De gestoorde op het gangpad
De ondergrond verdween onder mijn voeten en ik viel.
De vloer was instabiel en barsten hadden het al een lange tijd ontsierd.
En nu,
Op de bodem van de stad vol wanhoop en afschuw.
Nu is het koud.
Dus ren ik, met bloed bedekte knieën.
En met gebalde vuisten sla ik tegen de muren
En ik krijs.
Ik krijs een geluid waar mijn keel me nog dagen voor zal straffen.
En ik sla in het rond,
tegen zowel de stenen muren als de houten planken.
En nu,
Met trillende lippen en rode ogen
Voelen mijn bloedende knockers als een dam die mijn tranen bedwingt.
Maar dat lukt niet.
Het is niet erg.
Er is niemand die het ziet.
Hoe kan dat ook als alleen de zoute smaak mijn tranen onderscheidt van de regen die de stad verslindt.
Misschien is het beter zo
als ik stop.
Als ik me ergens neerzetten waar de stilte me kan verstikken
Als ik de mist van pijn me laat omhelzen als een sluier van schaamte.
Ik lach,
en huil,
en lach,
en huil.
Omdat ik gestopt ben met te proberen.
Omdat ik besloten heb dat er niks meer is om te geven
Niks meer is om bang voor te zijn.
Niks meer is dan een gestoorde in de wandelgang.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro