Ik slik en loop het schoolplein op. 'Hé homo! Waar is je vriendje?' Overal beginnen mensen te lachen. Ik loop meteen door naar de ingang. Dan steekt iemand zijn voet uit. Ik val op de grond. De persoon begint heel hard te lachen en na een niet lange tijd ligt iedereen in een deuk. Beschaamd kom ik overeind.

Natuurlijk is vandaag de dag dat we gym hebben. Ik loop de kleedkamer in. 'Wat doe jij hier?' hoor ik iemand zeggen. 'Omkleden, wat anders?' antwoord ik. De jongen kijkt me misprijzend aan. 'En dan lekker naar onze lekkere lichamen kijken, zeker!' 'Helaas, ik heb al een vriendje dus geen interesse!' lach ik. De jongen kijkt me boos aan.

Ik draai me om en begin met verkleden. Ik trek mijn shirt over mijn hoofd. 'Rot op, homo!' roept de jongen. Ik draai me om. 'Bemoei je lekker met je eigen zaken en laat mij met rust!' schreeuw ik. De jongen geeft me een duw. Ik word nu echt boos. Ik duw hem tegen de muur aan.

Ik breng mijn gezicht heel dicht heel dicht bij die van hem. 'Ik zou mij maar met rust laten,' zeg ik dreigend. De jongen lacht. 'En dan?' Ik haal uit en ram hem met mijn vuist. De jongen grijpt naar zijn hoofd. Ik ga verder met verkleden. Ik voel hoe de andere jongens me aankijken. Wat valt er te zien?

De rest van de lessen laten ze me met rust. Het nieuwtje gaat als een lopend vuurtje door de school. Ik bemoei me niet met de kinderen. Voor de eerste keer let ik op in de lessen.

Na een verschrikkelijke schooldag kan ik eindelijk naar huis. Ik besluit dat ik eerst even langs Julius ga om te kijken hoe het met hem gaat. Ik loop naar mijn fiets.

Dan word ik plotseling vastgegrepen en tegen de muur geduwd. Ik slaak een kreet. Ik voel hoe er een mes tegen mijn keel wordt aangedrukt. Ik hap naar adem.

'Hallo,' zegt de jongen. 'Wij hebben elkaar al eerder ontmoet.' Ik kijk hem aan. Het is de jongen van gym. Zijn oog is flink blauw en opgezwollen. Helaas heb ik geen tijd om hem aandachtig te bestuderen. Er wordt nog steeds een mes tegen mijn keel aangehouden.

'Wat wil je?' vraag ik. 'Wraak.' De jongen grijnst. 'Je hebt me voor schut gezet, dat ga ik ook met jou doen.' Hij steekt het mes in mijn been. Ik zak op de grond. Tranen stromen over mijn gezicht. Dan zie ik dat er iemand aan komt rennen. Het is Sara? Wat doet zij hier?

Ze begint te schreeuwen tegen de jongen, maar ik hoor niks van wat ze zegt. De jongen slentert weg. Ze buigt zich naar me toe. 'Hou vol! Ik bel een ambulance.' Ze begint te bellen. Daarna komt ze weer terug. 'Hou alsjeblieft vol!' Dan wordt het zwart voor mijn ogen.