Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

8

"Christof alles wordt anders"

Onwetend wip ik van mijn ene bil naar de andere.

"Sorry, maar wie is dit?"

"Cristof Klavers je moet naar me luisteren. Je moet voor hem oppassen jongen. Voordat je het weet breng je iedereen in gevaar. I-"

Knal. Doodse stilte.

"H-hallo?" Stotter ik.

Niks. Verdoofd hang ik op en wrijf ik over mijn rechterschouder, precies waar het litteken in de vorm van een olifant zit, zoals ik altijd doe wanneer ik verontwaardig ben.

Weer gaat me telefoon, deze keer zonder te kijken neem ik hem op. "Ja?" Zeg ik schor, de angst voor schuldgevoelens op mijn schouders.
"Ja, waar zit je nou?"
Tegelijktijdig oplucht en teleurgesteld dat het niet weer dezelfde beller is.

"Alice..."

"Waarom ben je niet op school Chris we maken ons zorgen om je!"
"Dat hoeft niet, het gaat prima." "Waar ben je..." "Ik ben in het park. Ik ga nu naar huis."
Zonder dat Alice nog wat kan zeggen hang ik op. Nog steeds van slag door het anonieme telefoontje, maar ik kon het niet zeggen tegen haar. Ik kon het haar niet aandoen om haar ongerust te maken. En terwijl ik met haar aan de telefoon was besefte ik dat ik mijn moeder dat ook niet aan kon doen.

Voorzichtig open ik de deur van de woonkamer. Mijn moeder staat bij het aanrecht een mandarijn te pellen. Mr. Ictoxix glipt tussen mijn benen door de gang op. Het kan me niks schelen, ik kan alleen maar kijken naar mijn moeder. De moeder die ik met alles wat ik me heb zal beschermen. Ze draait zich om, haar rode, opgezwollen ogen verraden dat ze al uren aan het huilen is.
"Mam," krijg ik er alleen uit, met een klein stemmetje. Ze schud haar hoofd en komt naar me toelopen. We knuffelen. "Het spijt me zo erg, ik-" mijn zin maak ik niet eens verder af want ik weet niet wat ik verder nog wil zeggen. We knuffelen en ik huil alles er uit, het liefst schreeuw ik maar het komt er niet uit. Ik voel me klein, ik voel me bang, ik voel me gefrustreerd. Al die tijd heb ik Alice al in de deuropening zien staan. Geen idee waar Hans is. Ik laat mijn moeder los en loop naar Alice toe. Tijd om haar mijn excuses aan te bieden.
We nemen plaats in de tuin. Het weer past helemaal niet bij mijn stemming. De zon schijnt en de vogeltjes fluiten vrolijk. Alice zegt niks en daaruit begrijp ik dat ze wacht op een uitleg van mij. "I-ik. H-h-het," ik zucht, "Het spijt me Alice"
Kalm maar met een meelevende glimlach kijkt ze me aan. "Wat is er toch met je Christof?"
"Ik ben gewoon zo boos, zo bang"
"Waarvoor?"
Weer wrijf ik over mijn litteken terwijl ik stug voor me uitkijk om een nieuwe lading tranen tegen te gaan. Wanneer Alice doorheeft dat ik het haar niet ga vertellen gaat ze verder. Ze legt een hand op mijn schouder. "Je kunt niet weg blijven rennen Chris" Dan staat ze op en gaat naar huis. Ze verwacht me morgen op school en wegblijven heeft dus geen zin. Toch blijf ik nu het liefst in mijn bed liggen, en ik lig er nog niet eens.

Ik heb mezelf door de laatste paar dagen gesleept. Het was weer goed met Hans en Alice maar Jamie kon ik nog steeds niet aankijken of aanspreken. Ik probeerde haar ten aller tijden te ontwijken wat soms best moeilijk was. Aangezien ze telkens tegen me probeerde te praten. Elke keer kon ik haar op tijd vermijden tot vandaag. De pauze is net begonnen en ik loop uit de klas als ik een hand om mijn pols voel en ik wordt mee getrokken naar geen idee waar. Dan zie ik wie het is. Jamie. Ik probeer mijn pols te bevrijden maar het lukt niet.

"W-wat doe j-je?" het komt er stom uit veel minder stoer dan ik wil. Jamie zegt niets en ik zie dat ze me mee neemt naar het dak van de school. Als we op het dak staan komt ze tot stilstand. "Waarom ontwijk je me?" Ze kijkt me gekwetst aan. "Dat d-doe ik niet" "Dat doe je wel. Je hebt nadat ik je tegenkwam in de supermarkt niets meer tegen me gezegd. Niet eens hoi..." Haar lip trilt zacht. "Heb i-ik iets v-verkeerd gedaan?" Ik zucht "Nee." Ik wil haar aanraken en zeggen dat het me spijt maar ik moet mezelf beschermen tegen de pijn van een gebroken hart. "W-wat dan?" Ze snikt zachtjes. Sorry hart maar ik kan me niet meer inhouden. Ik trek haar tegen me aan in een knuffel. Dan gaat het brandalarm.

Verschrikt duw ik haar een stukje van me vandaan. "We moeten hier vandaan." Ik trek haar achter me aan de trap af. Op de derde verdieping is het al helemaal leeg. We rennen de volgende trap naar beneden. De rook slaat ons tegemoet, we proberen verder te lopen maar dan is daar een vlammenzee. "Shit" Het verlaat haar mond zacht en toch hoor ik het. "Ja shit, we moeten terug. Bedek je mond met je shirt!" Ik trek haar weer mee terug naar boven. Ik wil de deur naar het dak openen maar door de brand zijn alle automatische deuren nu vergrendeld. "Fuck. Fuck. Fuck. Hij is vergrendeld we kunnen niet meer naar buiten." "Wat?" Jamie kijkt me verschrikt aan. "Ik ga hulp bellen." Aka Hans.

Hij neemt direct op. "Chris, ben je okay!" Hij schreeuwt in de telefoon.
"We hebben hulp nodig. We staan op de derde verdieping!" "Wat! Op de derde?! En wie is we!"
"Jamie en ik."
"Shit, okay de brand is heel erg... Het is begonnen op de tweede verdieping. Dus zoek een goede plek no matter what ga niet verder naar beneden." "We zijn al beneden geweest maar we kunnen inderdaad nergens anders heen." "Alice heeft het verteld er komt hulp. Blijf daar!" "Schiet op!" schreeuw ik en dan hang ik op.

Jamie kijkt in shock voor haar uit. Ik heb geen idee wat ik moet doen. Ik loop dichterbij en pak zacht haar bovenarm vast. "Het komt goed. Ik beloof het." Ze glimlacht heel voorzichtig. "Dankje." Dan pak ik haar hand en trek ik haar naar een kamer ver bij het trappenhuis vandaan. Daar sluiten we ons op.

Op de klok in het lokaal zie ik dat we hier nu al een kwartier zitten wanneer ik iets hoor. Is het hulp? "Ik ga kijken blijf hier." Jamie knikt. Ik sta op en doe de deur open. De rook slaat me meteen in het gezicht. Ik begin te hoesten maar doe mijn shirt voor mijn mond en loop naar buiten, de deur doe ik achter me dicht. "Hallo!?" Ik schreeuw hard. Ik hoor niets. "Hal-" "Help!!"Help me alsjeblieft!" Ik schrik. Er is nog iemand in de school. "Wie is daar! Waar ben je!" "I-ik ben Dean. Ik ben in de W-Wc!" Het klinkt zwak en het wordt vervolgd met een enorme hoestbui. "Ik kom er aan!"

Ik doe de deur naar mijn schuilkamertje open. "Jamie, er is iemand in de Wc beneden. Hij heeft hulp nodig. Ik ben zo terug." Ik zeg het snel en kalm voor ze me tegen kan houden doe ik de deur weer dicht en loop ik in de richting van het trappenhuis. Met mijn shirt voor mijn mond probeer ik zo snel mogelijk bij de trappen te komen. "Welke verdieping!?" "Tweede." Weer wordt het gevolgd door een hoest bui. Ik zie de vlammen onder me. Het was op de tweede gestart dus klimt het naar me toe. Ik zucht diep en ga de trappen af. Ik zie alleen maar rood, oranje en meer rood. De hitte, de rook en de stank slaan me in het gezicht. Behalve rook en vlammen zie ik geen hand voor ogen. "Ik ben Chris. Ben je alleen?" Ik probeer rustig tegen hem te praten zodat hij rustiger wordt en zodat ik zijn locatie kan vinden op geluid. "N-nee er is een meisje verderop. Denk ik, volgensmij hoorde ik haar huilen." Hij zegt het onwijs snel vol angst en weer gevolgd door een hoestbui. God ik kan haar niet achterlaten.

Ik vind de toiletdeur en trek hem open. Alleen maar rook. "Ik ben er." Ik kuch even. "I-ik kan niet meer op staan..." Hij hoest en hoest. "Ik draag je wel waar ben je ongeveer." "Rechts van de ingang." Ik draai naar rechts en probeer niet op hem te stappen. Na een paar stappen voel ik zijn hand om mijn enkel. "Chris" Hij hoest weer. "Ja ik ben hier. Probeer rustig op te staan en op mijn rug te klimmen." Hij pakt mijn been en ik help hem opstaan. Het is een lange jongen ik denk uit de vijfde. Shit zo sterk ben ik helemaal niet. Toch hijs ik hem op mijn rug en begin ik terug naar het trappenhuis te lopen. Dean hoest dicht bij mijn oor. Ik vind het ongemakkelijk maar schudt het nare gevoel van me af.

Ik heb moeite met stappen zetten. Iedere stap voelt als zwemmen tegen de sterke stroming in. Nog drie trappen te gaan. Dean voelt zwaar aan op mijn rug. Ik voel dat het zweet langs mijn voorhoofd en kin naar beneden drupt. Ook is mijn shirt doordrenkt van het zweet. Het maakt me niet uit ik moet Dean boven krijgen. Hij hoest weer en ik ook. Nog twee trappen te gaan.

Ik kom boven en sleep Dean naar de schuilkamer. Snel doe ik de deur open en sleep ik ons naar binnen. Ik doe de deur achter me dicht. Jamie helpt Dean om op de grond te zitten. Deze kamer vult zich nu ook langzaam met rook. Dit is echt heel slecht. "Jamie er is daar nog iemand. Ik kan haar niet dood laten gaan." "Nee dat is echt veel te gevaarlijk je bent kapot!" "Je hebt het nummer van Hans of Alice toch! Bel ze en zeg dat ze moeten opschieten." Dan loop ik de kamer weer uit en ga ik terug naar de trappen.

Ik kom beneden en moet de vlammen ontwijken. Ik probeer te luisteren. Ik hoor alleen de brullende vlammenzee. Ik loop verder en verder.

Tot ik gesnik hoor.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro