Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 3

Rond een uur of zes schrik ik wakker van het gelijk van een dichtslaande deur.
Verdwaasd kijk ik om me heen. Ik lig op de grond met de foto van mijn moeder in mijn handen. Dan herinner ik me gister avond.
'Casper! Kim en ik gaan naar haar training. Zorg dat je op tijd op school komtu!' Roept mijn vader van beneden.
Ik brom iets terug dat een soort "ja" moet voorstellen. Er volgt weer een deur die dichtslaat. De voordeur dit keer. Godzijdank. Die zijn weg. Ik probeer op te staan, maar voel de pijn in mijn nek en zak weer terug op de grond. Langzaam probeer ik hem te bewegen. Een luidde kraak volgt. Ik bijt op mijn kiezen om de pijn te onderdrukken, wat pijn in mijn kaak veroorzaakt.
Uiteindelijk weet ik mezelf bij elkaar te rapen en sta op. Ik loop de badkamer in en zet een warme douche klaar. Uitkleden doe ik zonder in de spiegel te kijken. Ik wil mezelf niet zien nu. Die machteloze jongen. Ik heb een hekel aan hem.
De warme stralen op mijn stramme lichaam doen me goed. Ik voel mijn spieren wat losser komen en tegen de tijd dat ik de douche uitstap kan ik zelfs mijn nek weer redelijk bewegen. Als ik aangekleed ben en mijn tanden gepoetst heb besluit in toch in de spiegel te kijken, zodat ik kan zien hoe erg de schade is en zodat ik mezelf misschien nog iets op kan knappen voor school. Het is nog erger dan ik dacht. Er zit een schram op mijn kaak, die doorloopt tot in mijn hals. Waarschijnlijk van mijn vader trouwring, die hij droeg toen hij me raakte. Bovendien is mijn oog knalblauw. Ik had wel gevoeld dat het moeite koste om hem open te houden, maar dit ziet er wel heel heftig uit. Ik poets wat bloed van de schram en besluit dat ik vandaag iets met een kraag moet dragen.
Ook zit er een blauwe plekken op mijn schenen en heup, maar dat ziet niemand zolang ik een lange broek draag. Dat oog kan ik niet veel aan doen....
Precies kwart over acht staat Mike voor ons huis. We fietsen vaak samen naar school. Als Mike niet te laat is tenminste. Wanneer ik de deur uitstap kijkt hij me met een lelijk gezicht aan. 'Oef wat heb jij gedaan.'
Ik pak mijn fiets en kijk hem veelzeggend aan. 'Ongelukje.'
Samen fietsen we de straat uit. 'Je pa weer?'
Ik knik. Ik schaam me kapot om het te moeten toegeven, maar ik wil niet liegen tegen Mike.
De rest van de weg houdt hij zijn mond erover. Tot de school in zich komt. 'Weetje Cas, ik denk dat dit niet langer oke is zo.'
Ik kijk hem vragend aan. 'Dat wat oke is?'
Hij kijkt me doordringend aan. 'Dat gedoe met je vader.'
Ik lach spottend. 'Vertel mij wat.'
'Misschien moet je met iemand gaan praten?' Vraagt hij zacht, bijna alsof hij het niet durft te vragen. Ik schud direct mijn hoofd. 'Niet nodig.' Wanneer we het schoolplein op fietsen, begint hij zachter te praten. 'Ooit gedacht aan de politie of de kindertelefoon of-?'
Ik kijk geschrokken om me heen of iemand ons kan horen. 'Ben je gek? Straks word ik uit huis geplaatst of zo.'
Hij haalt zijn schouders op. 'Misschien is dat wel beter?' Ik schud van nee. Een of ander pleeggezin, ik dacht het niet. We parkeren onze fietsen in de stalling. 'Zeg, heb jij geleerd voor wiskunde?' Vraag ik ineens luchtig om van onderwerp re veranderen.

Hij kijkt mijn strak aan en trekt zijn wenkbrauw op. Een paar seconden blijft hij stil. 'Nee. Jij wel?' Antwoordt hij dan net zo ontspannen als ik.
Al pratend lopen we de school in. En daarom is Mike dus mijn beste vriend. Op hem kan ik altijd rekenen.

Met mijn kraag opgetrokken tot mijn kin en mijn pet ver over mijn hoofd getrokken zit ik in de klas. Natuurlijk heb ik al een keer of tien naar Fien gekeken. Ze ziet er nog mooier uit dan normaal, terwijl ik er nog lelijker bijloop als altijd. Vandaag draagt ze een truitje dat haar echt geweldig staat. Eén keer keek ze ook mijn kant op. Misschien naar iemand naast me of achter me, maar toch. Ach wie houdt ik voor de gek?
'Casper?' Vraagt de docent.
Ik schrik op. 'Vierenzeventig' fluistert Tom in mijn oor. Voordat ik me ook maar kan afvragen waarom hij helpt herhaal ik het. Heel de klas begint te lachen.
De leraar zijn ogen worden groot. 'Brazilië ligt in vierenzeventig?'
'Ehmm.' Ik wrijf ongemakkelijk over mijn kin. Tom is de populairste jongen van de klas. Hij en Fien zitten al een tijdje achter elkaar aan. Ik had het kunnen weten....
In mijn ooghoek zie ik hoe Fien naar me kijkt en om me lacht. Ik weet niet of ik daar blij mee moet zijn.
'Doe trouwens die pet eens af' zegt de inmiddels geïrriteerde docent.
Als ik niet meteen doe wat hij zegt vervolgt hij: 'Dat blauwe oog kan je toch niet verbergen.'
Ik weet niet wat ik moet antwoorden en doe de pet af. De klas valt stil.
'Gevochten zeker?' Vraagt hij.
Ik knik kort en vermijdt ieder oogcontact. Tom klopt me op mijn schouder. 'Wauw. Caspertje toch, kleine jongens worden groot.'
De klas lacht weer. Ik wissel een blik met Mike, die meteen wegkijkt.


Eenmaal in de fietsenstalling blijk ik mijn fiets naast die van Fien te hebben gezet. Hoe krijg ik het toch voor elkaar? We kijken elkaar kort aan, maar zeggen niets. 'Ik hoorde dat je gevochten had?' begint ze dan toch. Ze spreekt het uit alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ik knik voorzichtig en weet niet wat te zeggen. Ze glimlacht. 'Doe je dat vaker?' Ik schud meteen mijn hoofd. 'Nee, natuurlijk niet.' Teleurgesteld kijkt ze me aan. 'Oh, ik vind het wel stoer, jongens die vechten.' Ik glimlach ongemakkelijk. 'Ik ehm....' Wat moet ik hier nou weer mee?

'Kom je naar het schoolfeest vanavond?' Onderbreekt ze mijn gestamel. Het schoolfeest, dat was ik al bijna vergeten. Weer knik ik. 'En jij?' Ze lacht alsof dat een domme vraag is, terwijl ze haar fiets uit het fietsenrek rijdt. 'Tuurlijk kom ik.'

'Zie je daar' roep ik haar na, terwijl ze op haar fiets stapt en glimlachend wegfietst. Oh wat heb ik dit toch weer verprutst.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro