32 | V a n n a c h t
Het einde kwam akelig dichtbij toen de klok aangaf dat de pauze over vijf minuten afgelopen was. Als ze nog iets wilde doen, dan moest het nu. Storm klemde haar vingers om het koordje van haar wijnrode vest, terwijl ze de moed verzamelde. 'Yusra, mag ik je telefoon lenen?'
Haar vriendin keek op van haar scherm. 'Tuurlijk. Waarom eigenlijk?'
'De mijne ligt op de zeebodem en ik moet iemand een berichtje sturen.' Ze kneep nog wat harder in het koordje, in de hoop dat het er voor zou zorgen dat haar stem niet trilde. Ze was doodsbang en dat was niet omdat ze gepakt zou worden. Ze was bang, omdat ze niet wist of de keuze die ze had gemaakt de juiste was. Er was enkel geen alternatief meer.
'Zeg er wel even bij dat het van jou komt,' zei Yusra, terwijl ze haar mobiel overhandigde zonder meer vragen te stellen. Het voelde verkeerd om misbruik van haar vertrouwen te maken, maar met een beetje geluk zou ze nooit achter de inhoud van dit berichtje komen.
'Zal ik doen.' Storm draaide wat, zodat het meisje niet op haar scherm kon kijken. Haar plastic stoel kraakte zacht. Ze opende whatsapp en zocht snel het nummer van Linsay in de groepsapp. Al snel had ze het telefoonnummer gevonden. Het blonde meisje op de wazige profielfoto keek haar lachend aan. Straks zou ze niet meer zo vrolijk kijken.
Snel typte Storm een berichtje in. Het voelde wat onwennig om het recht voor de ogen van haar nietsvermoedende vriendin te doen. Gelukkig deed het meisje geen poging om mee te lezen. Snel drukte Storm op het pijltje dat haar bericht verzond. Het maakte haar beslissing definitief.
Dinsdag 12:38
Yusra
Vannacht 03:01 in de gymzaal. Als je er niet bent eindig je erger dan Emily.
Storm vertelde niet wie ze was. Linsay zou dat zelf wel kunnen raden. Snel drukte ze op "Bericht voor mezelf verwijderen" om vervolgens op de blokkeerknop te drukken. Het zou wel even duren voor haar vriendin er achter kwam wat ze gedaan had. Tegen die tijd was het te laat.
Storm wiste het gesprek en duwde de telefoon terug in Yusra's hand. 'Bedankt.'
'Geen probleem.' Het meisje glimlachte zwakjes, voor haar mondhoeken weer naar beneden zakten. 'Zou het zin hebben om Emily een berichtje te sturen?'
Storm haalde haar schouders op. 'Als haar mobiel het overleefd zou het kunnen werken, maar verwacht er niet veel van.'
Blijkbaar vond Yusra "niet veel" genoeg, want ze typte direct een bericht. Waarschijnlijk was ze gewoon te koppig. Storm volgde de bewegingen die haar vingers maakten enigszins gespannen. Emily zou niet antwoorden, maar wat als? Storm wist dat het einde eraan kwam. Ze had geen idee of ze 03:01 's nachts wel zou halen en een antwoord van Emily zou haar kans niet vergoten.
'Ga jij zo nog naar de les?' vroeg Yusra in een poging om normaal te doen.
'Nee, mijn hoofd zit te vol.' Storm kwam overeind en zette de twee yoghurtkommen op het dienblad.
Yusra knikte zacht. 'Ik ga wel als je het niet erg vindt. Ik kan niet stil blijven zitten en wachten.'
Storm knikte. 'Tot vanmiddag dan maar.'
'Tot vanmiddag,' antwoordde Yusra, waarna ze met een hangend hoofd weg slenterde.
'Sorry,' mompelde Storm te zacht voor het meisje, waarna ze het dienblad in het daarvoor bestemde rek zette. Ze had gedaan wat ze moest doen, maar leuk was het niet. Nerveus tikte ze met haar vingers tegen een lege stoel. Vannacht was het echt voorbij, na al die jaren zou ze vrij zijn. Storm wist dat Linsay naar de gymzaal zou komen. Het meisje was niet bang voor haar. Hoe kon je immers angst hebben voor iemand die wist wat je lievelings My Little Pony was en al je neuspeutergeheimen bewaarde? Iemand die ooit zo kinderlijk onschuldig was. Haar voormalige vriendin had niet door dat kleine meisje groot werden.
Storms tikkende vingers vouwden zich samen tot een vuist. Haar ogen gleden door de bijna verlaten kantine. Er was nog altijd geen politie om haar te arresteren, dus ze had nog tijd. En ditmaal was ze van een ding zeker. Ze was niet meer bang.
Met stevige passen liep ze richting de leraren kamer, haar vermoeidheid negerend. Ze klopte twee keer op de donkere deur en luister naar het geschuifel aan de andere kant van het hout.
Even later deed meneer Thomson de deur open. De grote man keek haar direct bezorgd aan. 'Gaat het, Storm?'
Ze negeerde de vraag. Het antwoord sprak voor zich. 'Ik moet mevrouw Driesen spreken,' kwam ze direct ter zake.
De man knikte en draaide zich om naar de gymdocente die haar stoel al achteruit schoof. 'Elise, Storm is er,' zei de man nog, alsof ze dat nog niet wist.
Driesen haastte zich naar de deur. 'Hoe is het met je?'
'Redelijk.' Storms ogen gleden door de koffiekamer. Een aantal docenten luisterden stilletjes met het gesprek mee. 'Heeft u nog met mijn ouders gesproken?'
'Ja, ik heb je moeder verteld dat je aan het eind van de week pas naar huis wilde, maar ze stond erop je morgen op te halen.'
Storm knikte zacht, haar ogen verplaatsen zich van de toeschouwers naar de sleutel die de docente om haar nek had hangen. Hem stelen kon ze niet. Gelukkig kende ze Driesen goed genoeg om erom te vragen. En dat deed ze. 'Mag ik de sleutel van de gymzaal lenen?'
De vraag kwam te snel, hij was te brutaal en leek nergens vandaan te komen. Toch veranderde de houding van de gymdocente niet. De vrouw vertrouwde haar. Iets wat levensgevaarlijk was.
'Waarvoor heb je hem nodig?' De vingers van de docente gleden al naar het blauw witte koord waarmee het om haar nek hing.
'Ik wil gaan sporten, dan hoef ik niet de hele tijd na te denken.' Het was een simpele leugen, waaraan geen van de leerkrachten aan leek te twijfelen.
Driesen knikte begrijpend en overhandigde haar de sleutel. 'Doe wel rustig aan, oké?'
'Ik doe mijn best,' beloofde Storm. Ze draaide zich om en wilde weglopen toen iets haar hoofd binnen schoot. 'Nog een ding. Heeft u al wat van Emily gehoord?'
'Niet echt, alleen dat ze buiten levensgevaar is.'
'Gelukkig,' perste Storm uit haar mond. En hoewel ze oprecht opgelucht was dat Emily niet in levensgevaar was, klopte haar hart toch net wat sneller dan twee seconden terug. Wat leefde kon praten. Dat ze hier niet mee weg ging komen, had Storm geaccepteerd, maar ze wilde graag nog een heel klein beetje tijd hebben. Over veertien uur en dertig minuten mocht het meisje haar mond open doen.
'Ontzettend bedankt, ik breng de sleutel terug als ik klaar ben.' Storm liet het koord om haar nek glijden en draaide zich om. Ze was een stap dichterbij. Achter zich hoorde ze Driesen nog iets wat op "geen probleem" leek mompelen, waarna de deur werd gesloten.
Vanuit de kamer steeg geroezemoes op, maar Storm nam niet de moeite om om te kijken. Wat ze ook over haar te zeggen hadden, de roddels kwamen niet in de buurt van de waarheid. In een snel tempo liep ze richting de keuken. Alles wat ze nu nog nodig had zou ze daar vinden. De fluisterende stemmen volgden haar door de lange gang.
'Ik ben niet bang voor jullie,' fluisterde ze terug. Monsters hadden geen reden om bang te zijn voor soortgenoten.
Toen ze bij de keuken aankwam, was die al verlaten. Snel keek Storm om zich heen, maar er was niemand die naar haar keek. En al deden ze dat wel, de keuken in stappen was niet verdacht. Het enige wat er ooit gestolen werd, waren vorken.
Een grote stoomwolk kwam haar tegemoet toen ze naar binnen liep, het was afkomstig van de net uitgepakte vaatwasmachine. Op het rode aanrecht naast het apparaat stonden vijf stapels witte borden en langs de muur hingen verschillende soorten glanzend keukengerei. Het waren niet de spullen die ze zocht.
Snel trok ze aan het handvat van een van de laden. Luid rammelend vloog hij open. Haar hart vloog naar haar keel en een seconde bleef ze roerloos staan, maar niemand reageerde. Haar blik gleed naar de lade waar een uitgebreide collectie van vorken met missende punten, kromme lepels en botte messen haar begroette Het was niet wat ze zocht. Ze schoof hem voorzichtig dicht om de volgende lade wat subtieler te openen.
Direct vielen haar ogen op de vleesmessen die naast de kaasschaven lagen. Zonder ze al te lang te bestuderen pakte ze de grootste er uit. Voorzichtig liet ze haar wijsvinger over het lemmet glijden. Een bloeddruppel vormde zich in de ondiepe snede. Hij was scherp genoeg. Storm bracht haar vinger naar haar lippen en likte hem schoon. Een ijzerachtige smaak vulde haar mond.
Vervolgens wikkelde ze het wapen in een geruite theedoek en stak hem onder haar wijnrode vest. Een voorzichtige glimlach krulde op haar lippen. Nu was het wachten tot de nacht zou vallen en het donker zou heersen.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro