Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

XI En zo verlieten we het paleis weer

XI En zo verlieten we het paleis weer

De vergadering werd beëindigd en Marrin en Jerrai werden zo wat de kamer uit geduwd om spullen in te pakken.

'We zijn hier nog niet eens een dag en we gaan al weer weg!' klaagde Marrin. 'Ik had zo gehoopt op een warm bed!' Roman die naast hen was komen lopen begon te lachen.

'We vertrekken morgenvroeg, dus een nacht warm bed zit er nog in,' zei hij en de tweeling keek hem vol ongeloof aan.

'Hoe zacht zijn ze?' vroeg Jerrai meteen. 'En hoe groot? Zo groot als die van de Koning?' Izailyr die ook met ze meeliep begon nu ook te lachen.

'Niet zo groot als die van de Koning, maar wel van aardig formaat en ze zijn super zacht,' zei de andere centaur. 'Daarnaast hebben we nog een lunch en een diner vandaag.'

'Geen aardappelen hoop ik?' vroeg Jerrai.

'Zo ver ik weet niet,' zei Roman. 'Houden jullie er niet van?'

'Nee, het liefst zou ik die gele dingen nooit meer hoeven te zien,' zei Marrin met een vieze stem. 'Dat zou het leven een stuk beter maken'

• • •

De middag ging snel voorbij en de avond daarna ook. Na de lunch was de training toch door gezet. Ze kregen instructie over wat de beste manieren waren om je te verschuilen. Wat het punt daarvan was, bleef voor Marrin en Jerrai een raadsel, maar ze hoopten er tijdens Het spel van de Koningin daar achter te komen. Na alle technieken snel, maar vaak door te hebben genomen werden ze voor het avondeten uitgenodigd. Waar -tot groot geluk van Marrin en Jerrai- geen aardappel te vinden was. Na het eten werden ze naar hun kamers gebracht. De klasseloze gingen weer terug naar hun gezamenlijke hok en de tweeling kreeg een aparte kamer toe gewezen met twee bedden, omdat ze daar om vroegen.

'Ik wist niet dat er zo veel eten bestond naast aardappelen,' zei Marrin toen ze op haar rug naar het plafond keek.

'En dat slaapkamers zo groot konden zijn,' zei Jerrai daarop. De kamer die ze deelden was drie keer de grootte van die ze in het weeshuis hadden. De bedden stonden bijna vijf meter van elkaar verwijderd, maar waren wel groot en zacht. Jerrai was voornamelijk blij met het feit dat zijn hele lichaam in het bed paste en zijn voeten er niet half uit bungelde. Naast de bedden stonden nachtkastjes en bij de kant van de deur stonden twee stoelen en een lage klerenkast.

'Ik wil helemaal niet terug naar de stad,' zei Marrin uiteindelijk. 'Ik vind het wel goed zo.

'Ja,' zei Jerrai met een zucht. 'Maar daarnaast wil ik wel weten wat dat spel van de Koningin is...'

'Daar heb je een punt,' zei Marrin en zuchtte nu ook. 'Ik vraag me ook af wat we zouden kunnen als Koningin?'

'Ons heel goed verstoppen?' Marrin lachte.

'Dat zou nog eens wat zijn,' zei ze en Jerrai lachte nu ook.

'Ik ben wel blij dat we dit samen doen,' zei hij.

'Ja, ik ook...' Ze vielen even stil.

'Wel echt vervelend dat wanneer ik me hand uitsteekt je hem echt nooit zou kunnen pakken,' zei Jerrai lachend die zijn arm even buiten het bed liet bungelen.

'Enige nadeel aan deze kamer zou ik zeggen,' zei Marrin en glimlachte. Er viel weer een stilte, maar deze keer omdat ze beide in slaap vielen.

• • •

'Wakker worden schone slaapsters!' zei Roman vrolijk terwijl hij op de deur van de tweeling klopte. Na wat gekreun te horen deed hij zachtjes de deur open. Jerrai lag half uit zijn bed en Marrin lag achterstevoren. Roman lachte.

'Kom op! Het ontbijt wordt nog koud,' zei hij en de ogen van Jerrai schoten open.

'Warm ontbijt?!' vroeg hij en viel zijn bed half uit. Marrin werd ook langzaam geeuwend wakker.

'Ja, gebakken ei of gekookt en zelfs roerei. Dus kleed je aan, ik wacht op de gang.' Roman sloot de deur weer om hem niet veel later geopend te zien worden door een jongen met een bedkapsel.

'Klaar voor eten!' zei hij.

'Je shirt zit achterstevoren!' riep zijn zus vanuit de kamer en Roman lachte.

'Oh,' zei Jerrai, trok zijn shirt weer uit en trok hem daarna weer goed aan.

'Nu kunnen we gaan,' zei Marrin die zich langs haar broer de kamer uit wurmde. 'Ik heb trek.'

Het ontbijt was nog indrukwekkender dan ze hadden verwacht en zo veel beter dan een aardappelen ontbijt. Samen propte ze zich in de vroege morgen helemaal vol en genoten van elk moment in de hoop ooit weer terug te kunnen komen.

'Ik denk,' zei Jerrai die zijn lege bord van zich afschoof. 'Dat ik toch blij ben dat als ik dood ga jij ook dood ga.' Marrin keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.

'Vertel.'

'Nou, als dat niet zo zou zijn en ik ging alleen dood, dan betekende dat dat jij gewoon voor de rest van je leven zo kon eten! Dan zou ik echt super jaloers zijn,' zei Jerrai.

'En dood,' zei Marrin.

'Oh, ik weer iets beters! Dan kom ik gewoon spoken bij je als je gaat eten!' Marrin lachte.

'En dan kan ik je steeds met het lekkere eten pesten,' zei ze duivels.

'Oké, iets minder goed idee dan.'

'Jullie gesprekken zijn werkelijk bijzonder,' zei Roman die nog rustig naast hen zat te ontbijten.

'Je moet er maar aan wennen,' zei Jerrai met een knipoog.

'Oh, voor ik het vergeet,' zei Marrin. 'Wie gaan er allemaal mee?'

'De klasseloze, jullie natuurlijk,' zei Roman. 'De zwarte schaakstukken, Ara, Yaiko, Higmar, Izailyr en ik.'

'Gezellig,' zei Jerrai en was stiekem blij dat Kalimda deze keer niet met ze mee ging. 'Wie leid de groep?'

'Yaiko, maar hij is een aardige gast,' zei Roman.

'Goed om te weten,' zei Marrin, maar had eigenlijk geen zin in een twee weken lange ries naar een plek die ze hadden willen ontsnappen.

'We moeten niet vergeten Fer nog op te zoeken,' zei Jerrai. Marrin knikte.

'Dat moeten we inderdaad niet.'

• • •

En zo gingen ze weer op reis. Jerrai had de Koning beloofd als zijn Koningin terug te komen en als dat niet zou lukken hij vooral zijn graf mocht bezoeken. Marrin beloofde bijna hetzelfde, maar zei wel dat ze op haar broer zou letten en andersom. Onder grote verbazing van het hof werd de tweeling door de Koning geknuffeld en daarna op weg gestuurd met een zegen.

'Een zegen van de Koning,' zei Ara duidelijk jaloers. 'Wat een geluksvogels zijn jullie.'

'Dat is ook voor het eerst in ons leven,' zei Marrin en lachte.

De eerste dag lopen was het zwaarst door de grote drang om terug te keren naar het paleis. Zelfs de zwarte schaakstukken hadden er last van, omdat hun blik duidelijk steeds achterom gekeerd was. Maar na die ene dag verdween het paleis steeds meer achter de hoge bomen tot het uiteindelijk op de vierde dag zowat verdwenen was. Al helemaal toen het nacht was, kon je het niet meer zien. Jerrai zuchtte.

'En dan moeten we na dat spel ook nog eens terug,' zei hij.

'Al is dat voor jullie -als jullie Koningin worden- een stuk sneller,' zei Roman die naast hun bij het vuur zat.

'Hoe bedoel je?' vroeg Marrin nieuwsgierig. Een snellere reistijd zag ze we zitten.

'Een Koningin kan net zoals het koninginnenschaakstuk heel snel van de ene kant van het bord naar de andere kant van het bord reizen,' legde Roman uit. 'Nog sneller dan een Bisschop.'

'Wow... Maar betekend dat dan dat we magie krijgen of zo?' vroeg Jerrai die het anders niet wist te verklaren.

'Dat weet ik niet,' zei Roman. 'Dat weten Koninginnen alleen...'

'Maar hoe zit het dan met Paarden?' vroeg Marrin.

'Wij kunnen goed manoeuvreren en oriënteren in een onbekend gebied. Daarnaast zijn we over het algemeen redelijk sterk.'

'Oh, hoe sterk dan precies?' vroeg Jerrai en Roman lachte.

'Zo sterk dat we met gemak een huifkar kunnen trekken,' antwoordde hij daarop en Jerrai voelde zich een beetje dom door zijn vraag.

'Roman?' werd er gevraagd en Roman keek om. 'Oké, dan had ik je naam inderdaad goed,' zei Fidran en kwam naast hem zitten.

'Wat is er?' vroeg Roman rustig.

'Ik had een vraagje.' Roman knikte. 'Wat leeft hier allemaal in het woud?' Het Paard bleef even stil en keek de Bisschop voor een paar lange seconden aan.

'Hoe bedoel je?' vroeg Roman daarna voorzichtig met een niet al te harde stem.

'Samiya zei dat ze iets hoorde. Eerst dacht ik dat ze zich dat misschien verbeelde, maar toen hoorde ik het ook,' zei Fidran uiterst gespannen. 'Daarom vraag ik wat hier in het bos zit.'

'Bedoel je dat we achtervolgd worden?' zei Roman fronsend en stond op. 'Er leven hier Xignaers, kleine wezens die in het holst van de nacht van huid veranderen...' Fidran keek Roman gespannen aan.

'Die leven hier ook?' vroeg hij en Marrin en Jerrai zagen hoe hij zijn trillende handen stil probeerde te houden. 'Dat is alles behalve goed...'

• • •

Woorden: 1495
Nog minimaal 5444 woorden!

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro