen pure boosheid uit. Ik probeer me deels achter de tulpen in de vaas te verstoppen, maar Levi lijkt er doorheen te kunnen kijken.
'Levi,' slik ik.
'Ik haat je,' reageert hij.
'Levi.'
'Ik haat je.'
'Waar is Nicole?' ga ik dan maar verder. Ik kijk weg van zijn gezicht en friemel bangig met mijn vingers.
'Heb ik niet uitgenodigd.'
We kijken verbaasd op naar Zinzi die met een dienblad guacamole en chips komt. Ik moet nog steeds wennen aan haar nieuwe kledingstijl. Het is niet dat een joggingbroek haar niet staat, het laat haar persoonlijkheid niet naar boven komen. En dát baart me zorgen. Ze houdt er van om jurkjes of schattige rokjes te dragen.
'Ik heb geen problemen met Nicole.' Ze pakt een chipje, dipt het in de guac en eet het alsof dit hele gedoe volkomen normaal is. Alsof we gewoon als een stel vrienden afspreken en praten over koetjes en kalfjes. 'Het is meer een beetje ongemakkelijk tussen Michaël, Levi,' ze slikt even en draait zich naar mij, 'en jou. Ik wil dat achter me hebben.'
'Maar Michaël en Nicole dan?' Tussen die twee is al sinds Westons feest immens veel drama door dat zielige geflirt van Michaël en zijn "maar haar zoenen voelde gewoon zo vertrouwd".
'Kom op, Dani!' roept Levi gefrustreerd uit. Hij grijpt naar zijn haren alsof hij ze één voor één kan uittrekken. 'Zo blind ben je toch niet!' Hij zucht op een "ik kan dit nu echt niet hebben" manier. 'Dat is fangirlen,' gaat hij verder, 'dat is niet verliefd zijn! Als je verliefd bent, denk je constant aan die persoon als een gedicht dat je niet uit kan lezen.' Langzaam draaien Levi's ogen naar Zinzi. Zijn volume verzwakt. 'Als je verliefd bent, geeft die persoon je de aangename warmte van een warme deken en de kriebelige koelte van een lentebriesje tegelijkertijd.'
'Als je verliefd bent...' Hij stopt als Zinzi zich naar hem keert. Levi glimlacht, maar die verdwijnt al snel als Zinzi hem emotieloos aan blijft kijken. 'Als je verliefd bent, ga je niet vreemd,' maakt Zinzi voor hem af. Ze kijkt weer van hem weg en staart naar het neutrale midden van mij en Levi. 'Dit brengt ons naar de discussie waar ik jullie voor had uitgenodigd.'
Levi zucht hoorbaar en bijt op zijn lip. Hij klemt zijn kaken, ontspant zijn kaken, en klemt ze weer stevig op elkaar. Zijn adem komt steeds agressiever tot het gevaarlijk uit zijn neus blaast.
'Meen je dit?' Ik zwaai verward met mijn hand voor haar gezicht om even te checken dat ze niet bestuurt wordt of gewoon echt koekoek is geworden. 'Een discussie?'
'Inderdaad!' benadrukt Levi mij. Zijn kalmte en voorzichtigheid is op slag verdwenen. 'Dani praat onzin!' gaat hij verder, wijzend naar mij. Zodra hij doorheeft dat ik naar zijn wijzende vinger kijk, haalt hij zijn andere hand er ook bij om het wijzen met twee handen te benadrukken.
'Alsjeblieft, Zi,' smeekt hij haar dan, 'alsjeblieft vergeet dit allemaal!'
'Deze discussie dus,' zucht ze. Weer pakt ze een chipje. Ze is de enige die wat eet.
Even laat ze haar blik rusten bij Levi. Vervolgens kijkt ze met haar koele, blauwe ogen naar mij. Het voelt alsof er een immense kloof tussen ons in zit. Tegelijkertijd lijkt ze dicht bij me te zitten, té dicht bij me, té dicht bij het geheim. Alsof ik als doorzichtig plastic voor haar zit en ze mijn hart kan zien dat sneller en sneller klopt en dat mijn zuurstof steeds slechter mijn longen in komt.
Schuldig, gaat er in mijn hoofd. Ik ben schuldig voor het zoenen met je vriendje. Schuldig. Schuldig. Schuldig.
'Ik weet niet wie ik moet geloven. Jij Levi,' ze draait zich met een pijnlijk gezicht naar hem toe, 'ken ik het langst.' Even stopt ze, ze glimlacht, maar al hoofdschuddend krijgt ze die weggewerkt. Ze zucht en vlecht gedachteloos de onderkant van haar rode haren. 'Maar toen je op de middelbare school kwam, werd je een verschrikkelijke klootzak.'
'Maar nu niet meer!' roept Levi snel uit. Hij wil naar haar hand grijpen, maar ze trekt allebei haar handen van tafel af. 'Nu niet meer,' mompelt hij opnieuw. Zinzi negeert zijn opmerking.
'En jij Dani,' ze draait zich naar mij toe, bijtend op haar lip. Ze knippert een paar keer snel met haar ogen. 'Jij bent mijn beste vriendin, jij was mijn allerbeste vriendin, maar je hebt Levi nooit vertrouwd en daarom weet ik niet of ik jou kan vertrouwen.'
Ze zucht even. Ik en Levi kijken elkaar aan als haar ogen waterig worden, maar we durven allebei niet op te staan en haar te troosten, bang om iets verkeerd te zeggen of te doen. Bang om de gehele situatie naar een nieuw dieptepunt te brengen.
Licht snikkend, met haar handen over elkaar op schoot, mompelt Zinzi: 'Ik wil je geloven, Levi.' Ze gaat verzitten om hem goed aan te kijken en haar rug naar mij te keren. 'Ik wil je zo graag geloven.' Zinzi haalt een tissue uit haar zak om haar neus af te snuiten. Vervolgens slikt ze een paar keer, knippert ze een paar keer en zet ze weer die emotieloze glimlach op.
'Zi,' begint Levi, maar meer zegt hij niet. Hij weet niet wat. Met laaiende ogen richt hij zich op mij. "ik haat je" lijkt hij er mee te willen schreeuwen of "dit is allemaal jouw schuld". Het erge nog is dat hij nog gelijk heeft ook. Het is allemaal mijn schuld. Ik had niks moeten zeggen. Waarom had ik toch iets moeten zeggen! Waarom had dit geen geheim kunnen blijven? En nog erger, waarom heb ik de waarheid alleen gedeeltelijk verteld?
'Het betekende vast niks,' probeer ik dan, wetende dat het meisje waarmee hij had gezoend het ook absoluut niet wilde.
'Nee, Dani,' reageert Zinzi nu gefrustreerd. Een stukje van haar kalmte is losgekomen om haar wijsvinger nerveus te laten tikken. Ze bijt op haar lip, kijkt voor zich neer en richt zich weer op mij. Het lijkt alsof de koude lucht van buiten binnen is gekomen om langs mijn botten te kruipen. Mijn tenen wiebelen om weg te rennen, mijn rug is warm van angst en mijn schuldige lippen staan klem op elkaar alsof ik ze kan laten verdwijnen. Alsof ik alles kan laten verdwijnen. Het doet me angst dat iedereen zo kalm blijft zitten. Levi heeft zijn hoofd gebogen en zwijgzaam zijn handen in zijn haren. Zinzi zit netjes, bijna iets té formeel, met haar benen over elkaar en een rechte rug. Zeker met die kleren staat het verwarrend. Gewoon verwarrend. Het punt net voordat iemand uitbarst, is bijna angstaanjagender dan het geschreeuw zelf.
'Het betekent altijd iets,' zegt ze dan. 'Misschien niet altijd genoeg voor een relatie, maar je zoent niet iemand die je smerig vindt.'
Levi zucht, waarna Zinzi zucht, waarna ik slik.
'Je zoent niet iemand die smerig is,' herhaalt Zinzi haar eigen woorden. Er gaat een grote teug lucht in haar longen voor ze me aan kan kijken. 'Vind je Levi smerig?'
Levi kijkt lichtelijk op als hij zij naam hoort, bedenkt dan dat hij uit zijn woorden is en krabt weer de verf van de tafel af. Verlangend staart hij naar de zijkant van Zinzi's gezicht, als een ver land dat je niet kan bereiken, maar altijd al heb willen zien.
'Waar gaat dit heen?' vraag ik, maar het is duidelijk. Het is méér dan duidelijk waar dit heen gaat. Ze weet het. Ze weet het. Ze weet het. Dit is het. Dit is het. Dit is het.
'Ik weet het, Dani,' lijkt ze mijn gedachtes te beantwoorden.
Ik adem niet meer. Ik weet niet meer hoe. Ik weet niet hoe ik moet reageren op Zinzi's gezicht. Ik heb haar nog maar één keer zo gezien. Eén keer in mijn hele leven heb ik haar boos gezien en nóg is dat niet zoals dit. Haar kalmte is totaal verdwenen en haar innerlijke chaos is nu in haar ogen te zien. Haar lippen zijn licht van elkaar verspreid om haar ontblote tanden te zien en haar schouders gaan ver omhoog bij haar diepe ademhalingen.
'Ik weet,' zegt ze met een duidelijke articulatie, 'dat jij het was.'
Nu deze bom is ontploft stromen plots zo veel woorden naar het puntje van mijn tong. Zo veel "sorry" en "het spijt me" en "het was niet mijn bedoeling" dat ik helemaal niks meer kan zeggen. Zo veel angst, paniek en wanhoop dat ik niks meer voel. Zo veel gedachtes dat er slechts geruis klinkt in mijn hoofd.
'Zinzi,' piep ik alleen. Mijn onderkaak trilt en mijn ademhalingen gaan met moeilijk slagen en slikken en onregelmatigheid eruit. 'Zinzi ik-.' Mijn nagels steken zich in de tafel en ik krijg het warm. Zo onvoorstelbaar warm dat mijn tranen net zo goed zweet konden zijn. Alles klopt alsof mijn hart zo ver te keer gaat dat het heel mijn lichaam door elkaar schudt. Mijn voeten duwen zich zich verder in de vloer om houvast te zoeken. Maar ik heb geen houvast, Zinzi was mijn houvast, mijn beste vriendin. Alles is weg.
En ondanks alles. Ondanks dat haar boosheid van haar af straalt, blijft ze kalm.
Ze blijft zo kalm.
Zo ongelooflijk kalm.
Waarom blijft ze zo kalm?
'Hoe ik het weet?' gaat ze dan verder. 'Levi zei het tegen me en ik citeer: "waarom zou ik Dani zoenen?". Je kan daar niet echt iets anders van maken. Behalve...' Ze valt even stil. En dan wordt het duidelijk waarom ze nog niet is ontploft, waarom ze nog niet naar me heeft geschreeuwd, waarom ze nog niet de haren uit mijn hoofd getrokken. Als ze boos is op mij, dan moet ze accepteren dat het wél is gebeurd, en daar is ze niet klaar voor. Haar boosheid heeft een lepeltje zoete hoop overheen verspreid.
'Behalve,' ze slikt even en kijkt me verwachtingsvol aan, 'als Levi niet vreemd is gegaan.'
Zinzi kijkt naar mij. Levi kijkt naar mij. Ik laat mijn blik schieten van het ene paar ogen naar de ander. Dan laat ik mijn blik vallen op tafel.
Ik zwijg.
'Dani?'
Ik zwijg.
'Weet je zeker?' Langzaam, als dan echt de hoop weg begint te varen verliest Zinzi de controle.
Ik zwijg.
'Dani!' schreeuwt ze wanhopig. 'Dani, alsjeblieft!' Ze zoekt naar een drijvende plank dat haar in de zee van wanhoop kan helpen, maar ik kan het niet zijn. Ik heb haar die zee in geduwd.
'Zinzi,' begin ik weer. Er valt een traan over mijn wang. 'Ik wil niet dat het waar is.'
'Klaar!' roept Levi dan. 'Fucking klaar met deze onzin.' Bij het opstaan schuift hij zo agressief de stoel naar achter dat het omvalt. 'Hoe kan je naar die bullshit luisteren! Hoe kan je naar die fucking bullshit luisteren! Waar baseer je het op!'
'Bullshit!' Ik sta ook op en wijs oordelend richting de vieze player. 'Denk je dat ik dit allemaal verzonnen heb, hè!'
'Ja! Anders was je wel eerst naar mij toe gegaan aangezien ik nogal een hoofdrol heb in je flutverhaal!' Hij balt zijn handen tot vuisten. 'Je had misschien eerst aan mij kunnen vragen of het waar is voor je Zinzi shit verteld!' Hij slaat zijn handen gefrustreerd op tafel. Een koude rilling gaat door mijn lichaam. Zinzi schiet geschrokken overeind en heeft alle boosheid van Levi van hem overgenomen.
'En toch heb je me niet alles verteld!' schreeuwt ze naar mij. 'Je hebt jezelf uit je verhaal weggelaten!' Ze bijt op haar lip, kijkt even naar Levi voor medelijden, maar beseft dan weer in wat voor situatie ze zit. Ze schudt verward haar hoofd.
'Ik was boos geweest!' roept ze richting mij. Iets minder luid dan haar vorige woorden. 'Ik zou zo fucking razend op je zijn geweest.' Het valt even stil als ze vermoeid gaat zitten. Zinzi verlaagt de volume van haar stem tot ze gewoon tegen me praat. 'Maar ik had het op een gegeven moment kunnen vergeven, weet je.'
'En mij?' Levi kijkt op. Zijn ogen zijn waterig, maar hij knippert er te veel mee om echt te kunnen huilen. Als ze niet reageert, pakt hij knielend haar hand vast. Echt knielend. Geef hem een ring en het is een aanzoek.
'Hoe lang ken je me nou al?' begint hij voorzichtig. 'Veertien jaar?'
Ze haalt haar schouders op. De sfeer is te pijnlijk om in de buurt te zijn. Ik houd mijn adem in, bang dat zelfs mijn lucht dit moment kan vergiftigen. Maar dat is het echte probleem niet. Het echte probleem is dat ik alles al heb verpest.
'Maar de eerste drie jaar van de middelbare praatten we niet,' spreekt Zinzi hem dan tegen. Ze veegt snel een traan weg.
'En dit jaar hebben we iets.'
'Maar...' Zinzi's stem valt weg. Levi blijft knipperen met zijn ogen, maar er valt dan toch een traan los. Hij veegt het niet weg. Ze kijkt van hem weg.
'Zeg het,' slikt hij dan, 'zeg het in mijn gezicht. Wie geloof je?'
'Ik weet het niet,' mompelt ze paniekerig. Ze trekt haar hand uit de zijne en staat geschrokken op. 'Ik weet het niet!' Ze duwt Levi van haar weg, slaat haar handen om zich heen alsof ze niet weet wat ze er mee moet doen. 'Ik weet het niet!' huilt ze dan. In haar paniekerige beweging slaat ze het lijstje met Levi's tekening van tafel. We schrikken van het geluid van gebroken glas.
Er zitten krassen op het roodharige meisje. Met glasscherven eromheen.
Al starend naar het lijstje klikt ze het gouden hangertje rond haar nek los. Levi schudt zijn hoofd, kijkt haar smekend aan, maar ze pakt zijn hand vast om het te openen. 'Nee,' mompelt hij dan alsof hij zelf kapot is gevallen op de grond, 'nee, nee, nee,' smeekt hij als hij de ketting in zijn hand ziet vallen. Hij drukt zijn gevulde hand tegen Zinzi's borst aan, maar ze zet een stap naar achteren. 'Nee!' schreeuwt hij dan. Tranen vullen zijn ogen als hij met wanhopige en vermoeide slagen bij Zinzi probeert te komen, maar zij constant meer stappen naar achteren zet.
'Het is niet waar!' schreeuw ik dan. 'Het kan niet waar zijn!' schreeuw ik opnieuw. Liever liegen dan die twee uit elkaar zien gaan. Maar Zinzi beseft wat ik doe en schudt haar hoofd.
'Uit mijn huis,' snikt ze hoofdschuddend. 'Uit mijn huis!'
Ik haast me haar huis uit en hoor Levi nog een poging wagen.
'Ik moet even alleen zijn,' mompelt Zinzi tegen hem. Een seconde voordat we de deur achter ons dicht doen, kunnen we haar nog net horen huilen. Een seconde later doet Levi naast mij hetzelfde.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro