Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

III. Dag 4

Maandag 24 september 2018

Vandaag heb ik een gedeelte van de dag aan het roer gestaan. Een vaarbewijs heb ik niet, maar Noud wel. Van de zomer heeft hij mij het een en ander al geleerd. Nu liet hij mij op sommige momenten alleen en dan was het goed opletten of ik wel in de goede richting bleef varen. Dit was meestal wel het geval. Dat gaf mij een lekker gevoel. Wat mij een minder lekker gevoel gaf, was het feit dat we geen woord meer gesproken hadden over gisteravond. Alsof het nooit gebeurd was. Daardoor heb ik mij afgevraagd of ik het wel op moest brengen.

We hebben een simpele, maar lekkere lunch gehad. Die gekochte aardbeien smaakten nog verrukkelijk! Na de lunch was het aan Noud om aan het roer te staan. Voordat hij ging, stond ik op en dropte ik de bom: ik wilde praten over gisteravond. Tot haar verbazing had hij enkel zijn schouders opgehaald en gezegd dat er niks was om over te praten.
'Dus jij wilt beweren dat er gister niks was? Ik bedoel, tussen ons. Bij de kachel,' zei ik.
'Nee,' antwoordde hij onverschillig, 'Niet iets waarover gepraat moet worden.'
Daarna had hij zich omgedraaid en was hij vertrokken.

Verbaasd was ik bij de tafel blijven staan. Er was niets om over te praten, blijkbaar. Wilde hij doen alsof het nooit gebeurd was? Of was er volgens hem ook niks gebeurd? Dat wist ik niet. Ik begrijp er nog minder van dan eerst. Met een diepe zucht heb ik daarna de tafel opgeruimd.

Vervolgens heb ik een lange tijd buiten gestaan met mijn jas aan, op het gangboord, aan de linkerkant van het schip. In Europa was het weer nog grimmig geweest, zeker op zee, maar ik kon nu echt merken dat we bij de Westelijke Sahara vaarden. Voor even kon ik zonder jas van de buitenlucht genieten.

Verderop kon ik het land zien en een tijd lang heb ik er naar zitten kijken. Dat was de Westelijke Sahara. De woestijn waar ik zoveel over gelezen en gehoord had. Er zou veel sprake zijn van geweld in dat gebied en daarom hadden we al afgesproken om hoe dan ook niet aan wal te gaan in dit stuk. Toch ben ik blij dat ik ernaar heb zitten kijken. Met mijn ogen had ik plots wat zien opdoemen. Eerst wist ik niet wat het was, maar ik had een verrekijker bij de hand. Meteen viel mijn mond open van verbazing toen ik door de verrekijker keek.
'Noud, moet je zien! Dit moet je zien!' had ik hysterisch geroepen.
Een beetje in paniek door het geroep kwam Noud haar kant op.
'Wat is er?' vroeg hij, wat verward door de toon die ik had aangeslagen.
Het enige wat ik deed was glimlachen en hem de verrekijker geven. Met gefronste wenkbrauwen nam hij de verrekijker van mij over en keek de richting op die ik zei. Zijn gefronste wenkbrauwen veranderden al snel naar twee opgetrokken wenkbrauwen toen hij zag wat ik bedoelde.
'Dromedarissen! Wild!' had hij verrast geroepen. 'Dat is zo vet!'
De blijheid kon ik in zijn stem horen, wat mijn glimlach deed verbreden.
'Ja, toch?' reageerde ik en pakte de verrekijker aan van Noud, die hem terug gaf.
'Ik moet weer aan het roer staan. Wisselen we om zes uur?' zei hij.
Natuurlijk had ik geknikt en ik zag hem weer verdwijnen naar het stuur.

De rest van de middag was voor mij gevuld met lezen en het voorbereiden van het avondeten. Ditmaal was het aardappelpuree met zalm en daarbij wat seizoensgroenten. Noud had het gulzig opgegeten en ook ik had het erg smakelijk gevonden. Toen we klaar waren was ik opgestaan om de boel op te ruimen en naar het roer te gaan, maar werd belemmerd door een hand die mijn pols vastgreep. Niet begrijpend wat er aan de hand was, keek ik naar Noud. Mijn ogen vingen de zijne. Mij ervan lostrekken ging niet.
Hij vroeg alleen: 'Wij zitten goed, toch? Wij twee?'
Verbaasd had ik mijn wenkbrauwen gefronst. Ik moest toegeven dat ik mij anders voelde door gisteravond. Het zat mij niet lekker, want zoiets hoorde niet tussen ons. Niet tussen mij en Noud.
'Ja, natuurlijk,' zeg ik met een kleine glimlach. 'Je bent mijn beste vriend en ik zou niet zonder je kunnen.'
Noud had geknikt en een opgeluchte glimlach verscheen op zijn gezicht.
'Ik ben blij dat je dat zegt.'

Daarna stond ook hij op van zijn plek en liet hij mijn pols los. Samen ruimden we de boel op. Her en der wisselden we een glimlach. Niet veel later stond ik aan het roer en het donker in kijkend, zat ik te denken. Het zit goed, vertelde ik mijzelf, tussen Noud en mij. We zijn vrienden. Gewoon vrienden.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro