Hoofdstuk 10
Drie uur zitten we al in dit rare zwarte busje. Nog steeds voel ik me helemaal lam en ben ik doodmoe. Ik heb oprecht geen flauw idee waar die flashback vandaan kwam of waarom ik zo lang buitenwesten was geweest. 'GOWD IK HEB HET GEHAD MET DIE SCHIJT AUTO!' Roept Neele geërgerd door de auto heen, wat een rare grinnik van Caine opleverd. 'Niet zeuren ik rijd al drie uur, lieffie.' 'Je laat ons ook niet echt rijden ofzo.' Zucht Sterre. 'Nee, want vrouwen kunnen niet rijden en jullie hebben geen rijbewijs.' Direct schud ik mijn hoofd. 'Noop die heeft niemand.'
Caine parkeerd de auto bij een parkeerplaats. Het portier van de auto sla ik ruw open. Maar zodra ik uit de auto wil komen val ik direct om. 'We helpen je wel effe.' Weerklinkt een wijze dokter stem. 'Sterre het gaat wel.' Grom ik geïrriteerd. 'Luister nou maar gew..' Snel klauter ik op en laat mezelf tegen de auto aan steunen. 'Zie je wel, ik hoef geen hulp.' Grijns ik trots.
'Mijn vader was een Alpha waardoor ik dus veel contacten heb bij andere roedels. Persoonlijk stel ik voor om wat roedels te bellen opzoek naar een slaapplek.' Sterre en Neele lijken het een goed plan te vinden. 'Ja, zeker zijn die net zo betrouwbaar als je vader.' Snauw ik hem toe. Woedend kijkt hij me aan. 'Zo praat je NIET over mijn vader.' Snauwt hij op Alpha toon terug. Iedere normale wolf zou nu bang of onder de indruk raken maar ik laat een scheve glimlach zien. 'Ach heeft de jongen een Alpha toon? Wat goed zeg.' Mompel ik poeslief terug.
Ik zou zweren dat hij oprecht staat te trillen van woede. 'Hou je bek, Rogue!' Roept hij op dezelfde toon als zijn vader altijd praatte. 'Je bent zelf ook Rogue, Alpha-zoontje.' Hij wil naar me uithalen maar Neele houdt hem nog net tegen. Ze omhelst de pislinke jongen en kijkt me daarna geïrriteerd aan.
'Bel je vriendjes nou maar gewoon.' Zegt Sterre om de boel te kalmeren. Vlug werp ik haar een boze blik toe. Onschuldig haalt ze haar schouders op en kijkt weg. 'Doe ik wel.' Probeerd Caine vriendelijk te zeggen, maar toch hoor je nogsteeds de woeste trilling erin. Hij loopt naar een standaard telefoon paal en toets daar een nummer in.
'Oke, we kunnen naar wat vrienden van me toe. Naam van het pack ben ik even vergeten maar ik heb de coördinaten.' Sterre knikt en probeerd ons de auto in te krijgen. 'Ik kan zelf ook lopen.' Mompel ik geërgerd. Ze schud haar hoofd en komt perongeluk met haar been tegen de mijne aan waardoor ik omval.
'Hulp nodig kleintje?' Vraagt Caine droog. Woedend grom ik. Hij wijkt wat naar achter als reactie op mijn grom, waardoor hij struikelt en in een plas met water valt. Luidkeels begin ik te lachen, wat me wat rare blikken van mensen opleverd, maar ja.
'Zijn we er al?' Vraag ik ongeduldig. Caine gromt lichtjes. 'Dat vroeg je twee minuten geleden ook al.' 'Misschien omdat ik het niet zo op auto's heb.' Een klein grinnikje laat Neele horen. 'Je had ook al iets tegen liften, straks ook nog tegen een televisie?' Zegt Neele lacherig. 'Auto's maken me claustrofobisch en liften zijn gewoon eng.' Zeg ik schouder ophalend. De hele auto barst in lachen uit, zelfs Caine lacht vrolijk mee.
'We zijn er.' Roept Caine in mijn oor. Fijn ik was in slaap gevallen. Wanneer ik de auto uit kom, word ik verblind door het felle licht. 'Hoe heette dit pack ook alweer?' Vraag ik Caine terwijl ik nog steeds niks zie.
'Dream Devils ofzo?' Abrupt kijk ik hem aan. 'We moeten hier NU weg!' Schreeuw ik gepanikeerd naar hem toe. 'Waarom zouden we het word ons nieuwe pack.' Hard schud ik mijn hoofd. 'Nee, we blijven hier niet!' Roep ik woedend.
'Kalmeer is even, sweatheart.' Zegt iemamd terwijl hij achter een muut vandaan komt. 'DEREK SODEMIETER OP!' Schreeuw ik volledig buiten controle. Caine zie ik voorzichtig naar achteren lopen. 'NEE NIKS, BLIJVEN STAAN SILVERS!' Roep ik woedend. 'Doe is rustig sweatheart, dit is niet goed voor je.' Zegt Derek dodelijk kalm. 'Ik ga dus niet luisteren naar jou.' De kalmte die plotseling in mijn stem terug keert klinkt ijzig en kill. De paarse waas keert ook weer terug in mijn gezichtsveld en neemt langzaam mijn hele beeld over.
'Sweatheart?' De trilling in zijn stem is heel erg aanwezig. 'Stop maar met je ge-sweatheart. Ik ben de boodschapper van de maangodin, sterker en sneller dan jij ooit zou kunnen zijn. Denk maar niet dat jij me kan blijven achtervolgen en lastig vallen. Je bent nutteloos tegenover mij.' De stem weerklinkt plotseling uit mijn keel. Het was krachtig en kalm en een ding weet ik zeker, het was niet mijn stem.
Plotseling zie ik in mijn ooghoek een schittering van iets glimmends. Mijn gezicht wil ik naar de schittering bewegen, maar een plotselinge steek in mijn heup houd me direct tegen. Een combinatie van zilver em wolfsbane voel ik door mijn aderen heen stromen. Net voordat mijn wereld zwart word.
'Ik ben thuis!' Schreeuwde het kleine roodharige meisje door het huis heen. Een dodelijke stilte was het antwoord op haar mededeling. 'Floris, waar ben je?' Schreeuwt het meisje opnieuw. Ze huppeld naar de woonkamer van het huis toe en opent de deur. Het pakketje wat ze in haar handen had valt direct op de grond. Daar ligt de grote broer van het meisje dood op de grond. 'Floris?' Weerklinkt het droevige stemmetje door de lege ruimte.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro