14
Samen lopen we naar boven om het matras te vinden, maar vinden niks. Na een paar keer mijn moeder gevraagd te hebben waar het moest zijn, wordt het duidelijk dat mijn vader een half jaar geleden er een insectennest in had gevonden en het matras niet meer in ons bezit is.
'Euhm... Ja,' zeg ik twijfelend en voel het ongemak in mijn bloed stijgen voor wat ik nu ga voorstellen. 'In principe is mijn bed groot genoeg... Dus je zou naast me kunnen komen liggen?' Emil kijkt me aan en krijgt daarna een grijns op zijn gezicht.
'Dat heb ik al een keer gedaan, dus niks raars aan,' zegt hij met een knipoog en het verwart me dat hij zich helemaal op zijn gemak voelt, nu we op de overloop voor mijn kamer staan. 'Maar heb je dan ook iets pyjama...achtigs? Want dit,' hij gebaart naar zijn outfit, 'is net iets te warm om in te slapen.'
'Natuurlijk,' zeg ik en loop mijn kamer in om wat voor hem neer te leggen.
'En... Euhm...' zegt Emil en bijt op zijn onderlip. 'Heb je heel misschien iets voor lenzen?' Ik kijk hem een moment aan.
'Ik kan het mijn moeder vragen?' zeg ik en opluchting lijkt over hem heen te spoelen.
'Bedankt.'
Mijn moeder is iemand die alles dubbel heeft, dus ook een lenzendoosje dat Emil kan lenen. Daarna bleef hij mijn moeder maar bedanken die het lachend wegwuift.
'Ik weet hoe vreselijk het is om met lenzen te slapen, een keer en daarna wil je het nooit meer,' zegt ze en Emil glimlacht en bedankt haar nog een keer. Daarna gaat hij mijn kamer in terwijl ik nog even gebruik maak van de douche. Als ik terug kom zit Emil op mijn bed en kijkt me vragend aan.
'Aan welke kant slaap jij?' vraagt hij.
'Ligt aan de dag,' antwoord ik. 'Dus je mag kiezen.' Emil knikt en gaat van zit- naar ligpositie. Ik loop om het bed heen en ga aan de andere kant liggen. Daarna doe ik het licht uit en begin naar het plafond te staren.
'Toch wel raar dat ik nu in jouw bed geëindigd ben,' zegt Emil met een lach. 'Slaap lekker.'
'Welterusten.'
Ik ben meestal een snelle slaper en ik was ook niet verbaasd dat ik al snel weggezakt was. Wat mij wel verbaast: dat ik midden in de nacht plots wakker word. Mijn ogen schieten open en kijken verward naar de klok die half vier 's nachts aangeeft. Ik schud mijn hoofd, draai me om en wil weer verder slapen. Dat zou me ook lukken als Emil niet plots begon te bewegen en te draaien. Mijn eerste gedachten: Hij is een wilde slaper. Maar nu hij door blijft draaien kan ik niet anders dan half overeind komen. De blik op Emils gezicht is gepijnigd en het lijkt alsof hij ergens tegen vecht.
'Emil?' vraag ik bezorgd en bij het horen van zijn naam schiet hij hyperventilerend omhoog. Zijn ogen schieten verwilderd open en ik observeer hem in stilte. 'Gaat het?' vraag ik uiteindelijk langzaam en hij kijkt me aan.
'Het was...' zegt hij zacht. 'Nachtmerrie...' Langzaam weet hij zijn ademhaling onder controle te krijgen en legt zijn hoofd in zijn handen. 'Sorry...' zegt hij daarna. 'Ik...' Voordat hij verder kan praten, schuif ik naar hem toe en neem hem in mijn armen. Even is hij verbaasd en voel ik al zijn spieren gespannen zijn. Maar uiteindelijk geeft hij zich aan mij over. Hij schuift iets meer naar mij toe en nestelt zich tegen mij aan. Zijn adem kietelt tegen mijn oor en ik probeer de scheut van warme energie door mijn lichaam te negeren.
'Jarred,' fluistert hij en drukt zijn hoofd nog dichter tegen me aan waardoor zijn haren mijn nek kietelen. Een lach verlaat mijn lippen.
'Dat kietelt,' zeg ik en Emil grinnikt. Het blijft even stil waarin onze warmte elkaars warmte met elkaar delen. 'Wil je me vertellen waar de droom over ging?' vraag ik voorzichtig. Emil laat me een beetje los en kijkt me aan. Zijn gezicht is dichtbij de mijne en zijn adem lijkt nog warmer dan eerst. Zijn blik gaat weg van mijn gezicht terwijl hij praat.
'Ik heb deze nachtmerrie wel vaker,' zegt hij. 'Het is niet heel bijzonder...' Ik kijk hem twijfelend aan.
'Maar je werd wel bijna schreeuwend wakker...' zeg ik voorzichtig en Emil ziet duidelijk mijn bezorgdheid.
'Mijn ouders zijn slecht uit elkaar gegaan,' begint hij. 'Ik was heel jong toen het gebeurde, maar soms droom ik dat ze weer vechten... Dat mijn moeder bloedend mijn oma belt en mijn vader de scherven uit zijn handen haalt... Soms droom ik een van de gevechten die minder erg zijn... Vandaag...'
'Het ergste...' zeg ik en Emil knikt.
'Het is ook de reden dat ik nooit naar huis wil,' zegt hij. 'Ik woon bij mijn vader en die heeft het huis van mijn moeder overgenomen... Elke keer dat ik er ben word ik er weer aan herinnert... Daarom dat ik ook mijn eigen plek heb, iets dat mijn moeder met mijn broer voor mij geregeld heeft...'
'Dat verklaart wel wat,' zeg ik meer tegen mezelf dan tegen de jongen in mijn armen.
'En vanavond... Voordat ik je een soort van overviel...' zegt Emil en zijn blik is intens terwijl hij die van mij vasthoud. Ik merk dat mijn hart in een vertraging raakt terwijl hij mij zo aanstaart en al zijn gevoelens in zijn blik lijkt te brengen. 'Waren de ouders van de vriend waar ik was aan het vechten... Ik raakte in paniek en moest zo snel mogelijk weg... Ik zei hem gedag en ben gaan rennen...' Hij blijft me nog lang aankijken en beide kijken we niet weg.
'Is...' begin ik. 'Is er iets wat ik voor je kan doen?' Emil kijkt weg en neemt wat afstand van me, daarna gaat hij op zijn rug liggen, armen langs zijn lichaam. Ik besluit ook te gaan liggen en leg mijn handen op mijn buik. Onze schouders raken elkaar aan.
'Zou je...' Emil draait zijn hoofd naar mij en kijkt me zwijgend aan. 'Me vast kunnen houden?' Een raar gevoel verspreid zich door mijn lichaam. Ik kijk hem even verbaasd aan. Emil schudt zijn hoofd. 'Laat maar,' zegt hij en draait zich om. Ik wil nog iets zeggen, maar de woorden schieten mij tekort. Daarnaast weet ik niet of ik hem kan geven wat hij wil. Het voelt allemaal zo raar en toevallig en vreemd dat ik me omdraai zonder iets te zeggen. Maar mijn hart lijkt plots zo aanwezig en ik voel elke beweging die ik maak als een versterking. Elke adem die ik neem voelt als een storing alsof elk klein geluid dat ik zou maken Emil mij zou laten haten... Ik probeer mijn ogen te sluiten, maar in plaats van slaap cirkelen mijn gedachten door elkaar heen. Wat zijn deze gevoelens eigenlijk? vraag ik mezelf af. En waarom val ik opeens op jongens? Of is het alleen Emil? Viel ik eigenlijk wel voor meisjes? Hield ik wel van Mei? Heb ik al die jaren tegen mezelf gelogen?
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro