
Hoofdstuk 15
A/N
Even jullie bedanken voor de 60 reads is niet veel maar in het begin dacht ik dat er niemand dit ging lezen. Maar hier is hoofdstuk 15.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik loop door de gang, met men hoofd niet bij de les. Ik had zelfs niet door dat ik terug naar het boomhutje was gelopen. Waar had ik daar een moment beleefd, weg gerend en gelift voor de eerste keer in men leven. Er speelde een glimlach rond men lippen als ik der aan dacht ook al had het wel een slechte afloop of bijna slechte afloop. Ik liet me langs de stam naar beneden glijden. Men leven is in een grote week veel veranderd, ik ben een wolf geworden wat ik niet erg vind of nu toch niet meer. Ik ben te weten gekomen dat ik toch nog ergens een vader heb rondlopen maar die mij haat. Hij kent me niet maar toch ben ik meteen met een stempel van haat bedrukt toen hij me zag. Ik liet een geïrriteerde schreeuw los die ik al een tijdje had ingehouden.
Blijkbaar was die heel erg luid want meteen zat er een bezorgde James naast mij. 'Baby boy, wat is er', vroeg hij cirkeltjes op men rug te tekenen voor me te kalmeren. 'Ben ik dan zo irritant dat god mij de hele tijd moet straffen', zei ik na een tijdje, men tranen proberend weg te dringen. Hij keek me verward aan, 'waarom denk je dat?' 'Omdat zelfs men vader die me niet eens kent me al bestempeld heeft als een last', zei ik nu huilend in de schoot van die ene man waar ik het dacht dat ik nooit zou bij huilen.
'Waarom luister je nooit eens na mij baby boy. Als ik zeg dat het je zakens niet zijn, zijn het je zakens niet. Neus er niet achter en zeker niet achter mijn rug zie nu wat er van komt', zei James pist. 'Niet mijn zakens? Niet mijn zakens, we spreken hier wel over men bloed eigen vader en dat noem je niet mijn zakens?', zei ik nu boos en ik stond recht met tegegenoegen van zijn en mijn wolf die gromden. 'Zit', beviel hij mij, en ja hoor daar hebben we weer de bevelende alpha. 'Ik ben je marionet niet, dus ik moet niks', riep ik gefrustreerd. 'Hou je toch een beetje in', huilde Zach in men hoofd terwijl hij de hele tijd rondjes liep. 'Wat heb jij', vroeg ik, 'je zei dat je naar niemand zijn poten zou dansen maar dat ben je nu wel mooi aan het doen.' Op die vraag bleef hij stil, whatever als je eens iemand nodig hebt dan zijn ze er nooit.
'Laten we erover praten', zei hij na een paar minuten na men uitvliegen. 'Praat', zei ik dan maar, geen zin eigenlijk meer om erover verder te gaan. 'Ik wil je gewoon beschermen tegen hen. Het mag dan je vader zijn maar het is niet echt een vader die een goed hart heeft, hij zou je in stukken kunnen scheuren letterlijk en figuurlijk. Het maakt hem helemaal niks uit dat je zen zoon bent, je bent een soort gevaar voor onze gemeenschap en daar kan hij en de andere hogeren niet op lachen.' 'Ik hoef je bescherming niet. Ik heb dat al vernomen van men moeder dus veel nieuws geef je me ook niet', zei ik terwijl ik men rug draaide voor weg te gaan. 'Waar ga je naar toe', vroeg hij terwijl ik weg ging. 'Ik ga een beetje lopen, men hoofd legen en ik ga alleen', zei ik dat laatste als ik zag dat hij mee wou gaan. Hij gromde natuurlijk als respons maar wat had ik verwacht. 'Hou je wolf een beetje in wil je', mompelde ik dat laatste, maar ik weet dat hij me gehoord moet hebben want ons gehoor is vele beter dan een gewoon mens. En alweer een grom als respons, maar boeiend.
Ik sprong weer letterlijk in men wolf en liep, liep totdat ik even moest stoppen voor adem te halen. Ik veranderde weer in mezelf en liet me langs de eerste beste boom weer naar beneden glijden en ik huilde, riep totdat ik mezelf in slaap had geweend. Ik werd terug de volgende dag wakker in men eigen bed. Waarschijnlijk heeft James me teruggebracht, hoe ik dat weet. Nou heel men kamer hangt dat verleidelijke luchtje van hem waar men wolf gek van wordt.
Pov onbekend
Ik zit hier nu al een dag of twee die jongen in de gaten te houden. Van onze opdrachtgever moest ik hem in de gaten houden. Hij denkt dat het zijn zoon moest zijn of zo had ik het toch begrepen. Ik moet zeggen de gelijkenis is echt groot, ze hebben de zelfde bos krullen, de ogen zijn ook hetzelfde, ik moet zeggen hij is best prachtig. Oké ja ik zei prachtig, ik wil het tegen niemand zeggen maar heb misschien een kleine crush op men baas. Maar deze zoon is ook njam, jammer dat die irritante toekomstige koning zijn mate is, anders was hij direct van mij.
Ik zit hier hem nu al een tijdje te begluren en hij heeft zichzelf in slaap geweend. Hij heeft hier zeker een half uur zijn longen uit zijn lijf geschreeuwd. Het was niet om aan te horen. Ik kan/mag niets doen enkel hem in de gaten houden en verslag geven aan men baas. Over één ding heeft hij wel gelijk, hij is een halfwolf een gevaar voor de samenleving. Maar hij voldoet voor de rest niks aan de beschrijving die zijn vader gegeven had, hij is de meest prachtige jongen van buiten uit maar ook vanbinnen heeft hij een puur hart. Oké hij heeft ironische opmerkingen maar dat is een schild. Hij is zo bang, zo kwetsbaar dat hij dat door die ironische opmerkingen wil verbergen.
Na een half uur kwam James hem ophalen en ik moest echt men best doen om men wolf in bedwang te houden. Waarom hij zo is geen idee, onze mate is jaren terug vermoord door men eigen ouders. En dan heeft Marcus me opgevangen, hij heeft men haat tegen men ouders een stuk tegen me gebruikt. En zo ben ik geworden tot de persoon die ik nu ben. Sterk, gevoelloos van buiten, wraaklustig en laten we zeggen een beetje hebberig. Ik volgde alles op de voet, totdat ik ze niet meer zag, doordat ze naar binnen waren gegaan.
'Baas', zei ik. Geen antwoord, ben ik al gewend. 'Ik vrees dat ik slecht nieuws heb, hij weet over je bestaan, hij weet dat je zen vader bent. En zoals je het vermoedde, hij is inderdaad een halfwolf. Wat is de volgende stap?', vroeg ik dan. 'Voorlopig niets, kom terug naar hier de rest regelen we verder op ons territorium. Ik zal men zoon later zelf een bezoekje brengen. Maar voorlopig laten we alles zoals het nu is', zei opeens de ruwe stem van hem. 'Oké baas, ben daar over een dagje.' En met die woorden sloot ik het telefoontje af. Als hij het zelf wilt oplossen is dit meestal geen goed teken. Maar wat had ik kunnen verwachten. Maar één ding weet ik zeker dit goddelijke wezen wordt de mijne. En met die gedachten begon ik te rennen.
Geen zorgen Rebel, ik kom terug en dan ben je van mij.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro