Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 3

Ik schrik wakker van het schelle geluid van piepende scharnieren. Even ben ik gedesoriënteerd, weet ik niet meer goed waar ik ben. Mijn ogen glijden over het smeulende hout, waar zachte rookpluimen vanaf opstijgen. Door een harde wind wordt de rook alle kanten op geblazen. Ik ga rechtop het kleed zitten en kijk om me heen. Ik ben in de kamer - mijn kamer - in kasteel Ivor Thorn. De vloek, het serpent... Langzaam komt alles weer terug. De ontmoeting met prins Ashton, de windmuur, Valerio, Mari en Emmae.

Een flits verlicht de kamer en wordt nog geen tel later gevolgd door een oorverdovend gerommel. Mijn blik schiet richting het raam. Het staat open. Door de wind wordt het heen en weer gerukt, wat een luidt gekraak veroorzaakt. Regen stroomt naar binnen.

Ik trek mezelf omhoog en grijp richting mijn hoofd, waar een steek doorheen schiet. Het is dat goedje dat Emmae gebruikt heeft om me mee te nemen. Het heeft zijn bijwerkingen... Net wanneer ik richting het raam wil lopen, is er nog een flits.

Ik verkramp. Achter het gordijn, dat wild wappert door de stormachtige wind die eraan rukt, staat een silhouet. Koortsachtig kijk ik om me heen, in de hoop een wapen te vinden om mezelf mee te kunnen verdedigen. Ik grijp de pook vast, die naast de openhaard staat. De volgende flits volgt.

Het silhouet is verdwenen.

Mijn hand beeft. Met de pook naar voren gestoken sluip ik dichterbij. De donder rolt en mijn hart klopt op hetzelfde ritme mee. Ik kom steeds dichterbij. De regen roffelt op mijn huid. Ik grijp de stof, trek het gordijn weg...

Een raaf vliegt richting mijn gezicht. Ik schrik ervan en slaak een gil, waarna ik een aantal stappen naar achteren doe. Het dier slaat met zijn vleugels in mijn gezicht, krast in mijn oor. Ik struikel verder naar achteren, tot ik met mijn benen tegen het bed aan kom. Met mijn armen voor mijn gezicht om het te beschermen, val ik achterover op het matras.

Het gekras van het dier vervormt tot een laag gebrom, en algauw klinkt het als gelach.

Ik haal mijn armen een stukje weg en spiek tussen mijn vingers door. Het gelach komt van een jongeman. Hij kijkt op me neer en grijnst. Ik open mijn mond om te gillen, maar zijn hand schiet naar voren en bedekt mijn lippen. Zijn mond vertrekt tot een serieuze streep, waarna hij 'Ssst,' fluistert en een vinger tegen zijn eigen lippen aanlegt. Hij heeft rode haren, die door de regen in natte slierten aan zijn gezicht plakken. Zijn ogen zijn helderblauw, en staren me vanonder zijn lokken aan. 'Jij bent het.'

Langzaam haalt hij zijn hand van mijn mond. Ik denk eraan om wederom te schreeuwen, maar hij snoert me de mond door mijn hand vast te pakken en haast liefkozend met zijn duim over mijn huid te strelen. 'Ik voel het. Aan je magie.'

Mijn ogen verwijden en ik schiet overeind. 'Waag dat hier hardop te zeggen!' snauw ik de vreemdeling toe. Hierdoor begint hij weer te lachen. Het is een laag geluid, dat de donder van buiten haast overstemd. 'Ik ook, mijn liefste. Ik ben ook een magiër. Had je dat nog niet gevoeld?' Ter bevestiging stuurt hij met zijn hand een warme windvlaag over mijn arm, waar mijn haren van overeind gaan staan. Ik herken de magie; hij voelt vertrouwd.

'Wie ben je?' fluister ik.

'De naam is Joa.' Hij laat mijn hand prompt vallen en maakt een buiging, waarbij hij zijn zwarte cape vastpakt alsof het een jurk is. 'Tot uw dienst.'

Ik schud mijn hoofd. 'Ik begrijp het niet. Waarom ben je hier?'

Hij snelt naar me toe en neemt wederom mijn hand in de zijne. 'Omdat, Elody, jij de uitverkorene bent.'

'Hoe weet je mijn naam?'

'Ik hou je al sinds Emmae je door de windmuur bracht in de gaten.'

Ik vernauw mijn ogen. 'De windmuur...' Mijn ogen schieten naar zijn losse hand, waar hij zojuist zijn magie mee opriep. Hij knipoogt naar me als hij ziet dat ik de juiste conclusie trek. 'Jij bent de magiër die de windmuur gecreëerd heeft,' spreek ik hardop uit.

Een zachte lach ontsnapt aan zijn lippen. Hij brengt mijn hand naar zijn mond en drukt er een kus op die mijn huid laat tintelen. 'Ik heb hem veroorzaakt. Jij gaat hem verbreken. Ik heb een visioen gezien, en jij bent het. De magiër met haar aardemagie.'

'De windmuur verbreken?'

Joa knikt grijzend. 'Jij gaat de prins vermoorden.'

Ik schud mijn hoofd en trek mijn hand uit de zijne los. 'Ik denk dat je de verkeerde voor je hebt, meneer. Ik hoor hier niet. Ik ben niet degene die je zoekt.' Ik wil opstaan en bij hem weglopen, maar hij grijpt een van de bedspijlen vast, waardoor zijn arm me blokkeert.

'Zeker niet, liefste. Jij vermoordt de prins, waardoor de rust in Helvyasa terug zal keren. De magiërs zullen weer vreedzaam tussen de mensen kunnen leven, met jou op de troon. Hoe vind je dat klinken?' Zijn zwoele stem wordt ondersteund door het geroffel buiten. Een flits laat zijn bijzonder blauwe ogen oplichten.

Ik schud mijn hoofd. 'Je hebt de verkeerde voor je,' herhaal ik. 'Ik denk...'

'Ssst!' snauwt hij. Hij buigt zich naar voren, verstopt zijn gezicht in mijn nek, onder mijn haar. Als hij praat, strelen zijn lippen langs mijn nek. 'Ze komen eraan.' Hij kijkt me aan en glimlacht. 'Ik kom nog wel terug. En je zal zien dat ik gelijk heb. Jij bent de magiër uit de profetie. Jij gaat ons verlossen. Lang leven Hydra!'

'Hydra? Wat...'

'Zeg niemand dat ik hier geweest ben. En hou je krachten voor je.' Zijn hand, die in de mijne ligt, begint op te lossen in paarse rook. Voor ik het weet is hij terugveranderd in de kraai. Het beest vliegt naar het open raam en gaat op de post zitten, waarna het een schel gekraai laat horen.

Net voordat dat de deur open gaat en Emmae naar binnenstormt, laat het dier zich naar beneden vallen.

'Wat is er aan de hand?' grauwt Emmae terwijl ze de kamer scant. Haar boog is aangespannen. De pijl volgt haar blik en blijft hangen op het open raam. Het flitst buiten, en haar ogen schieten richting mij.

Snel sta ik op. 'Het raam is 's nachts opengewaaid.'

'Dat is onmogelijk.' Ze loopt ernaar toe en inspecteert de scharnieren, zich niks aantrekkend van de koude regen die op haar neer komt. 'Er is niks mis met het raam. Deze kan niet zomaar open gewaaid zijn.' Ze laat haar blik over mijn glijden. 'En waarom ben jij nat?'

'Ik probeerde het dicht te doen.'

'En dat lukte niet, omdat...?'

'Wat is hier aan de hand?'

Ik draai me om en zie commandant Elijah in de deuropening staan. Hij heeft zijn zwaard in de aanslag. In het licht van de maan durf ik zweren een blos op zijn wangen te zien liggen wanneer zijn blik richting Emmae glijdt, die in haar nachtjapon staat. Zij trekt zich er overigens niks van aan, sluit het raam met een klap en steekt een kaars op het nachtkastje aan.

'Het raam was opengewaaid.'

'Dat is niet...' begint Emmae, maar ik onderbreek haar. 'Bedankt dat jullie kwamen kijken of alles in orde is, maar er is niks aan de hand. Als jullie me nu willen excuseren, ik wil graag verder slapen.'

Elijah knikt en stopt zijn zwaard weg in de schede. Hij verlaat de kamer, maar Emmae vernauwt haar ogen terwijl ze langs me loopt. Als ze de deur achter zich dichttrekt, hoor ik haar tegen Elijah zeggen: 'Er klopt iets niet. Ik zweer dat ik stemmen hoorde.'

Als hun voetstappen weggestorven zijn, laat ik me verslagen op het bed zakken. Mijn haren plakken in slierten aan mijn gezicht, en ik durf niet te zeggen of dat door de regen komt of door mijn eigen angstzweet.

Wie was die jongen van daarnet? Joa? Hij had gelijk; ik voelde zijn magie. Het was enorm krachtig, dezelfde soort als de windmuur. Ik heb zo veel vragen voor hem. Een magiër hoort een specialiteit te hebben, een element dat hij kan besturen. Zijn element was overduidelijk wind. Hoe kan hij zichzelf dan veranderen in een kraai?

Ik laat mijn hoofd in mijn handen zakken en graaf in mijn geheugen. De Topaswoestijn ligt ver weg van het koninklijke kasteel, waardoor de fabels en roddels ons nooit bereikt hebben. De aanvallen van het serpent waren ontastbaar voor ons, als een sprookje.

Wat zei Joa nou vlak voordat hij wegging? Lang leven... Hydra? Daar heb ik ook nog nooit van gehoord.

Met een zucht laat ik me op het bed zakken en sla de dekens om me heen. Ik probeer in slaap te vallen, maar de onrust in mijn hoofd maakt dat vrijwel onmogelijk.

***
Ik wil jullie bedanken voor de support die ik heb mogen ontvangen; de stemmen, de betrokken en aanmoedigende comments. Dank jullie wel ❤️

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro