Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

H.3

Maaike pov.

Ik verstijf. 'Wat?' Sophie leunt iets naar achteren zodat ze me aan kan kijken. 'Calum is mijn mate.' Herhaalt ze. Ik lach wat ongemakkelijk. Ik had kunnen weten dat ze die Calum bedoelde toen ze het had over 'Calum, haar mate en zoon van een Alpha'. 'Is dat wat hij je heeft verteld? Mates bestaan helemaal niet!' 'Nee, dat heeft hij me niet verteld. Ik herkende hem vanuit de tijd die ik in coma lag.' Ik wist het wel. 'Je weet dat hij een player is hè? Alle meisjes weten het en toch kussen ze allemaal zijn voeten als hij dat zou vragen.' 'Jij ook?' Vraagt ze me met een lichte angstige blik, die ik ergens ook wel begrijp. 'Nee. Ik mag hem niet zo.' Geef ik eerlijk toe. 'Hè? Waarom?' 'Om... verschillende zaken..' zeg ik knarsentandend. Sophie knikt begrijpend en houdt wijzelijk haar mond. 'Heeft hij ook een keer met jou geflirt?' Vraagt Sophie na een wat ongemakkelijke stilte. 'Ja.' Zeg ik uiteindelijk.

Sophie pov.

'Ja.' Zegt Maaike na een tijdje en het voelt alsof mijn hart een stomp krijgt. Net zoals toen Maaike vertelde dat hij een player is. Dat meisjes zijn voeten vrijwillig zouden kussen. 'Waarom is alles hier zo anders?' Mompel ik terwijl ik Maaike loslaat. 'Geen idee. Maar gelukkig bestaan hier geen fribtins.' Verrast kijk ik Maaike aan. 'Geef je dan toe dat weerwolven, vampiers en draken wel bestaan?' 'Wat? Nee! Die bestaan ook niet, natuurlijk maar fribtins lijken me gewoon super irritant als ze echt zouden bestaan.' Zegt ze vlug. Wantrouwig kijk ik haar aan, opzoek naar een teken dat haar verraad alleen is dat niet te vinden. 'Maar Sophie, ik zou echt uit kijken met Calum hoor. Hij is een expert in het bedriegen van meisjes en het breken van hun harten.' Zegt ze terwijl ze me serieus aankijkt. 'Dat wil ik niet geloven. Calum kan niet echt zo zijn, echt niet.' zeg ik wanhopig. Calum is té lief en aardig om te zijn zoals Maaike zegt dat hij hier is. Dat kan gewoon niet. 'Weet je wat, laten we dit onderwerp maar even aan de kant leggen en de stad in gaan om weet ik veel, cupcakes te kopen ofzo.' 'Om cup-wattes te kopen?' 'Cup-cakes. Cakejes. Lekkere, eetbare dingen.' Helpt Maaike me. 'Cup.... cakes....' ik spreek het woord uit alsof het helemaal nieuw is en Maaike grinnikt. 'Ja, cupcakes.' 'Nou, waarom ook niet? Laten we gaan!'

'Durf ik dit aan?' Vraag ik aan Maaike terwijl ik het vreemde ding in mijn handen bestudeer. Het ziet erg wat apart maar wel lekker (is het überhaupt wel eetbaar? IK WEET NIET EENS WAT HET IS!) uit. 'Soph, het is een cupcake, niet gevaarlijk. Het gaat je echt niet aanvallen ofzo. Neem gewoon een hap en geniet.' Zegt Maaike voor ze zelf een grote hap neemt en er duidelijk van lijkt te genieten. Ik pel het papiertje eraf en neem voorzichtig een hap. 'Dit is lekker!' Zeg ik met volle mond terwijl ik doorblijf kauwen. 'Weet ik!' Zegt Maaike lachend voor ze zelf nog een hap neemt. Plots glijdt er een koude druppel in de kraag van mijn jas en even ril ik. 'Wat heb jij nou?' 'Een koude regendruppel gleed mijn jas binnen.' Maaike lacht. 'Dat heb je soms, ja.' Ik rol met mijn ogen. Plots valt mijn blik op een bleke jongen met bruine krullen en een bandana. Een brede grijns verschijnt op mijn gezicht. 'Maiks! Maiks!' Schreeuw/fluister ik. 'Ik zit naast je hoor.' Zegt ze lachend. 'Ja, ja. Maar zie je die jongen daar?' Zeg ik terwijl ik Ashton aanwijs. 'Ehh, ja. Wat is er met hem?' 'Das Ashton, die vampier en jouw'n mate!' 'Mijn wát?' Vraagt Maaike geschokt. 'Je mate!' 'No, no way dat da- ik bedoel, híj mijn mate is. Ze bestáán niet eens dus hij kan al helemaal mijn mate niet zijn.' 'En toch is hij je mate.' Zeg ik koppig terwijl ik weer een blik op Ashton wil werpen alleen is hij verdwenen. Nou ja, waarschijnlijk kom ik hem wel weer ergens tegen. 'Soof, je moet echt stoppen met random mensen aanwijzen en beweren dat zij vampiers of weerwolven zijn. Nu kan het nog, omdat je nog maar drie maanden geleden ontwaakt bent maar over een paar jaar kan dat echt niet meer. Je zult geen baan krijgen of je zult hem verliezen door dit gedraag over bovennatuurlijke wezens die niet eens bestaan! Zet het uit je hoofd, Soof. Ik-' Iemand schraapt zijn keel achter mij en ik zie Maaikes ogen even een klein stukje groter worden. Ik draai me om en zie, tot mijn grote vreugde, Ashton staan. 'Hoi Ashton!' Zeg ik enthousiast met een brede glimlach. Ashton kijkt me kort vreemd aan maar richt zich dan tot Maaike. 'Ik leen haar even, oké?' 'Wat? Nee!' Maar ze is al te laat. Ashton heeft me al vastgegrepen en sleurt me mee. Vrolijk zwaai ik naar Maaike die achter ons aan begint te rennen. Plots slaat Ashton een donker steegje in en tilt hij me op en het volgende moment ben ik in een donkere kamer, vastgebonden op een stoel en drie jongens dreigend tegenover mij.

Maaike pov.

Vloekend ren ik de stad door, opzoek naar die Ashton en Sophie. Wat moest die vampier van haar? Ze is een mens! Een met weerwolfbevriend mens nog wel, dus haar bloed gaan ze niet drinken willen ze geen Roedel achter hun aan krijgen. Heel even ben ik blij dat onze Alpha goed bevriend is met Sophie. Ze denkt dat hij een verre achteroom is van mij, die ik bij toeval heb ontdekt. Al denk ik niet dat ze zich dat nog kan herinneren. Het geurspoor van die vampier ben ik allang kwijtgeraakt. Ze ruiken niet, zoals in die Twilight boeken, smerig of zoiets. Ze ruiken naar gewone mensen al zit er wel een beetje een ijzerachtig geurtje aan hun gekleefd dat je bijna niet ruikt. Degene waarbij we het wel heel erg ruiken zijn meestal serie-moordenaars en die gaan er dan dus hoe dan ook aan. Maar deze vampier had dat niet dus geen serie-moordenaar en dus een grote kans dat Sophie het overleeft. Ik kijk op een voorbij flitsende klok en vloek nogmaals als ik zie dat het al half vijf is. Shit, Sophies vader moet nu óf bijna thuis zijn of ís thuis. Dit gaat hij niet leuk vinden! En ik dacht net dat ik geen vervelend nieuws hoefde te vertellen... Plots word mijn pols vastgegrepen en word ik met een ruk naar achteren getrokken. 'En?' Zegt er een lage stem in mijn oor. Calum.... 'Nu even niet, Calum. Ik ben even bezig met het winnen van een potje verstoppertje met Sophie en een vampier.' Zijn hand laat mijn pols los en ik wrijg erover heen zodra het bloed er weer doorheen begint te stromen. 'Een vampier?' 'Ja, meneer zoon-van-een-Alpha. Een vampier. Je weet wel, die bleke, bloezuigende wezens die beweren dat zij machtiger zijn en daardoor onze aartsvijanden zijn!' 'Ik weet wat vampiers zijn, wolf. Toon respect.' Zegt hij laag. De woede schemert door zijn stem heen en ik doe mijn best om niet geintimideerd te zijn. 'Ja, Toekomstige Alpha.' 'Mooi. Maar hoe bedoel je dat je verstoppertje aan het spelen bent met dat meisje-' 'Ze heeft een naam hoor en die naam is Sophie.' 'Met Sophie en een vampier?' 'We waren gewoon in de stad, een cupcake etend en toen wees Sophie hem aan en beweerde dat hij Ashton heet, een vampier is en mijn mate.' Bij dat laatste trek ik een walgend gezicht. Een vampier kán gewoon niet de mate van een weerwolf zijn. Zelfs mensen komen vaker voor! 'Die vampier kwam naar ons toe en sleurde met zich mee, ik ben er achteraan gerent alleen begon hij te rennen op vampiersnelheid en was ik hem kwijt.' Calum fronst en een nadenkende blik verschijnt in zijn ogen. Goh, ik wist niet dat hij ook nog kon nadenken. 'Hij moet wel kunnen nadenken als zoon van een Alpha.' Bekritiseerd Daphne me en ik onderdruk de neiging om met mijn ogen te rollen. Soms is ze heel erg irritant, zoals nu dus... 'Je hebt dus een vampíér laten ontsnappen met een méns?' 'Ja.' 'Je weet dat je daarvoor gestraft kan worden, hè?' 'Ja, ik ben niet voor niks al vijftien jaar lang wolf in een Roedel.' 'Hoe reageerde dat meisje eigenlijk op die Ashton.' Met open mond kijk ik hem aan. 'Ik weet dat ik knap ben maar dat hoef je niet zo te tonen hoor.' Zegt hij arrogant en ik krijg de neiging hem een harde bitch-clap te geven maar doe het niet. 'Je onthoudt wél de naam van een vampier maar níét die van Sophie?!' Roep ik uit. Ongemakkelijk krabt hij achter zijn nek en zijn wangen kleuren rood. 'Tja... Weet je, dat komt puur omdat ik nogal veel meisjesnamen moet onthouden enzo...' 'Dan had je maar geen player moeten worden en ik ga er nu vandoor want ik moet een vriendin redden.' Zeg ik bot voor ik weer begin te rennen. 'HEY MAAIKE!' Roept Sophie plots ergens achter me en zowel geschrokken als verbaasd draai ik me om. Direct zie ik Sophie staan, wild springend en zwaaiend om mijn aandacht te trekken. Calum kijkt me vanuit het donkere plekje toe met een blik die zegt: 'Je hebt geluk gehad want anders....' Snel loop ik naar Sophie toe. 'Waar was jij nou?' Vraag ik verbaasd. 'Waar heb je het over? Ik was de hele tijd bij je. Alleen kwam ik een klasgenoot van ons tegen, waar ik even met heb gepraat. Jij was weg toen ik klaar was maar gelukkig heb ik je nu weer gevonden. Kom, dan gaan we naar huis. Ik heb trek.' Zegt ze met een brede glimlach terwijl ze een arm door de mijne steekt en vrolijk pratend verder loopt, mij half meeslepend. Wat? Hoe weet Sophie niks meer van wat er gebeurd is? Of is ze nu gewoon zo in shock dat haar hersens een heel andere herinnering hebben gemaakt? Of hebben die vampiers met haar geheugen gekloot? Waarschijnlijk is dat het. Ugh, klote vampiers...

Calum pov.

Bedachtzaam kijk ik de meisjes na. Waarom bazelt dat ene meisje nou over die klasgenoot en niet over die vampier die haar had ontvoerd? Ik heb de vampierlucht om haar heen kunnen ruiken. En het waren er duidelijk meer dan één. Ik ben nu wel eigenlijl erg nieuwsgierig hoe dat meisje weet over ons, de bovennatuurlijken. Het is nou niet echt een heel erg bekend geheim en er zijn nog steeds meer mensen. Ik heb al wel wat vage dingetjes opgevangen van een fantasiewereld die ze heeft gecreëerd tijdens haar coma maar hoe komt ze dan in godsnaam op vampiers en weerwolven. 'Zo, en waarom kijk jij zo verschrikkelijk bedachtzaam?' Hoor ik de stem van een goede vriend van mij zeggen. Grijnzend kijk ik op, recht in het gezicht van Seff. 'Och, ik was aan het piekeren over een meisje dat wist over ons ook al heeft niemand haar ooit gesproken. Er word gezegd dat ze dit allemaal bedacht heeft tijdens haar coma van zeven en een halve maand.' 'Zo, dan zal ze nu wel goed uitgerust zijn!' Zegt Seff verwonderd. 'Ja, dat zeker.' 'Heeft dat meisje trouwens blauwe ogen en blond haar?' 'Ja, hoezo?' 'Ik ben gisteren door een meisje benaderd dat beweerde mijn zusje te zijn. De jongen die bij haar was zei dat ze nog in de war was van de coma waar ze in had gelegen.' Ik lach. 'Je zúsje?' 'Ja, man. Echt raar! Ze wist zelfs mijn naam!' 'Staaalkeeeerrr!' Roep ik enthousiast uit. 'Hoe dan? Ze lag zeven maanden in coma!' 'Ja, maar ze is drie maanden herstellende geweest. Misschien heeft ze toen wel onderzoek gedaan naar knappe, beschikbare jongens. Weet ik veel!' 'Ik denk eigenlijk wel dat het hetzelfde meisje is.' 'Om eerlijk te zijn: dat weet ik wel zeker. Er zijn maar weinig mensen die ontwaken uit zo'n lange coma en dan ook nog overal verhalen rondstrooien over het bovennatuurlijke.' 'Klopt. Maar gaan we hier de hele nacht staan praten over dat rare meisje of gaan we nog wat doen?' Ik grijns. 'Laten we maar eens kijken wat voor vis we in de kuip hebben bij die nieuwe club.' Seff knikt en kijkt me veelbetekenend aan. 'Let's go, moge we morgen en niet al te grote kater hebben.' Seff begint te lachen. 'Dude, we kunnen niet eens dronken worden!' 'En dan? We moeten ons "normaal" gedragen, weet je wel. Dus moge we morgen geen al te grote kater hebben.' 'Moge we morgen geen al te grote kater hebben.' Herhaalt Seff voor we vrolijk op weg gaan naar die nieuwe club.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro