Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Winter

Het is me gelukt! Ik ben ontsnapt! Ik weet niet hoe, maar het is me gelukt!

Storms pijnlijke schreeuw blijft zich maar door mijn hoofd spelen en een goed gevoel nestelt zich in mijn buik.

Ik let niet echt meer op mijn omgeving waardoor ik de twee wolven die achter me rennen niet hoor aankomen tot ze me bespringen.

Ik hou een jank in als één van de wolven hard aan mijn staart trekt en de ander zijn poten op mijn beide schouders plaatst.

Ik kan nauwelijks tegenstribbelen.

De wolf die aan mijn staart trok verschijnt in mijn gezichtsveld met een stapel kleren.

Vlak voor mijn neus legt hij ze neer.

Oh nee, ik ga dus echt niet veranderen!

De wolf stapt van mijn schouders af maar blijft achter me staan.

Woedend kom ik overeind maar ik weet dat ik geen kant op kan.

Verdomme...

'Of je gaat moeilijk doen door proberen te vluchten wanneer je je aan het omkleden bent of je doet niet moeilijk en we slaan je niet helemaal verrot.' zegt volgens mij de wolf achter mij bazig.

Ik denk dat hij een Bèta is aangezien hij met veel gezag in zijn stem praat.

Pech voor hem dat ik meer gezag heb.

'Durf je dat wel? Een bazige toon tegen een alpha aanslaan?' zeg ik terug.

'Jij bent geen alpha dus waarom zou ik dat niet durven?'

'EN JIJ GAAT NU HEEL SNEL OPHOUDEN MET DIE BAZIGE TOON VAN JE.' roep ik met mijn alpha-stem.

Ik voel de wolf achter mij een beetje in elkaar krimpen maar hij blijft gewoon staan.

De andere wolf daarentegen jankt zachtjes en zakt door zijn poten en gaat op de grond liggen.

Direct merk ik de verbazing en verontwaardiging van de andere wolf op.

'Deef, ga recht opstaan jij idioot. Zij is je Alpha niet dus je mag niet naar haar luisteren, begrepen?! Dit is een ernstige belediging voor Alpha Storm!'

'Sorry, Bèta!' Piept de wolf voor me genaamd Deef.

Ik had wel gelijk dat de wolf achter me de Bèta is.

'Laat ook maar. Winter, trek gewoon deze kleren aan of anders doen wij ze aan.'

Deef schrikt duidelijk want hij kijkt met grote, bange ogen naar de Bèta.

Mijn god, er is nog iemand in Storms roedel die de rechten van een vrouw respecteerd!

Of hij heeft een heel duidelijk bevel gekregen dat hij niet aan me mag zitten en me al helemaal niet mag omkleden, kan ook natuurlijk.

Ik grom boos en ontbloot mijn tanden.

Direct worden er tanden in mijn staart gezet en word er hard aangetrokken.

Ik piep en de tanden verlaten mijn staart.

Direct voel ik dat de wond al begint te helen, gelukkig.

'Kleed. Je. Om!' Sist de bèta geïrriteerd.

Ik schud mijn kop en zoek ondertussen naar een uitgang.

Ik ben waarschijnlijk sneller dan hun dus als ik zou willen zou ik kunnen vluchten maar ik ben op andermans terrein dus ik ken het hier niet zo goed en ik weet niet wat de eigenaar nou precies is van de Alpha van deze wolven dus weet ik niet hoe goed zij het gebied kennen.

Plus, ik weet ook niet hoeveel Hunters hier zijn en hoeveel vallen er zijn gezet en ook nog werken.

Op dit pad staan er waarschijnlijk geen gezien het feit dat hier duidelijk nog wel eens wandelaars langs komen.

En zij staan precies voor mijn uitgangen.

Fack.

Waarom Karma?!

Waarom nu?!

'Wat kijk je boos, Winter. Is er iets?'

'Álpha Winter voor jou, meneertje hielenlikker.' Zeg ik boos tegen de Bèta die direct begint de grommen van verontwaardiging.

'Oh, moet ik nu bang zijn? Even dat je het weet: ik ben een Alpha, weet je wel? Iemand die véél meer gezag heeft dan jij met je "Bèta-skills". Understand? Of moet ik het nog een keer uitleggen?' Zeg ik kleinerend tegen de Bèta die nog steeds achter me staat.

Waarom blijft hij achter me staan?!

Mijn gezicht is véél interessanter!

En de vluchtroute die hij me dan geeft ook, hè hè.

'Probeer jij me nu bang te maken met je "Alpha-skills"? Dat gaat je echt belabberd slecht af.'

'Ik denk dat het me beter afgaat dan jij met je "bèta-skills". '

'Kleed je nu gewoon aan, stom mens.' mengt Deef zich in het gesprek.

'Gut, hoe schattig. Deefje komt de Bèta te hulp.'

'Hou je kop, kutwijf.'

'Als ik jou was zou ik dat terug nemen, Bèta. Ik denk niet dat je Alpha dan heel erg blij met je zal zijn.'

'Ik denk dat hij bozer op jou word als jij nu niet meekomt.'

'Ik ben al héél lang voor hem op de vlucht. Ik denk dat ik zijn tirade nog wel langer aan kan.'

Plots grijpt de Bèta mijn staart weer beet en begint er knetterhard aan te trekken en in te bijten.

Ik begin te janken.

'Als je nu niet veranderd en je aankleed, doen wij het écht.' gromt de Bèta in mijn hoofd.

Piepend knik ik terwijl ik op de grond ga liggen als teken van overgave.

Langzaam laat hij mijn staart los en laat hij me al piepend opstaan.

Met een woedende blik in mijn ogen pak ik de kleren op en loop ik naar een brede boom.

Als ik erachter ben, verander ik in mijn mensen-vorm en kom tot de pijnlijke conclusie dat er een bijtafdruk op de plek van mijn staartbotje staat.

'KOMT ER NOG WAT VAN?!' schreeuwt volgens mij de Bèta hard.

'Ja, ja. Even geduld... weet je hoeveel pijn het doet om gebeten te zijn in je staart?' mompel ik terwijl ik vlug de beha en het witte shirt aantrek, godzijdank schijnt het niet door.

'NIET ZO BRUTAAL, VERDOMME!'

Ik rol met mijn ogen en trek vlug de hipster aan en daarna de donkerblauwe skinny-jeans. Op blote voeten stap ik achter de boom vandaan.

'Wel, dat werd tijd.' zegt één van de jongens arrogant terwijl hij mijn lichaam scant.

'Zal ik ook nog een rondje voor je draaien?' zeg ik sarcastisch terwijl ik mijn armen over elkaar sla.

'Ja.' zegt de jongen met een grijns die ik het liefst van zijn gezicht af wil slaan.

Met mijn ogen rollend draai ik vliegensvlug een rondje.

'De beet is te zien in dat shirt, nou ja, het bloed dan.' zegt de andere jongen, waarschijnlijk Deef.

'Nee joh, Deef! Ik weet niet wat ik zonder jouw'n briljante hersens zou moeten.' zegt de Bèta sarcastisch.

'Sorry, Bèta.' mompelt Deef zacht terwijl hij naar de grond kijkt.

Ergens krijg ik wel medelijden met deze jongen, ik bedoel maar: welke Bèta of Alpha behandeld zijn roedelleden nou zo onbeschoft en respectloos?

Precies, zij dus.

Ik snap niet dat deze dude nog Bèta is en Storm nog Alpha.

Al weet ik natuurlijk niet hoe Storm zijn roedelleden behandeld maar afgaande op deze gozer hier niet bepaald goed.

Plots zie ik een kans om te ontsnappen en direct begin ik te rennen.

Maar voor ik ook maar in de buurt van mijn ontsnappingsroute ben, word ik al vastgegrepen en achteruit getrokken.

'Dacht het even niet, dametje.' sist de Bèta in mijn oor.

Wild tegenstribbelend probeer ik los te komen maar de Bèta blijft me stevig vasthouden.

'Deef, pak haar benen. Ze mag nu absoluut niet ontsnappen.' blaft de Bèta Deef toe.

Direct komt Deef in beweging en grijpt mijn benen en klemt ze onder zijn armen.

Wild blijf ik proberen om los te komen terwijl ik hun huid helemaal vol scheld en schreeuw dat ze me los moeten laten.

Ze beginnen te lopen met perfecte samenwerking.

Na zeker tien minuten komen we aan bij een open plek.

Voetstappen deze kant op. Iemand die mij overneemt.

'Welkom.' Hoor ik Storm zeggen terwijl zijn gezicht in mijn gezichtsveld verschijnt.

'Van jou hoef ik geen welkom, klootzak!'

Ik hoor mensen grommen maar al snel stoppen ze doordat Storm hen tot stilte gebaart waardoor hij bíjna de controle over mij verliest, bíjna!

'Dan heb je pech want voorlopig blijf je hier.' Zegt hij terwijl hij begint te lopen.

Ik voel de blikken van de roedelleden op ons branden maar dat kan me even niks schelen.

Hij loopt richting een erg groot huis, wat waarschijnlijk het roedelhuis is.

Als we binnen zijn loopt hij regelrecht door naar boven.

De geur van wolfsbane dringt mijn neus binnen en die geur word steeds sterker waardoor ik alleen nog maar harder ga tegenstribbelen.

Behendig opent hij een deur, waar de geur van wolfsbane heel erg vanaf komt, met zijn elleboog en loopt naar binnen waarna hij met zijn voet snel de deur dicht doet.

Hij loopt regelrecht naar het bed en laat me erop vallen, om direct boven mij te komen hangen.

Boos kijk ik hem aan.

'Kan je dan ook nooit stoppen met boos naar mij kijken?' Vraagt hij met een plagende ondertoon.

'Ja hoor, als ik jou vermoord heb!' Sis ik tegen hem waarna ik mijn handen om zijn keel probeer te leggen maar hij pint ze al zuchtend boven mijn hoofd.

Boos en afwachtend kijk ik hem aan terwijl ik erachter probeer te komen wat zijn volgende stap zou kunnen zijn.

Dan valt het me op dat hij zijn heupen buiten het bereik van mijn knieën houdt.

Een grijns breekt door op mijn gezicht en ik zeg:

'Bang dat ik je weer in je klokkenspel trap, Storm?'

'Hoe raad je het? Alleen mijn eigen mate zou dat kunnen raden.'

Dát had jou niet moeten zeggen, Storm. Dat was onbeschrijfelijk stom.

'Dan is het maar goed dat ik je mate niet ben.'

Zijn ogen kijken me gekweld aan maar ik zie er ook een vastberadenheid in verschijnen die ik daar weg wil hebben.

'Je bent mijn mate Winter, niemand kan daar iets aan veranderen. Je bent van mij, alleen van mij en ook daar kan niemand iets aan veranderen! Zet je erover heen! Je komt hier niet meer weg, niet zolang ik hier de leiding heb. Je bent van mij Winter, alleen van mij.'

Zijn stem word steeds kouder en killer en zijn blik word steeds harder.

Voorspelbaaaaaaaar!

Dan trekt hij me aan mijn armen omhoog en via mijn middel trekt hij me tegen zich aan.

'Waarom snap je het gewoon niet Winter? Wat is er zo verkeerd aan wat ik doe? Ik wil je gewoon naast me hebben. Als mijn luna, mijn kleine sneeuwvlokje. Ik ben sinds mijn tiende opzoek gegaan naar jou en toen ik je eindelijk had gevonden, vijf, zes jaar later, rende je weer weg! Alles wat ik heb gedaan, deed ik voor jou Winter. Begrijp dat dan! Waarom ben je zo onbereikbaar? Waarom ben je in godsnaam zo koppig? Waarom Winter? Waarom...'

Zijn stem klinkt wanhopig en zijn ogen kijken me triest aan.

Een onbekende woede krijgt me in zijn ban en woedend spring ik op, iets wat hij duidelijk niet verwacht heeft.

'JIJ WILT WETEN WAAROM, KLOOTZAK?! WIL JE DAT?! WAAROM ZOU IK JE HET IN GODSNAAM VERTELLEN ALS JE HET ZELF AL WEET, HÈ? WAAROM ZOU IK HET JOU VERTELLEN?! IK HÁÁT JE VERDOMME! JE HEBT ME MIJN JEUGD AFGEPAKT PLUS MIJN FAMILIE!' Schreeuw ik woedend naar hem terwijl ik begin te trillen en ik tranen voel verzamelen in mijn ooghoeken.

Storm staat nu ook op en zijn ogen fonkelen woedend.

'DAT WAS EEN ONGELUK, VERDOMME! HET WAS NOOIT MIJN BEDOELING OM JOUW'N TE VERMOORDEN! ALS JE GEWOON MET MIJ MEE WAS GEGAAN WAS DIT ALLEMAAL NIET GEBEURD! ALS JE VADER MIJ NIET HAD AANGEVALLEN WAS HIJ NU OOK NIET DOOD GEWEEST! ALS HIJ JE ZUS NIET VOOR ZICH UIT HAD GEDUWD, RECHT OP MIJN NAGELS HAD IK HAAR HART ER NIET GERUKT EN LEEFDE ZE NU NOG! WAT IK DEED WAS PURE ZELFVERDEDIGING! WAAROM VERTEL IK JE DIT EIGENLIJK ALS JE ME TOCH NIET ZAL GELOVEN, VERDOMME? HET IS VERDOMME JE VADERS SCHULD DAT SUMMER DOOD IS EN DIE VIJFTIEN LEDEN VAN JE ROEDEL! HET IS VERDOMME ALLEMAAL ZIJN SCHULD!'

Hij... hij... hij heeft Summers hart erúít gerukt?!

De tranen beginnen te stromen en het lijkt net alsof mijn hart weer word verscheurd.

'WAAROM HUIL JE NU DAN? IS JE DROOMBEELD VAN JE PAPA NU VERPEST?! WEL, GEFELICITEERD! DAN WEET JE OOK HOE IK ME VOEL AL SINDS IK DRIE BEN!'

Angstig krimp ik ineen terwijl de tranen blijven stromen maar Storm lijkt ze niet te zien.

Langzaam komt hij weer tot rust en dan ziet hij de tranen.

Er verschijnt een grimmige uitdrukking op zijn gezicht.

'Ik kan wel zeggen dat het me spijt maar het spijt me eigenlijk helemaal niet. Dus sorry geen sorry.'

'W... waarom duwde pap Summer voor zich uit?' Mompel ik.

'Weet ik veel. Het is nu een beetje laat om dat aan je vader te vragen, hè?'

Dat was de druppel, al mijn wonden zijn nu helemaal open gehaald.

Hevig snikkend zak ik op de grond terwijl ik mijn knieën optrek en mijn armen er om heen sla en mijn hoofd erop neer leg.

'Ga je nu ook al huilen als ik iets zeg? Triest zeg.'

Met betraande ogen kijk ik op en zeg:

'Het gaat er niet om dat je iets zegt, maar om wát je zegt.'

#teamWinter, #teamStorm of #teamStoter? (Team Stoter is Storm en Winter, I know geen geweldige shipnaam. Iemand een betere? Aan diegene draag ik het volgende hoofdstuk op!)

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro