De koning van Kiriwiri
Nu was het eiland dan wel onbekend, maar dat betekende niet dat er geen mensen woonden. In tegendeel, er woonden heel veel mensen. Wel tweeduizend. Het eiland werd geregeerd door Koning Likkebaard.
Koning Likkebaard was een oude man, hij zat dan ook al 30 jaren op de troon en regeerde zijn eiland perfect. Niemand had klachten. Er was maar een defect aan Koning Likkebaard. Hij hield erg van eten en hij at dan ook erg veel. Tafels en tafels vol met eten werkte hij naar binnen, de koks waren niet aan te slepen en werkten in ploegendiensten om aan de wensen van de koning te kunnen voldoen.
Op het midden van het eiland stond een grote vulkaan. Deze was 300 jaar geleden voor het laatst uitgebarsten en men dacht dat hij uitgedoofd was. Het was een vruchtbaar eiland en er groeiden allerlei groenten en fruit in overvloed. Velden vol met mais en koren, kokospalmen en ananasplanten, een koffieplantage en komkommers, cacaoubonen. Zelf een kleine rijstplantage. Nee de inwoners hadden niet te klagen en zeker geen honger. Het was er fijn om te wonen.
Het paleis van Koning Likkebaard stond een kleine kilometer van de oostkust vandaan. In een mooie groene vallei, waar hij een prachtig uitzicht had op de weelderig begroeide vulkaan. Een schitterend oerwoud, en de vulkaan stak er trots boven uit.
Koning Likkebaard had veel personeel in dienst. Uiteraard de paleiskoks, ministers, schatkistbewaarders, lakeien - die hem bedienden, en zijn trouwe rechterhand Hendrick-Jan ook wel HaaJee genoemd.
En natuurlijk was er een koninging, een hele mooie trouwens. Koninging Veronique. Ze was prachtig en droeg indrukwekkende lange jurken, speciaal ontworpen door de paleis-kleermaker die werkte alleen met de beste stoffen en het mooiste gouddraad.
Koning Likkebaard zat aan het hoofd van de tafel. Het was een lange, lange tafel. Met wel 50 stoelen. Ondanks dat de Koning zoveel personeel had, en zijn vrouw alleen de beste en mooiste kleding droeg, was het een vriendelijke koning. En alle personeelsleden aten met de Koning mee.
"Nou, dat ziet er weer verukkelijk uit." zei Koning Likkebaard terwijl hij zijn lippen likte, "jullie hebben echt weer je best gedaan. Vertel eens, wat hebben jullie vandaag weer bereid?"
De eerste kok nam het woord. "Op deze schaal ligt gestoofde zwijnebout op een bedje van krulsla, afgemaakt met een dressing van stoofpeertjes."
"En dit, edelachtbare Koning," sprak de tweede kok, "is een vissoep van verschillende zoet en zoutwatervissen. Gekruid met dragon en tijm en een vleugje kaneel."
"Lijkt me heerlijk. En dat daar? Wat is dat?" De Koning wees naar een grote glazen kom, vol gekleurde stukjes fruit.
"Dat, edelachtbare Koning," begon de derde kok, "is een fruitbowl van wel 20 verschillende soorten tropische vruchten met onder andere ananas, mango, banaan, passsievrucht en lychees. Een genot voor het oog en een streling voor de tong!"
"Genoeg gepraat, rijk mij het brood aan." zei de Koning. En hij begon aan zijn maaltijd. "Toe, eet mensen, jullie hebben hard gewekt vandaag. Eet zoveel jullie op kunnen."
Gezamelijk begonnen ze aan hun maaltijd.
De Koning begon met een grote kom salade, en daarna nam hij een groot stuk zwijnebout. "Hmmm záálig." Hij nam ondertussen hapjes van zijn versgebakken brood met kruidenboter en prikte zijn vork af en toe in de kom met bowl. Daarna vroeg hij om de vissoep en at wel 5 kommen leeg. Met de punt van zijn servet veegde hij een paar kruimels van zijn grijze baard. Hij at de halve kom met bowl leeg en vroeg daarna om een toetje.
"Is er nog frambozenpudding?" vroeg de Koning en hij keek vluchtig de tafel over.
"Eh, nee sire, de frambozenpudding was vandaag mislukt... het koksmaatje heeft hem aan laten branden." zei de eerste kok.
"Wat?!?! Geen frambozenpuddding?!?! En wat moet ik dan eten nu?! Ik ga dood van de honger!!!" schreeuwde de Koning uit. Hij schoof zijn stoel met een ruk naar achteren en rukte zijn servet af. "Geen frambozenpudding?!?! Dat is toch wel het toppunt. Allemaal van tafel af! En ruim die tafel leeg. Ik wil over een half uur die pudding voor mijn neus, anders zwaait er wat!!!" Stampvoetend liep de Koning naar zijn slaapvertrek.
Tja. Een vriendelijke Koning was het wel, maar niet als hij zijn frambozenpudding niet kreeg. Of iets anders waar hij op dat moment trek in had. Dan werd het een briesende leeuw, een woeste gorilla en kon je je maar beter uit de voeten maken.
De koks renden in allerijl naar de paleiskeuken terug om zo snel als mogelijk de pudding te bereiden. Ze wilden niet aan de leeuwen gevoerd worden. De eerste kok wierp een boze blik naar het koksmaatje, die met een pruillipje terugkeek. Hij kon er ook niets aan doen, hij was pas een week in dienst en moest alles nog leren.
Koninging Veronique kwam deftig aanlopen op haar hoge hakken schoentjes en stak haar hoofd met haar keurig gekapte haren door de deur van de keuken. "Maak jullie geen zorgen. Ik heb hem wat gekalmeerd. Denken jullie dat het gaat lukken om de pudding over een half uurtje klaar te hebben?"
"Het zou moeten lukken, majesteit." sprak de tweede kok.
"Dat is mooi. Maak het niet te laat. De Koning is in de Salon, en hij heeft berehonger. Maak ook nog wat thee, en doe er maar een stapel koeken bij."
"Prima majesteit." En de koks gingen driftig in de weer, het zou moeten lukken en dan was de Koning weer zo mak als een lammetje.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro