Fantasy
Een nieuw stuk voor de schrijfwedstrijd en dit keer over fantasy. Ik hou totaal niet van fantasy, dus dit keer was het erg lastig.
-----------------------------
Ik hoor een raar geluid, het klinkt een beetje als een uil, maar toch weer niet. Sowieso heb ik echt geen flauw idee waar ik ben. Ik liep weg van huis, omdat ik ruzie met mijn ouders had. Ik ging naar het bos om af te koelen en viel per ongeluk in slaap. Toen ik wakker werd, kon ik mijn ogen niet geloven. Ik was ineens ergens anders, het leek wel een soort fantasiewereld. Ik ben verder gaan lopen op zoek naar mijn huis. En nu ben ik hier, nog steeds in een bos, maar dan met bomen in allerlei kleuren en vormen. Er vliegen allemaal aparte wezens door de lucht en ze maken rare geluiden, dus waarschijnlijk werd het geluid dat ik net hoorde gemaakt door zo'n klein vliegend wezentje. Kom ik ooit nog uit deze wereld? Toen ik hier wakker werd, vond ik het nog wel grappig en gaaf, maar nu niet meer. Ik word er gek van. Waarom ben ik dan ook zo dom geweest om weg te lopen van huis? Waarom heb ik uberhaupt ruzie gemaakt met mijn ouders terwijl het nergens, maar dan ook echt nergens voor nodig was. Mijn benen worden moe, dus ik besluit even te gaan rusten tegen een boom met een roze stam en blauwe bladeren. Ik voel me slap, want ik heb al een heel tijd niets meer gegeten. Opeens valt er van alles uit de boom naar beneden: snoepjes, koekjes, aardbeien en nog veel meer. Het valt op me, maar ik voel er niets van. Het is heel erg veel voedsel en het ziet er heerlijk uit. Het is net of hij kon ruiken dat ik honger had. Ik pak voorzichtig een koekje en stop hem in mijn mond. Hij smaakt goed, tienduizend keer lekkerder dan een koekje in 'de normale wereld'.
Nadat ik al het lekkers heb opgegeten, loop ik verder. Hoewel ik al het eten op heb, voelt mijn buik toch echt niet vol. Het is een fijn gevoel dat ik zo veel kan eten als ik wil, zonder dat ik het gevoel heb dat er iets in mijn buik zit. Toch wil ik hier weg, alleen ik heb een voorgevoel dat dat niet gaat. Wat moet ik nu doen? Ik loop over een paadje met groene stenen. Ineens begint het te waaien. De wind blaast mijn blauwe haar mijn gezicht in. Wacht, mijn blauwe haar? Sinds wanneer is mijn haar blauw? Mijn haar was mijn alles, mijn mooie lange stijle lange haar is nu blauw. De tranen springen in mijn ogen. Dit mag en kan gewoon niet. 'Ik wil hier nu uit,' schreeuw ik, maar de kans is klein dat iemand me hoort. Dan vliegt er, op wonderbaarlijke wijze, een klein vogeltje rondjes om mijn hoofd en gaat na een tijdje op mijn schouder zitten. Het is een paars met roze vogeltje, of het is iets anders dat vliegt, in deze wereld weet je niets zeker. 'Wil je naar huis?' piept het beestje. Kan hij praten? Dit is ongelooflijk. 'Ja,' stamel ik, nog steeds niet wetend hoe een vogel kan praten. 'Oke, maar dan moet ik je eerst wat voorwaarden vertellen,' piept hij weer. 'Oke', zeg ik nu al wat zelfverzekerder. 'Ik kan jouw met mijn magische spreuk terugsturen naar de planeet aarde vanaf hier, de planeer jesna. Je zal je dan helemaal niets meer herinneren van dit avontuur en je zal gewoon weer in je bed liggen en wakker worden.' Ik denk even na en stem dan in. 'Oke, roep de spreuk maar uit,' zeg ik. Hij begint te praten. 'Grisnav javsk colaj pidakla doebal dobako', zegt hij wijs en serieus. Ik voel een windvlaag en daarna voel ik niets meer.
'Wakker worden!' schreeuwt mijn vader vanaf beneden. Ik zucht, maar sta dan op. Ik wil zeker niet te laat komen op school. Dit gaat weer een lange saaie dag worden, net als altijd.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro