Ik appte hem.
Ben je al boven.
Ja.
Mag ik ook komen?
Nee.
Natuurlijk mag je komen gekkie.

Ik kwam boven.
Hij lachte.
We speelden weer met de kaarten.
We gierden van de lach.

Zijn ogen.
Ze glinsterden.
Het was alsof hij vuur in zich had.
Het brandde.
Niemand kan het blussen.

Ik nieste.
Mijn nies is apart.
Hij zei dat is.
Dat is de mooiste nies.
Die ik ooit gehoord heb.

Dat maakte me blij.
Zo lief.
Zo raar.
Het einde kwam in zicht.
We waren met drie.

We liepen naar beneden.
Tanden poetsen.
Met zijn drieën.
Bij de vrouwen.
Hij wilde bij ons staan.
Zijn lens viel.
Hij lachte.
Wij ook.

Terug naar de tent.
Naast die van mij.
Je liep naar me toe.
Ik vergat je nog wat te geven.
Dat is wat hij zei.
Ik keek vragend.
Wat dan?

Hij gaf me een lange warme knuffel.
Zijn hoofd op die van mij.

Damn.
Houdt hij ook van mij?