Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

I De vieze straatjes en De nog viezere Pion

I De vieze straatjes en de nog viezere Pion

'Eten we nu al weer aardappelen?' klaagde Marrin en prikte in haar eten.

'Niet zeiken, maar opeten!' zei de man die het voor hen had opgeschept streng. Jerrai die naast Marrin zat zuchtte.

'Maar we eten dit nu al vijf dagen!' klaagde hij met zijn tweelingzus mee. 'En we zijn daarnaast bijna jarig!' Maar de man hoorde hem niet en ging ongestoord door met aardappelen opscheppen voor de andere kinderen in het weeshuis. Nou ja, weeshuis... Het was eerder een opvangplek voor kinderen zonder toekomst, kinderen zoals Marrin en Jerrai. Kinderen waarvan de toekomst al bepaald was. Want de tweeling was gedoemd een Pion te zijn, een nutteloos schaakstuk dat meestal als opoffering werd gebruikt. Ze stonden niet voor niets aan de onderkant van de samenleving.

'Ik haat deze gele dingen,' zei Marrin en probeerde ervoor te zorgen dat haar lange zwarte haar niet op haar bord terecht kwam. 'En ik haat het dat we zo ook nog eens moeten werken.' Jerrai knikte instemmend en probeerde een aardappel in een keer in zijn mond te stoppen. Dat lukte niet en de knol viel zijn mond uit.

'Je moeder,' zei hij gefrustreerd.

'Die heeft ons verkocht,' zei Marrin als antwoord daarop en begon haar aardappelen in kleine stukjes te snijden. Daarnaast probeerde ze het onderwerp van de gesprekken naast haar op te vangen, zonder succes. Het was altijd veel te druk om je überhaupt ergens op te kunnen concentreren.

'Ja, als ze dat niet had gedaan hadden, hadden we om onze klasse kunnen schaken,' zei Jerrai en trok daarmee weer de aandacht van zijn zus.

'En zaten we nog op school,' voegde ze daar aan toe.

'Met warm eten.'

'Precies.'

'En geen kleffe koude aardappelen,' zei Jerrai daarna en deed zijn tweede poging om de aardappel, die maar niet op zijn verbogen vork wilde blijven zitten, in zijn mond te stoppen. 'Ik haat onze ouders.'

'Al meer dan tien jaar,' zei Marrin verbitterd en voelde haar oude woedde weer naar boven stromen. Hun ouders hadden toen ze acht waren geen geld meer en besloten dat via een schaakspel te krijgen. Alles was te verkrijgen via een schaakspel onder bepaalde voorwaarden. Voorwaarde een: Het schaakspel speelt zich in De toren van het lot af. Voorwaarde twee: de uitgedaagde kiest de prijs voor het verliezen. Bij het spel van Marrins en Jerrai's ouders ging het bij de tweede voorwaarde mis.

'Ik kan nog steeds niet geloven dat ze geld voor hun bloedeigen kinderen omruilde,' zei Marrin.

'Ik kan nog steeds niet geloven dat ze verloren,' zei Jerrai.

'En dan nog wel steeds het geld kregen,' voegde zijn zus eraan toe en zuchtte. 'Ik haat ze nog steeds.'

'Gelukkig wonen ze ver van ons vandaan.'

'Beter,' zei Marrin en prikte een aardappel op om die in haar mond te proppen. 'Anders zouden ze nu al dood zijn.' Jerrai lachte.

'Je bent soms zo agressief,' zei hij met volle mond en stikte bijna in zijn aardappel waardoor het Marrins beurt was om te lachen.

'Sukkel. En jij niet dan?' Jerrai klopte zichzelf op de borst en pakte zijn beker waar maar weinig water in zat. In een beweging gooide hij het houten ding leeg en haalde opgelucht adem.

'Daar zijn we broer en zus voor,' zei hij en deed alsof hij net niet in een aardappel gestikt was.

'Marrin! Jerrai!' zei een vrolijke stem en twee handen werden hard op hun schouders geslagen.

'Wat?' zei Marrin bot, maar was duidelijk geschrokken.

'Altijd weer het zonnetje in huis,' zei de jongen achter hen en probeerde zich tussen broer en zus te proppen. Het lukte hem met moeite en zorgde daarmee dat iedereen die ook op die bank zat even lekker tegen elkaar aan werden gedrukt.

'Wat is er Fer?' vroeg Jerrai aan de jongen die eigenlijk Ferrosiol heette, maar liever Fer werd genoemd, omdat hij de naam Ferrosiol door en door haatte.

'Niet veel. Alleen dat we De Pion zo weer eens lekker schoon mogen maken,' antwoordde hij.

'Ja, heel lekker,' zei Marrin sarcastisch en liet de twee jongens daarmee lachen.

'Altijd heel lekker een Pion schoonmaken,' zei Fer terwijl hij naar Jerrai knipoogde die Fers hoofd meteen weg sloeg.

'Je bent er zelf ook een. Ga jezelf schoonmaken, je stinkt,' zei Jerrai daarna.

'Ik heb me gister nog gewassen!' zei Fer verontwaardigd.

'In de sloot?' vroeg Marrin en kreeg een high-five van Jerrai.

'Goeie zus,' zei hij en lachte. Fer was duidelijk beledigd en sloeg zijn armen over elkaar.

'Niet eerlijk, twee tegen een,' zei hij.

'Sorry, maar we zijn een twee in een deal,' zei Marrin met een tevreden glimlach.

'Maar ik vind het wel super kut dat we in de ochtend na een koud en vies aardappelontbijt een super groot gevaarte moeten schoonmaken waar niemand eigenlijk naar omkijkt,' zei Jerrai in een adem en prikte een van de laatste twee aardappelen van zijn bord. Marrin knikte instemmend.

'De enige relatie die ik met dat stuk heb is dat onze klasse dezelfde naam draagt.' Fer maakte een instemmend geluid.

'Daarnaast zijn die straten er omheen super smerig,' zei hij en haalde vies zijn neus op.

'Niet dat jij dat erg zou moeten vinden,' zei Jerrai plagend verwijzend naar de grap over dat hij zich waste de sloot. Fer wilde er iets tegenin brengen, maar werd ruw onderbroken door de baas van het weeshuis.

'Van jullie kont af!' riep hij. 'De tijd voor eten is voorbij. Alles wat je niet op hebt ligt vanavond minder op je bord.'

'Oh, kut,' zei Marrin en propte de laatste stukjes haar mond in. 'Op!' zei ze en er vlogen wat aardappelstukjes haar mond uit terwijl ze probeerde niet te kokhalzen van het te veel aan aardappel smaak in haar mond.

'Mooi,' zei Jerrai en slikte zijn laatste hap door. Daarna stond hij met moeite op, want er was geen ruimte op de bank in de afgelopen minuten gekomen.

'Op naar De smerige Pion!' zei Fer die daarna meteen op zijn beide benen stond. Marrin stond ook op en gedrieën liepen ze naar de gammele deur toe die een baby nog met gemak in zou kunnen trappen. Maar net toen ze het weeshuis wilden verlaten werd Fer door de leiding terug geroepen.

'Oh,' zei hij en keek angstig. 'Ga maar alvast zonder mij...' Jerrai haalde zijn schouders op, het kwam wel vaker voor dat Fer vergat dat hij de afwas nog moest doen en klein was die afwas niet.

'Dan gaan we, kom Mar!' zei Jerrai en Marrin glimlachte.

'De idioot, altijd maar denken dat hij de afwas kan ontlopen,' zei ze en liep samen met haar broer het huis dan toch uit. 'Het wordt nog z'n dood.'

Buiten was het net licht en zowat uitgestorven. Hierdoor kon je extra sterk de vieze geuren van hun wijk ruiken. De wijk van De Pion was volledig ingezakt en de straatstenen zaten altijd onder een laag modder vermengd met poep en pies. De tweeling was op dat moment blij dat ze van hun weinige geld nieuwe laarzen hadden gekocht in plaats van eten. Het was een grote afweging, maar de laarzen zouden het in ieder geval nog een jaar vol moeten houden. Of niet, zoals ze zelf ook vaak zeiden, alles in hun leven was een gok. Als er iets was wat hun ouders hen geleerd hadden, dan was het dat wel.

'Zo vies,' zei Marrin die hoewel ze hier al bijna tien jaar zes dagen per week liep er niet aan kon wennen. Haar broer was daar geen uitzondering in.

'Ah, smerig,' zei Jerrai daarna toen hij voelde dat hij in iets raar gestapt was. 'Waarom kunnen ze het hier niet even opknappen? Waar is dat beloofde geld?'

'Terug in de zakken van de Bisschoppen en Paarden,' zei Marrin die er alles aan deed zo min mogelijk van de gore stadslucht tot zich te nemen. 'Torens zijn de enige die je nog kunt vertrouwen.'

'En dat ook niet eens altijd...' zuchtte Jerrai en keek in de verte waar De Pion wit glansde. Het schaakstuk was gigantisch, maar tegelijkertijd nietig als je even opzij keek naar De witte Bisschop die niet veel verder stond of naar Het zwarte Paard dat nog steeds meer macht uitstraalde dan De Pion terwijl Het Paard toch echt aan de rand van de stad stond.

'En we zijn weer in het speelpaleis beland,' zei Marrin toen ze de laatste vieze straat door gekomen waren en het voetstuk van De Pion goed konden zien.

'Woehoe,' zei Jerrai sarcastisch en liep de groep wezen en niet wezen achterna. 'Ik hoop dat we deze keer alleen de onderkant hoeven te doen.'

'Ja, de bovenkant is echt hel,' zei Marrin en liet zich een emmer tegen haar borst aangedrukt krijgen. Ze keek er afkeurend in en zag de borstel met maar drie haren en een doekje. Daar moest ze samen met tien andere tieners een groot gevaarte mee schoon zien te maken. Een gevaarte dat bijna twintig meter hoog was en waarop iedereen met modder op tekende. Niet dat Marrin dat verafschuwde, nee ze vond het eerder erg dat ze de kunstwerken weg moest halen dan dat ze er op stonden. Ze zuchtte en wist dat ze voor korte tijd van haar broer gescheiden zou zijn.

'Zie je aan de andere kant van De Pion,' zei Jerrai met een knipoog.

'Zie je aan de andere kant van De Pion,' herhaalde Marrin hem en liep haar team, team vervloekt om de bovenkant schoon te maken, achterna.

Het schrobben begon en al snel verveelde Marrin zich dood, ze had de flauwe grappen van haar broer nodig. Zeker omdat ze met haar drieharige borstel niks opschoot. Ze zuchtte diep terwijl ze de touwen, die haar op haar plek hielden, wat aanpaste zodat ze De Pion ook onder de kraag kon schoonmaken. Maar net wanneer ze weer bezig was voelde ze een stekende pijn in haar arm die even later begon te bloeden. Ze keek er verbaasd naar, maar realiseerde zich snel de waarheid.

'Jerrai!'

• • •

Woorden: 1661
Nog minimaal 21774 woorden

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro