Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 7

De volgende ochtend werd ik wakker. In mijn kale huisje. Toen ik de koelkast opende lag er niks in. Maar in het kastje naar de koelkast vond ik kant en klare noodles. 'Hemel!!!' Alleen kokend water toevoegen en dan heb je een prachtig ontbijtje.

En dan heb ik mijn ontbijtje op en besluit ik om spulletjes te komen voor in het kleine huisje. Correctie mijn kleine huisje. 'Correctie ons kleine huisje.' Gosh, Sky moet dat echt? 'Jep.' Zegt ze met een poppende p. Laten we maar vertrekken, inplaats van een nutteloos verhaal te voeren met elkaar.

Een ikea? Dit dorpje heeft een ikea?! 'Nee stiekem is dit grote gebouw met ikea erop de gamma.' Haha leuk hoor. Ik loop door de ronddraai deuren en pak een tas. Als ik om me heen kijk zie ik bijna iedereen me bang aanstaren. 'Bijten doe ik niet hoor!' Sommige ouderen kijken verschrikt op. 'Dat jij de maangodin haar gave hebt betekent niet dat je alles bent.' Zegt een jongen van denk ik 19 ofzo. Hij gaat voor de trap staan zodat ik niet naar boven kan 'Denk je dat ik dat zeg dan, nee toch. Mag ik nu verder winkelen, klootzak?' De jongen kijkt me boos aan, maar is -aan zijn gezicht te zien- nog steeds niet erg onder de indruk. Mijn ogen voel ik verkleuren, ze zijn waarschijnlijk fel paars inplaats van mijn doffe paarse oogkleur. De jongen zet bang een stap naar achteren waardoor hij tegen de trap aan valt.

Wat een creep. Wat was dat nou weer? 'Zei jij dat?' De jongen kijkt me nog banger aan. 'W- wat zei i-ik dan?' Stotterd hij op. 'Laat ik het zo zeggen, ik ben geen creep!' Met het woord creep verhef ik boos mijn stem. 'Dat zei niemand Yoba.' Zegt een kleiner meisje achter me. 'Ruby is de naam.' Het meisje kijkt me niet bang aan, in haar ogen staat nieuwsgierigheid. Haar ogen zijn mooi. Wacht als ik denk dat ik weet waar die zinnen vandaan komen, word ik bang. 'Ja dodo, dat zijn hun gedachten.' Dat is zo creepy maar wel interessant.

'Dankje meisje, je bent de eerste die zo iets zegt.' Haar moeder trekt haar dicht tegen zich aan. Come on, zo eng ben ik nou ook weer niet. Het meisje knikt en word door haar moeder geforceerd om weg te lopen . 'Nu ga ik ook even doen waarvoor ik gekomen was dus.... Succes met het leven, doeii.' Roep ik dwars door de ruimte heen en ga daarna met grote stappen de trap op.

Twee uur later sta ik weer voor mijn huis met twee gigantische tassen naast me.  De deur open ik met mijn sleutel en loop naar binnen. Nouja loop, ik sleur de twee reusachtige tassen met moeite het blokhutje binnen. Als ik eenmaal binnen sta met de twee tassen, sla ik de deur voorzichtig dicht. En zet de tassen op de eettafel neer.  Voorzichtig stal ik alle decoratie uit. Kerstversiering, fotolijstjes, kaarsjes, knuffeltjes, een schilderij van een wolf en een wat schattige sierkussentjes voor in de slaapkamer.

De huistelefoon gaat. 'Yoba, kom naar het packhuis.' Fijn, Silvers komt me lastig vallen. 'Tot over twee uu....' 'NU!!' Jezus deze man is agressief. 'Dan kom ik eraan Silvers.' Een gegrom weerklinkt aan de andere kant van de lijn. 'Alpha Silvers voor jou.' Dit meent hij toch niet. 'Het is ook Ruby maar daar trekt u zich ook niet zo veel van aan.' Silvers gromt nog een keer en hangt daarna op. Waar de hell ging dat nou weer over dan. ' Ik heb geen idee Ruby.' Laten we maar gaan, voordat de Alpha zich bedenkt over zijn aanbod aan ons. 'Dan zijn ze wel een geweldige wolf kwijt.' Kuch kuch, eigendunk. 'Ga nou maar.' Oke Sky.

Twee minuten lopen in wolf vorm naar het packhuis van Silvers. Voor de zoveelste keer klop ik aan op zijn kantoor deur. 'Binnen Ruby.' Roept hij na nog een paar keer kloppen. De deur open ik een stuk sneller dan ik normaal zou doen en ga op mijn gewoonlijke stoel zitten.

'Stennis schoppen in MIJN dorp. Wat ben je van plan, Rogue?!' Schreeuwt hij. 'Oh he did not.'  Opeens lijkt hij door te hebben wat hij net gezegd heeft, waardoor hij me bang aankijkt. Het is niet alsof ik zijn hoofd er af zou willen rukken ofzo. 'Oh ja. Ik dus echt wel.'

'Silvers, ik heb geen idee waar u het over heeft maar ik ben onschuldig.' Zeg ik met de nepste glimlach ooit. 'Klanten lastig vallen.' Zegt hij met een net zo neppe glimlach terug. 'Hij bedoeld dat rot jong.' 'Een paar klachten van een vrouw die zei dat u gaar dochtertje lastig had gevallen.' Dus niet de jongen, maar de moeder van het lieve meisje dat mijn ogen complimenteerde.

'De eerst volgende keer dat dat gebeurd stuur ik je per direct de roedel uit.' Hij was dus nog niet van plan om me te laten gaan. 'Niet dat ze ooit een kans zou kunnen maken op een plekje in de roedel.' EIKEL! Je maakt geen valse beloftes tegen een minderjarige, dat is gewoon fout. Laaiend schuif ik mijn stoel naar achter en kijk Silvers boos aan.

'Ik denk toch niet dat u heel erg op mij zat te wachten dus, ik huur een auto en ben hier morgen weg.' Silvers kijkt me doodsbang en betrapt aan. 'Maar Yoba zonder u gaan we..'

'NIKS GEEN GE-YOBA! IK GAF U EEN KANS EN JE VERPEST HET!' Boos sla ik met mijn handen op het houten bureau en loop weg. Als ik de deur open maak, staat daar een boze roedelgroep.

'Je bedreigt onze Alpha.' Gromt een jongen van in de twintig. 'Laat me er langs voor ik nog iets veel ergers doe.' Grom ik intimiderend. 'Geen sprake van.' Hij vraagt er gewoon om.

'Ga aan de kant, NU!' Blaf ik in het gezicht van de jongen. 'Je bent maar een simpel klein meisje.' Hij heeft het voor elkaar, ik ben nog bozer dan net.

Alles voor mijn ogen krijgt een paars tintje en ik zie alles super scherp. Nu pas lijkt de jongen door te hebben wat hij heeft gedaan en kruipt bang naar achteren. 'De eerst volgende die mij bedriegd, aanvalt, beledigd of nept, daar draai ik persoonlijk zijn nek van om.' Zeg ik met een heel ander soort stem dan die van mezelf.

Maar de stem schijnt indruk te maken, want iedereen knikt bang. 'En jullie hebben aan jullie Alpha te danken dat jullie straks ten onder gaan tijdens de aanval van the Dark Soules.' Nadat gezegd te hebben, shift ik en ren naar mijn blokhutje toe. Langzaam aan verdwijnt de paarse gloed en zie ik weer normaal. 'Het zal ze bezuren ons te belazeren.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro