6
Ik kom weer langs de speeltuin en kan het eigenlijk niet laten weer op een schommel te gaan zitten om mijn hoofd weer leeg proberen te maken. Alleen het moment dat ik het veld oploop merk ik dat er al iemand op een van de schommels zit. Twijfelend blijf ik staan. De persoon op de schommel lijkt mijn aanwezigheid op te merken en ik heb geen andere optie dan doorlopen. In eerste instantie was ik van plan om langs de schommels te lopen en te doen alsof ik doorstak, maar wanneer ik zie wie er zit, bevries ik. Ik kijk hem met ongeloof aan en blijf staren totdat hij zijn mond als eerste open doet.
'Wel toevallig dat we elkaar weer tegenkomen,' zegt hij en mijn hart slaat een slag over. Zoekend naar afleiding kijk ik naar de schommel naast de jongen. Hij knikt als bevestiging dat het goed is dat ik daar ga zitten.
'W-woon je hier in de buurt?' vraag ik een beetje moeilijk uit mijn woorden komend.
'Nee, maar een vriend van mij wel,' antwoordt de jongen.
'Jé vriend?' vraag ik, waarom weet ik niet.
'Nee, gewoon een vriend,' zegt hij daarop bot met een lichte nadruk op "een".
'O,' zeg ik droog en kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Waarom moest ik dat vragen? Zo meteen krijgt hij nog het verkeerde idee! 'Maar waarom zit je hier dan als je hier niet woont?' vraag ik proberend mijn vorige vraag weg te vegen.
'Geen zin om naar huis te gaan,' zucht de eigenlijk best wel mysterieuze jongen naast me.
'Hoezo?' vraag ik en hij kijkt me met zijn blauwe ogen aan.
'Hoezo...' zegt hij mijn vraag langzaam herhalend terwijl hij het oogcontact niet verbreekt. 'Moet er een reden voor zijn?'
'En dat vraag je mij? Ik weet toch niet wat jij denkt,' zeg ik en hij kijkt naar de grond. Een steek in mijn hart begint op te spelen het moment dat hij mij niet meer aankijkt. Ik krijg de drang hem bij zijn schouder vast te pakken en hem weer in mijn ogen te laten kijken en de drang hem dieper te doorgronden. Maar ik houd me in en pak met mijn ene hand de vingers van mijn andere hand vast.
'Zou je willen weten wat ik denk?' vraagt de jongen opeens uit het niets na een lange stilte.
'Ik zou je naam wel willen weten...' mompel ik, meer tegen mezelf dan tegen de jongen.
'Wat?' Verbaasd kijkt hij mij aan en bij die beweging beweegt er een groen plukje haar langzaam over zijn gezicht. Mijn handen krijgen de bijna onbedwingbare drang om dat plukje weer achter zijn oor te stoppen, gelukkig doet hij het zelf. 'Mag ik die van jou dan ook weten?' vraagt hij mij nieuwsgierig.
'Waarschijnlijk,' zeg ik, plots droog. Waarom wil ik hem mijn naam niet geven? Ben ik bang dat hij opeens nare dingen over mij zou vertellen? Of dat hij mijn naam hilarisch zou vinden? Me zou uitlachen? Of hecht ik toch een waarde aan mijn anonimiteit?
'Waarschijnlijk?' vraagt de jongen en kantelt zijn hoofd. 'Dan ben ik Misschien.' Met fronsende wenkbrauwen kijk ik hem aan.
'Misschien?' herhaal ik hem. Meent hij het nou? Heet hij Misschien? Vast niet, hij is me alleen maar aan het plagen. 'Oké, Misschien...' zeg ik half lachend om de namen die we onszelf net hebben gegeven. 'Hoezo zou ik willen weten wat je denkt?' Misschien wendt zich af en kijkt in de verte terwijl hij zachtjes met zijn schommel heen en weer beweegt.
'Ik weet het niet,' zucht hij en kijkt me niet meer aan. 'Maar het is altijd al iets geweest wat ik zou willen kunnen...'
'Je bedoelt gedachten lezen?' vraag ik hem, Misschien knikt.
'Mijn vader lijkt bijvoorbeeld altijd te weten wat er in mijn gedachten aan de hand is.' Hij zucht weer. 'Daarom wil ik niet naar huis... Hij... en zij...' De jongen naast mij zucht weer en zet zich opeens af van de grond. Langzaam komt hij steeds hoger met zijn schommel en ik kijk verward naar zijn bewegingen.
Wie is hij? Misschien, echoën mijn gedachten. Misschien, de naam die hij mij gaf, Waarschijnlijk, dat ben ik. Langzaam komt de schommel weer tot stilstand en degene die erop zit zucht weer.
'Hoe laat is het?' vraagt hij zonder mij aan te kijken. Ik pak mijn telefoon en kijk.
'Tien uur,' zeg ik zacht terwijl mijn ogen hem observeren. Hij gooit zijn hoofd in zijn nek en kijkt omhoog. De zon is al rustig aan het ondergaan en de sterren komen langzaam tevoorschijn. Ik zucht nu ook en ik verplaats mijn blik ook naar de hemel. Zo blijven we zitten, in stilte, kijkend naar de langzaam donker wordende lucht...
---------------------
Me remembering that it's gonna be a chaotic day tomorrow: Ik update vandaag wel :D
En een beetje compensatie voor dat de vorige update zo laat was xD
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro