Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

V. Dag 43

Vrijdag 2 november 2018

Alweer een maand verder. Het lijkt veel, maar de dagen gaan langzaam. We hebben geen last meer gehad van moderne piraten. Daar zijn we erg blij mee. Een dag later vaarden we langs de stad Lagos in Nigeria. Daar besloten we van boord te gaan om mensen om hulp te vragen. We moesten iets. Onze honger werd steeds erger en drinkwater was ook schaars. Uit de zee drinken kan niet. De eerste mensen hadden ons weggestuurd of weggejaagd, maar uiteindelijk waren er een paar zeelieden die ons hadden willen helpen. Een man zijn vrouw kwam uit Europa en had dezelfde tocht eens gemaakt. Nadat ze hem ontmoet had, wilde ze hier blijven, maar ook zij had tijdens de tocht naar het land een ontmoeting gehad met de beruchte piraten. Noud en ik zagen dit als het lot dat ons hielp, want dat moest wel. De mensen gaven ons een overvloed aan flessen drinkwater mee, waarbij ik mezelf een beetje af vroeg of dat wel goed was. Hadden zij zelf nog niet wat nodig, had ik mezelf afgevraagd, maar ik hield mijn mond. De mensen leken zich opgewekter te voelen doordat ze konden helpen. Ze gaven ons nog flink wat voedsel. Genoeg om het vol te kunnen houden tot Kaapstad. Dat zou hun volgende stop zijn. We wilden het niet aannemen, maar de vrouw drukte wat briefjes in Noud zijn handen en wenste ons een voorspoedige reis. Daarna was het voor ons tijd om Lagos te verlaten, maar niet zonder de mensen enorm te bedanken door een maaltijd met ze te delen. Dit konden ze zeer waarderen. Ik zag het in hun ogen. Niet vaak zie ik mensen die zo gelukkig worden van iets kleins als mensen helpen of met mensen eten en gewoon gezellig praten. Het was een geluk dat ze Engels praatten. Dat maakte alles een stuk makkelijker.

Na het vertrek was er niet veel meer gebeurd. Niets, eigenlijk. Dagen tikten voorbij. We wisselden weer af met bij het roer staan en het eten klaarmaken. Toch was het niet zoals eerst. Er werd niet zoveel meer gesproken. Ik wist niet wat ik moest zeggen en iets in mij zei mij dat hij hetzelfde had. Sinds de overval vinden we de woorden niet meer om met elkaar te kunnen praten. Ik merk dat ik hem mis. Mijn beste vriend. De enige waarbij ik altijd terecht kon als er wat was. Andersom was dat ook zo. Misschien doen de woorden er ook niet meer echt toe. Gister hadden we een momentje samen. We spraken niet, maar hadden elkaar wel innig aangekeken. Ik was ons moment aan het begin van de reis nog niet vergeten. Hij misschien ook niet. Geen idee wat ons bezielde, maar de tijd leek stil te staan. Zijdezachte lippen raakten de mijne en ik voelde hoe mijn adem stokte. Hij had zich teruggetrokken. Zijn ogen zochten in mijn gezicht. Zoekend naar een reden waarom ik geschokt was. Ik vond het lief. Het was impulsief geweest en hij had haar niet willen afschrikken. Dat had hij dan ook niet gedaan. Ik had mijn handen op zijn wangen gelegd en drukte mijn lippen tegen de zijne. Wat volgde was een vurige zoen die wel minuten lang leek te duren. Mijn armen gingen om zijn nek. Op mijn zij voelde ik zijn handen neerdalen. Het was niet raar. Het was niet fout. Het voelde goed. We hadden dit nodig. Ik had hem nodig. Hij had mij nodig. We hadden een manier gevonden. Een manier om elkaar te vinden en met elkaar te communiceren. Niet met woorden. We deden het met ons lichaam. Dat was voor ons genoeg.

Na de zoen hadden we elkaar nog even kort aangekeken. We hadden dezelfde vraag in ons hoofd. Ik zag het aan de rimpel in zijn voorhoofd. Het is de rimpel die hij krijgt wanneer hij ergens bezorgd over is. Zich zorgen maakt om iets. Ik begrijp hem, want ook ik weet dat we zojuist een weg in zijn geslagen waarvan geen van hen beiden weet waar het naartoe zal leiden. Het kan maar twee kanten op en allebei hopen we op het beste. We zijn al zo lang vrienden. We willen niet zonder elkaar. Ik hoop dat dat ook nooit zal gebeuren. Ik hield zijn handen nog even vast. Met mijn duimen wreef ik over de rug van zijn handen en voordat ik hem los had gelaten om richting het roer te lopen, keek ik hem diep in de ogen aan. Zonder te spreken maakten we elkaar een belofte: we zullen elkaar nooit loslaten.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro