Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

19

Vrijdag 10 september

Ik schrik op van het gerinkel van mijn telefoon. Het is half zes in de ochtend en mijn automatische alarm laat me weten dat ik me moet klaarmaken om pap te gaan ophalen.

Ik wrijf met mijn hand over mijn pijnlijke nek. Ik ben in een verkeerde houding in slaap gevallen op de zetel en ik voel me geradbraakt.

Hoopvol kijk ik of ik nog een bericht van Tom heb ontvangen maar helaas.

Door de regen van deze nacht moet ik een aantal plassen op straat ontwijken op mijn weg naar pap. De parking van Tom ligt er verlaten bij. Ik ben wat te vroeg en prul aan een velletje aan mijn vinger.

Als ik opkijk naar het café denk ik even dat ik boven de gordijnen zie bewegen. Maar dat zal wel gezichtsbedrog zijn, want er brand nog geen enkel licht binnen. Ik staar nog even, maar zie niets meer. Het zal wel de schaduw van de straatlantaarn geweest zijn of zo.

Pap is moe als hij van de shuttle stapt. Hij is niet meer zo spraakzaam als gisteren.

Thuis eten we snel een boterham met choco en dan vertrek ik weer naar school. Gelukkig is het alweer vrijdag.

- - - - -

Na schooltijd ga ik nog snel even in het computerlokaal alle online taken bekijken. Als ik de hele lijst zie, ben ik opgelucht dat ik dat nog doe. De onderwerpen voor de actualiteitstest van volgende week baren me wel zorgen. Maar het is niets vergeleken met wat er nog door mijn hoofd spookt.

Thuis heeft pap weer eten gemaakt. Nuja, eten opgewarmd. Het avondeten bestaat uit twee diepvriesmaaltijden. Dit is de eerste keer deze week dat we nog eens samen eten aan de tafel, maar veel hebben we niet tegen elkaar te zeggen. Pap probeert even het onderwerp 'Felix' ter sprake te brengen maar ik ga er niet op in en wimpel het af met "We zien wel", waarop ik instant de tafel begin af te ruimen en doe alsof ik het heel druk heb.

Ik wandel pap weer naar de shuttle en stap daarna op het café af. Ik heb een besluit genomen. Ik ga het Tom vertellen. Ik hoop dat hij me gaat kunnen helpen om van Felix af te komen.

Tom kijkt dan misschien wel op als ik binnenkom, maar hij kijkt ook meteen terug weg. Ik stap achter de toog en leg mijn jas in een hoek.

Tom groet me niet. Het maakt me niet uit hoe vervelend hij doet. Mijn eerste reactie is om hem ook te negeren. Koekje van eigen deeg. Maar dat wil ik niet. Daar ben ik niet voor gekomen. Ik wil niet doen alsof met mij alles ok is en we niets te bespreken hebben. Tom heeft al wel duidelijk gemaakt wat hij van Felix vindt. En daar wil ik het graag met hem over hebben. Want diep vanbinnen weet ik dat hij helemaal gelijk heeft. Maar hoe begin ik eraan? Hoe vertel ik tegen Tom alles over Felix?

"Hey Tom," zeg ik. Maar hij blijft me negeren.

Ik staar Tom aan, nadenkend over hoe ik het gesprek zou beginnen. Tom is glazen en kopjes aan het herschikken. Volgens mij staan ze al wel goed. Maar toch blijft hij er mee in de weer.

Ik wacht op een reactie maar die komt niet. "Kunnen we praten?" vraag ik uiteindelijk.

Tom draait de tassen zodat de oren in dezelfde richting staan. Echt totaal nutteloos volgens mij.

"Waarover zou je met mij willen praten?" vraagt hij dan zonder opkijken, zijn nadruk leggend op 'mij'. Ik kan nog net zien hoe hij met zijn ogen rolt.

"Over gisteren," zeg ik aarzelend. Hij gaat me hier toch niet alles tot in detail laten zeggen hoop ik.

"Het leek me gisteren wel duidelijk dat ik niet diegene ben met wie je eigenlijk wil praten," antwoordt hij botweg.

"Nee dat is niet waar!" Ik geraak wat in paniek. Als Tom me afwijst, wat moet ik dan? Dan zie ik geen enkele oplossing om van Felix weg te kunnen. "Tom alsjeblieft?" Ik besef dat het haast smekend moet klinken.

Eindelijk kijkt hij me aan. "Wat dan?" Hij doet nog altijd even afstandelijk. Maar ik ben al blij dat hij me wil aankijken.

"Ik ben niet met Felix." Het is er uit voor ik het goed en wel besef.

"Dus je hebt hem gisteren niet gekust?" Tom zijn stem klinkt nog steeds allesbehalve vriendelijk. "En je hebt hem ook niet bij je thuis uitgenodigd om te blijven eten."

"Pap heeft hem uitgenodigd. Ik niet!" roep ik. Maar dan besef ik dat iedereen in het café me heeft verstaan en ik voel mijn wangen helemaal rood worden.

"Ik heb hem niet uitgenodigd," herhaal ik op half fluisterend.

"Maar je hebt hem wel gekust. En dat was gisteren niet de eerste keer. Dus ..." Hij houdt zijn hoofd half schuin. Alsof hij daarmee wil zeggen dat ik nu maar met bewijzen moet afkomen.

"Dus wat?" Ik moet me inhouden om niet weer te roepen.

Tom staart recht in mijn ogen. Zijn ogen waren nog nooit zo donker. Ik heb het gevoel dat hij me ermee treitert.

"Dus je moet niet liegen tegen mij." Hij blijft me aanstaren. "Toen jullie wegwaren heeft Felix me alles vertelt. Hoe vaak hij je al gekust heeft. Wat jullie nog meer hebben gedaan. En hoe gewillig jij wel niet was. Dus zeg het maar gewoon zoals het is. Ik weet toch al alles."

Mijn adem stokt en ik hap naar lucht. Wat heeft Felix allemaal wel niet gezegd? Ik was toch echt niet gewillig? Hoe vaak heb ik wel niet 'nee' gezegd? O mijn God, nu denkt Tom vast dat ik een mega slet ben of zo. "Ik ben niet ... het was niet ...," ik weet even niet wat te zeggen. Ik twijfel er nu zelfs aan of Tom me wel zou geloven.

"Wat heeft hij dan gezegd dat we gedaan hebben?" Meer dan gefluister is het niet.

We kijken elkaar al lang niet meer aan. Dit is zo'n ongemakkelijk gesprek.

"Ik heb niet met hem ... jeweetwel," zeg ik tenslotte.

"Toch bijna dan," antwoord Tom bot.

Plots kijkt Tom op en staart hij naar iets achter me. En als ik me omdraai zie ik dat Felix met zijn andere teamgenoten binnen komt. Automatisch doe ik een paar stappen achteruit maar dan bots ik tegen Tom die daar natuurlijk staat. Ik draai me terug naar hem en kijk naar de grond. "Sorry," mompel ik.

Het tikje op mijn schouder doet me verstijven. "Dag schatje," zegt de stem achter mij. Zelfs zonder dat hij gesproken had, had ik kunnen raden dat het Felix was. Ik zie het aan de manier waarop Tom kijkt en reageert. Zijn ogen spuiten vuur.

Felix vouwt zijn armen rond mij en kust mijn nek. Ik probeer Tom nog een laatste keer aan te kijken en hoop dat hij ziet dat ik hier niet mee akkoord ga. Maar Tom kijkt helemaal niet naar mij. Hij staart naar de zaal.

"Jij mag hier niet komen achter de toog," zegt Tom bits tegen Felix, zonder hem ook maar één blik te gunnen.

"Het is al goed. Mopper jij maar wat verder. Ik ben alweer weg." Felix draait me om zodat ik hem nu aankijk. Met zijn duim gaat hij over mijn lippen. Even schiet de gedachte door me heen om goed hard in zijn duim te bijten, maar dat doe ik niet. "Jij brengt ons wel wat biertjes he," hij kijkt me grijnzend aan. Het enige wat ik durf te doen is knikken.

Ik staar Felix na als hij naar de tafel stapt waar zijn ploegmaten al plaats hebben genomen. Mijn blik blijft staan bij Sarah, de vriendin van Marc. Ze kijkt me ook aan. Een diepe frons prijkt op haar voorhoofd. Haar lippen bewegen. Ze probeert me iets te zeggen, maar ik kan niet echt opmaken wat. Ik schud mijn hoofd en haal mijn schouders op om haar te antwoorden dat ik het niet begrijp. Dan wendt ze zich tot Marc en begint tegen hem te praten.

Ik merk opeens op dat Tom niet meer naast me staat. Hij is zijn kopjes weer aan het schikken. De oren in de andere richting deze keer. Hij is echt niet in zijn normale doen. Dat kan toch niet allemaal met mij te maken hebben?

Zuchtend begin ik een lading biertjes te tappen, waarna ik met mijn volle plateau naar de tafel van Felix stap. Ik ga bewust niet in de buurt van Felix staan maar helemaal aan de andere kant van de tafel. Daar laad ik snel alle biertjes van mijn plateau die onder veel gejoel worden verdeeld.

Alvoor ik de tafel terug verlaat, durf ik toch nog een blik op Felix te werpen. Natuurlijk zit hij me grijnzend aan te staren en ik betreur meteen mijn actie. Ik kijk snel weg, maar ik voel hoe zijn ogen op mij gericht blijven.

Ik draai me om en probeer mezelf af te leiden door de andere tafels te bedienen. Het is best druk in het café aan het worden. Blijkbaar is er ook een belangrijke match van de Belgen bezig, en alhoewel Tom geen tv-scherm in zijn café heeft hangen, komt het halve dorp hier toch graag samen om op radio of gsm te volgen. En om er luiduchtig commentaar op te geven natuurlijk.

Tom ontwijkt me. Als ik eindelijk terug achter de toog sta, is hij meteen weg. Hij gaat de zaal rond om leeggoed op te halen, iets wat ik hem nog nooit zo frequent heb weten doen. Hij verdwijnt en komt dan even later terug met iets pietluttig zoals propere vaatdoeken. En hij gaat constant naar zijn drankenberging om lege en volle kratten bier en frisdrank te wisselen.

Ik begin aan een tweede lading biertjes. Het lijkt wel de rode draad van de avond te worden. Voetbal gaat blijkbaar enkel samen met bier drinken. Veel bier drinken. Alle tafeltjes bestellen quasi enkel bier.

Het lukt me aardig goed om bij Felix vandaan te blijven. Maar als ik voor de vijfde keer biertjes naar zijn tafel breng, en daarbij wederom aan de andere kant van de tafel ga staan, verstijf ik. Felix staat op en stapt op me af.

Ik had allang terug achter de toog kunnen staan. Maar ik lijk me niet te kunnen bewegen. Felix zijn omhelzing is niet gewoon een omhelzing. Hij schuift zijn handen onder mijn trui en gaat meteen omhoog naar mijn borsten. De kussen in mijn hals hebben niets sensueels meer en ik begrijp niet hoe ik dat tot een paar dagen geleden nog plezierig vond.

- - - - -

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro