H.41
Joë pov.
'JACE! JACE!! GODVERDOMME, JACE! STA STIL! WAAR WIL JE NAARTOE MAN?!' schreeuw ik boos terwijl achter Jace aan ren die in als een kip zonder kop door het bos aan het rennen is.
Niks lijkt tot hem door te dringen en het is alsof hij helemala doorgedraaid is. Hij rent alleen maar dieper het bos in, naar plekken die ik niet ken en ik denk hij ook niet maar dat weet ik niet zeker want hij leeft al zo'n beetje zijn hele leven in dit bos maar het is zo groot dat ik het gewoon niet zeker weet...
Een schot vult mijn oren en ik duik naar de grond terwijl ik Jace zie doorrennen. Waarom maakt het hem niks uit dat er jagers zijn?! Normaal is hij altijd zo voorzichtig met ze! Hij is helemaal gek geworden ofzo?!
Nog een schot vult mijn oren en ik probeer me van het zicht te onttrekken maar dat gaat er lastig met de geur van Wolfsbane die nu mijn neus in probeert te dringen en mijn kracht uit me wegtrekt.
Shit, dit is niet goed..
'JACE!' schreeuw ik nogmaals ook al weet ik dat het voor dovemansoren bestemd is.
Plotseling grijpt een hand mijn elleboog en word ik ruw in een groep stekelige bosjes gesleurd. Niet veel later vullen mijn longen zich met schone lucht nadat er iets om mijn mond en neus heen word gedrukt waarvan ik denk dat het een gasmasker is. Ik begin te hoesten en probeer overeind te komen maar word ruw weer neer geduwd.
'Blijf liggen.' sist er een vrouwenstem in mijn oor terwijl er plots iets scherps tegen mijn nek word gedrukt.
Ik verstijf en probeer de vrouw naast me te zien maar het is te donker, plus als ik mijn nek iets te ver omdraai doorboort haar dolk mijn nek en ik blijf liever de komende tijd nog leven.
Een groep jeeps zoeft langs ons heen en ik zie blaadjes Wolfsbane op de grond vallen van waar de jeeps daarnet reden.
Zodra de jeeps buiten gehoorsafstand zijn, haalt de vrouw haar dolk van mijn nek weg en duwt mij ruw weer uit de nogal stekelige bosjes. Ik krabbel haastig overeind en check de omgeving om te zien of er toevallig nog Jagers in de buurt zijn ook al kunnen we ze niet zien, horen of ruiken.
Je weet tegenwoordig maar nooit met die snipers..
Er klinkt geritsel achter me en ik draai me om naar mijn redster en die tegelijkertijd mijn bedreigster is of was.
Het eerste wat me opvalt is dat het geen vrouw is maar een meisje. Ze is hooguit negentien, misschien net twintig. Haar zwarte haren zitten in een slordige paardestaart op haar hoofd en het ziet er niet bepaald gekamd uit. Haar gezicht is bedekt met aangekoekte aarde en opgedroogd bloed samen met een dun laagje zweet dat haar voorhoofd beschilderd. Ze is helemaal in het zwart en donkergroen gekleed gematched met bruine legerschoenen. Eén van de mouwen van haar shirt is kapot gescheurd en er zit een flinke scheur in haar broek. Om haar middel hangt een brede zwarte riem met daaraan twee holsters waar handgeweren in zitten en nog wat dolken aan vast gemaakt zijn. In haar hand houdt ze de dolk die ze tegen mijn nek aan drukte, gezien de rode streep die langzaam langs de dolk naar beneden stroomt. Op haar rug heeft ze een koker met pijlen er in, wat me verteld dat haar boog ergens dicht in de buurt is. Mijn ogen gaan weer naar haar gezicht en zoeken haar ogen, die verrassend groen zijn. Haar groene ogen staan waarschuwend, alsof ze me waarschuwt dat ik er nu beter niet vandoor ga. Niet dat ik dat van plan ben, ik bedoel, dit meisje draagt zo'n beetje een heel arsenaal bij zich en ziet er verdomd intimiderend uit! Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt er vandoor te gaan terwijl zij duidelijk nu de machtigste is.
Het valt me nu pas op dat mijn wolf erg onrustig is, wat mijn stemming erg beïnvloed.
'Dude, wat is er met je aan de hand?'
"Weet ik niet... Zij... Jij.... Ik.... Wij.... Ugh! Ik weet het niet! Er klopt iets niet bij haar maar ik kan er niet opkomen wat. Het is echt frustrerend!" Gromt Fillijn uiterst geïrriteerd.
'Oké. Oké, buddy. Rustig aan nu, je komt er wel uit. We komen er samen wel uit, oké? Er is niks aan de hand, ze heeft ons nog niet geprobeerd te vermoorden, ze heeft ons in feite eigenlijk gered dus ik denk dat we niet heel erg in gevaar lopen dus doe gewoon lekker rustig aan. Observeer haar, denk wat na en je zult zien dat je het dan binnen no time weet. Gewoon rustig doen, oké buddy?'
"Oké. Je hebt gelijk, er is nog niks gebeurd waar we ons echt zorgen om hoeven te maken dus er is waarschijnlijk ook gewoon niks aan de hand. Ja, dat is het waarschijnlijk gewoon."
'Dus, weer rustig?'
"Helemaal. Laten we er nu maar eens achter komen wie dit mysterieuze meisje is en waarom ze ons nou precies heeft gered."
'Dat klinkt als een plan.'
"Dit is ook ons plan, jij imbeciel."
Ik rol mijn ogen en onderdruk een glimlach. Fillijn en ik hebben een bijzondere relatie met elkaar maar ik ben er blij mee. Hij is niet echt een heethoofd maar eerder iemand die eerst de hele situatie observeert en vervolgens met het beste plan komt. Het is dan ook niet zo gek dat we vroeger bij de Strategen hoorden voordat we uit de Roedel werden gegooid.
Plotseling lig ik op de grond en hangt het meisje boven me met een nogal woeste uitdrukking op haar gezicht.
Volgens mij zit ik diep in de shit...
Ellen pov.
Ik merk dat ik door iemand word gedragen, gezien het feit dat er twee armen zich onder mijn oksels en knieholtes bevinden en ik een beetje heen en weer word gewiegd. Niet veel later word ik ergens op neergelegd en ik denk dat het een matras is.
'Ellen.' Klinkt er een bekende stem die ik herkend als die van Max.
'Ellen, word wakker.'
Ik ben wakker! Ik krijg alleen mijn ogen niet open en kan me niet bewegen maar ik ben wakker! Laat me bewegen! Laat ze zien dat ik wakker ben! Laat me me bewegen! Laat me mijn ogen open doen!
'Verdomme, Ellen. We hebben je nu echt nodig! Michael is bewusteloos en Sophie is verdwenen en word verplaatst naar Nederland waar we de taal niet kennen of de cultuur of het land zelf! God, had ik nu maar naar Kellin geluisterd en waren we voor een jaartje of twee naar Nederland gegaan...'
De naam van mijn zoon laat mijn hart pijnlijk samentrekken maar ik kan me nog steeds niet bewegen. Ik kan ook niet zeggen dat ik wel wat Nederlands kan, niet veel, maar sowieso meer dan hij en de rest kan.
'Waarom is dit plotseling zo fucking ingewikkeld? Eerst hoefde ik me alleen maar zorgen te maken over dat Michael en Ashton niet teveel aandacht trokken, Michael zijn gave onder controle hield en dat ze niet teveel en te vaak bloed dronken en nu moet ik voor die dingen zorgen plus een geestenwandelaar met een uiterst unieke gave die telkens in de problemen komt, afstammelingen van wraakgodinnen die het op één van mijn broers voorzien heeft, Ashton die nu ook een gave heeft die hij nog niet onder controle heeft, de band die Michael en Sophie delen en ook nog eens die samenwerking met dat stelletje weerwolven. Vroeger was het zo simpel en anders. Ik zou bijna zeggen dat vroeger alles beter was maar dat is niet zo. Maar maakt de mensheid dat ook niet zo speciaal? Het talent om elk tijdperk weer opnieuw te vernielen of elk stukje hoop op een betere, gezondere toekomst plat te stampen?'
Maar doen wij dat ook niet? Helpen wij ze juist niet om alles te vernietigen door ze angst aan te jagen? Door onze kennis gedeeltelijk met ze te delen? Het instict van de mens is om te overleven en doordat wij op ze "jagen", voelen zij zich geneigd om betere wapens uit te vinden tegen ons, dus is het gedeeltelijk niet ook onze fout?
'Word gewoon wakker Ellen en help me om dit gevaar te elimineren. Help me om mijn broers te redden en ik beloof je dat ik je niet in de steek zal laten. Niet zoals toen...'
Dat zei je de vorige keer ook...
Een schamper lachje ontsnapt aan Max en plotseling voel ik de vermoeidheid van hem afstromen. Max is levensmoe alleen realiseert hij dat zelf nog niet.. Het is niet zo gek, gezien het feit dat hij meer dan honderd duizend jaar oud is. Hij heeft meer oorlogen, dood en verdriet gezien dan wie dan ook op deze planeet.
In mezelf neem ik mezelf voor om Max weer te laten genieten van zijn leven aangezien hij nog een eeuwigheid voor zich heeft. Ik realiseer me dat Max zijn mate nog niet gevonden heeft en grijns in mezelf.
Ik ga Max' mate zoeken en ondertussen meerdere keren de wereld redden.
Een stroom van adrenaline gaat door me heen en plotseling kan ik me weer bewegen. Mijn ogen vliegen open en ik schiet rechtop.
'ELLEN!' roept Max zowel opgelucht als enthousiast.
Ik kijk hem aan en voel aan zijn energie. De moeheid zit er nog steeds maar is alleen minder merkbaar door de opluchting dat ik wakker ben en hij weer een teamgenoot heeft. Ten minste, voor zover ik een teamgenoot zal zijn gezien mijn nieuwste missie.
Ook al mag ik hem niet, hij is het oudste lid van mijn koninkrijk en hij verdiend het om gelukkig te zijn. Plus, zolang Max leeft, heb ik een gelijke, een challange, en dat heb ik echt nodig in deze tijden.
'Hoe is het met Michael?' Vraag ik ook al weet ik dat hij ergens bewusteloos is en niet wakker wilt worden aangezien hij me dat net verteld heeft maar hij weet niet dat ik alles heb gehoord van wat hij net zei.
'Michael is bewusteloos. Ik weet niet wat die vage furienakomelingen met hem hebben gedaan, maar ik weet wel dat het hem flink heeft toegetakeld.'
'Heilig vuur.'
'Wat?'
'Heilig vuur is wat hem zo heeft toegetakeld. Het is een wonder dat hij nog leeft maar er bestaat een kans dat hij het alsnog niet haalt of dat hij zijn gave kwijt is.'
'Wat? Hoe dan?'
'Dat weet niemand. Niemand weet hoe het heilig vuur werkt omdat iedereen die er in aanraking mee is gekomen of dood ging of zich alleen nog maar de helse pijn kan herinneren en zich daarna realiseerden dat hun gave weg was. De nakomelingen willen er natuurlijk niks over zeggen aangezien we dan hun wapen onschadelijk zouden kunnen maken en dat moeten ze natuurlijk niet hebben.'
'Ook logisch. Is er echt geen middel om hem te redden en zijn gave?'
'Er is er eentje maar niemand heeft die ooit uitgeprobeerd dus ik weet niet of het werkt maar het is het proberen waard.'
'Wat is het?'
'Hij moet het bloed drinken van een ander soort bovennatuurlijke-'
'Oh, dat is geen probleem-'
'-met wie hij een speciale band heeft.'
'Oh. Shit. Die is zojuist onder weg naar Nederland.'
'Dan denk ik dat ik weet waar we onze zoektocht verder gaan zetten.'
'Op naar Nederland.'
'IK HEB KAARTJES VOOR EEN BOOTTOCHT NAAR ZUID AFRIKA!' Schreeuwt Ashton terwijl hij binnenkomt gestormd.
'Ik snap niet waarom jullie niet gewoon met het vliegtuig willen.' Moppert Calum terwijl hij achter Ashton aan komt gelopen.
'Als een vliegtuig crasht, kan het ons aan stukken verscheuren. Er zijn genoeg vrienden van mij die een graf hebben met alleen hun arm of been er in. Volgens mij heeft iemand ook de as van een knieschijf in een urn aangezien ze alleen dat hadden teruggevonden.' Antwoord ik nuchter.
'Die vliegtuigen crashen helemaal niet zo vaak hoor. Quinten en ik gaan met het vliegtuig naar Nederland zodat we onze zoektocht daar alvast kunnen beginnen terwijl jullie vertraagd worden door de boot omdat jullie perse eerst Zuid Afrika moeten zien.'
'Al gezien.' Zeggen Max en ik tegelijkertijd. 'We gaan rennen vanaf Zuid Afrika en dan zijn we hooguit een dag later bij jullie maar niet later. Waarschijnlijk eerder.'
'Prima. Het vliegtuig vertrekt over drie dagen.'
'En de boot over twee.'
'Jullie hebben dus een dag voorsprong waardoor het ook kan zijn dat we tegelijkertijd daar aankomen.' Zegt Quinten terwijl hij ook binnen is gekomen.
'Wie blijft er bij Michael?' Vraag ik me hardop af.
'Is voor gezorgd. Mijn Roedel neemt hem onder hun hoede zolang dat nodig is.' Antwoord Calum.
'En vonden ze dat zomaar goed?'
'Naturlijk niet, wat dacht jij dan? Ik heb gezegd dat er een kamer op de zolder is die altijd leeg staat omdat hij zo slecht bereikbaar is en daar kunnen ze hem neerleggen. Ze zeggen dat ze twee keer per dag bij hem gaan checken en ze hebben bloed ingeslagen voor het geval dat het nodig is.'
'Dat betekend dat het nu dus alleen nog maar een kwestie is van inpakken en afwachten.'
'Inderdaad.'
Ik spring uit mijn bed maar zak direct op de grond in elkaar. Het lijkt net alsof al mijn spieren tegen me zijn en niet willen werken.
'ELLEN! Gaat het?' Vraagt Max bezorgd terwijl hij me overeind helpt zitten.
'Ik ben oké. Het gaat prima. Help me overeind.' Mompel ik een beetje beschaamd terwijl ik Ashtons uitgestoken hand aan pak waarna hij me met gemak omhoog trekt.
'Je hebt getra- AAAH -ind.'
'Volgens mij hebben die nakomelingen je vervloekt.' Constateert Quinten droogjes.
'Goh, zou je denken?' antwoord ik grommend terwijl ik me met moeite weer in een zittende positie duw.
'Ik denk niet dat je zo mee kan...' mompelt Max bedenkelijk.
'Er zijn nog twee dagen waarmee de vloek kan afweren plus, er bestaan dingen zoals rolstoelen. Ik ga mee, punt uit. En help me nu maar weer terug dat bed in.'
'Aye aye ma'am.' Zegt Ashton voor hij me met gemak het bed weer intilt.
'Je hebt getraint.' Concludeer ik.
'Dat klopt.'
'Goed zo, ga zo door. Oh, en vergeet niet af en toe wat te sparren tegen Max.' zeg ik glimlachend. 'Max, volle kracht en ervarenheid. Begrepen?' Voeg ik er streng aan toe.
'Ja, Ellen. Geen zorgen.'
Een grote vermoeidheid overvalt me, wat me erg verbaasd. Ik hoef niet te slapen. Ik kan het wel, maar ik heb het niet nodig.
'Mooi.' Zeg ik gapend terwijl ik me in de kussens nestel en de dekens tot mijn kin optrek.
'Slaap lekker Ellen.'
'Ja, slaap..... lekker....' mompel ik voor ik afdrift naar dromenland.
Heyyyy mensjes!
Geniet iedereen een beetje van z'n vakantie? Ik wel in ieder geval, terug van Terschelling en vandaag van Gamma Racing Day, oftewel de TT Assen, dus zeer geslaagd. Veel plezier verder met je vakantie!
Keep dreaming!
Me.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro