38. The Serbian Singer
The Serbian Singer
[De Servische Zanger]
De jongeman werd wakker met hoofdpijn en keelpijn. Hij voelde zich depressief.
"Dat moet gisteravond een waanzinnig feest zijn geweest. Waarom herinner ik me er niets van?", dacht hij.
Na de meeste waanzinnige feesten word je wakker in je eigen hotelkamer of in die van iemand anders. Je wordt niet wakker in een cel zonder ramen, met een zware metalen deur, afgesloten met een grendel aan de andere kant. Misschien wel, als je een crimineel of een zware drinker bent, maar de jongeman was geen van beide. Hij was een zanger. Hij zou Servië vertegenwoordigen tijdens het komende Eurovisie Songfestival, en hij had alle goede eigenschappen die elk land maar van zijn vertegenwoordiger zou kunnen verlangen.
"Hé! Is daar iemand?"
Hij probeerde de deur, maar die zat op slot. Een brancard met een deken en een zaklamp op batterijen waren de enige voorwerpen in de kamer, die er verder uitzag als de vriezer van een slager of een vleesfabriek. Hij voelde zich als dood vlees.
Hij had dorst, hij wilde naar het toilet, en hij wilde ook douchen. Hoe lang had hij hier geslapen? Hoe was hij hier gekomen? Hoe laat was het?
De jongeman had geen horloge. Als hij de tijd wilde weten, gebruikte hij zijn mobiele telefoon. Hij controleerde de zakken van zijn smoking. Alles zat erin: zijn portefeuille, zijn zilveren vulpen en het notitieboekje dat hij altijd bij zich droeg, de sleutel van zijn hotelkamer, alles, behalve zijn telefoon en de sleutels van zijn huurauto.
Hij bonsde op de deur en schreeuwde een paar keer, maar het was tevergeefs; niemand antwoordde. Hij ging op de brancard zitten. He needed to think. What were they trying to do to him? Think! [Hij moest nadenken. Wat probeerden ze met hem te doen? Denk na!] Er moet een reden voor zijn. Hij kon er maar één bedenken: de twee grote favorieten voor het Eurovisie Songfestival van dit jaar waren Luxemburg en Servië. Servië stuurde een knappe zanger met een prachtig lied. Luxemburg stuurde een roze olifant, gekleed in een tutu. Niemand had ooit eerder een roze olifant gestuurd. Volgens de bookmakers was het niet eens nodig om te zingen, te entertainen of te stemmen: niemand maakte een kans tegen een olifant. Maar, tegen alle bookmakers verwachtingen in, vond iemand het blijkbaar toch nodig om de Servische zanger van het festival weg te houden...
Hij moest hier weg.
Maar hoe?
Met een klik ging de stalen deur open. Een vrouw, een mooie vrouw, kwam binnen. Ze wees met een waarschuwende vinger naar de jongeman en zei: "Niet bewegen. Ik ben een getrainde moordenaar. Als je je netjes gedraagt, zal niemand je kwaad doen. Ik heb je ontbijt meegebracht."
"Ik moet naar het toilet. Ik voel me ziek."
"Ik breng je een emmer."
Ze draaide zich om om te vertrekken.
"Nee, alsjeblieft, ga niet weg. De badkamer kan wachten, en het ontbijt ook. Vertel me alsjeblieft waar ik ben, en waarom je me hier gevangen houdt."
De mooie vrouw (ze leek op Katniss Everdeen meets Catherine Zeta-Jones met een kortgeknipt kopje) kwam binnen met een tafeltje, gevuld met genoeg eten om een schoolklas een half uur stil te houden. Ze zette de tafel in het midden van de kamer en ging op zoek naar twee keukenstoelen. Eén daarvan zette ze aan de kant van de jongeman van de tafel, met een uitnodigend gebaar om te gaan zitten en te genieten. De andere stoel zette ze aan de andere kant, met de rugleuning tegen de tafel, zodat ze snel kon opstaan en toeslaan.
"Eet. We zullen je geen kwaad doen. Je houdt ons hier gewoon een paar dagen gezelschap, tot volgende week maandag, en dan geven we je je vrijheid terug. Dit is niets persoonlijks. Het zijn gewoon business."
De jongeman nam een slok van het verse sinaasappelsap, rook de warme croissants en schonk de hete koffie in een kopje. Er was een fijne selectie van vleeswaren, kaas en marmelade, er was Zwitserse boter, Engelse thee, melk en muesli, en hij had honger. Natuurlijk was er het risico van vergif, maar de vrouw had hem gemakkelijk al eerder kunnen vermoorden, en ze was te mooi om een schurk te zijn. Hij begon te eten, terwijl ze hem met plezier gadesloeg, schrijlings zittend op haar stoel.
"Werk je voor iemand die wil dat Luxemburg het Eurovisie Songfestival wint?", vroeg de jongeman.
"Ik mag geen informatie geven. Ik breng je drie maaltijden per dag, plus koffie in de ochtend en thee in de middag. We kunnen gezellig wat praten en 's avonds een paar biertjes drinken als je wilt, maar je zult nooit te weten komen waarom je hier bent, wie ik ben, of voor wie ik werk."
"Oké. Waar praten we over?"
De vrouw grinnikte geamuseerd: "Waar praten mannen over? Auto's, voetbal en vrouwen. Ik kijk er niet naar uit, maar het is een begin."
"We kunnen over muziek praten. Ik ben een zanger. Ik hou van muziek. Staan de regels toe dat we over muziek praten? Hou je van muziek? Wil je het liedje horen dat ik..."
De vrouw lachte hardop: "Je gaat vanavond geen liedje zingen, en je gaat ook niet naar de finale om aanstaande zaterdag te zingen. Je gaat ontbijten, lunchen, dineren, koffie, thee, misschien een paar biertjes, en dat is het. Vergeet de rest."
De jongeman vergat de rest niet. Hij voelde dat het zijn enige kans was om hier weg te komen. De vrouw mocht dan sterker en sneller zijn, zelfs gewapend met een goddelijke glimlach en een dodelijke blik, maar woorden kunnen deuren openen, en hij wist welk effect zijn eigen glimlach had op andere mensen: "Vind je het erg als ik voor je zing? De meeste mensen horen me graag zingen."
Zonder op een antwoord te wachten, begon hij de eerste regels van het lied dat hij zo vaak had geoefend: "You need me, and I need you. Without each other, there is nothing we can do..." ["Jij hebt mij nodig, en ik heb jou nodig. Zonder elkaar kunnen we niets..."]
"Hou op."
"Let your mind go, let yourself be free, because that's what you're doing to me..." ["Laat je gedachten gaan, laat jezelf vrij, want dat is wat je met mij doet..."]
"STOP!"
Ze sloeg met haar vuist op tafel: "Je hoeft me niet te overtuigen. Servië krijgt mijn twaalf punten niet. Ik ben hier om mijn werk te doen en niets anders. Dus hou je mond dicht en eet je ontbijt op."
De jongeman schonk zichzelf een tweede kop koffie in. Hij dwong zichzelf niet te glimlachen en het plezier te tonen dat hij van binnen voelde: ze was niet zo stoer als ze hem wilde laten geloven. Zijn zachte stem en de aanstekelijke melodie van het lied hadden de snaren van haar ziel geraakt. Ze keek weg. Ze wilde het niet toegeven, maar ze was onder de indruk van het plotselinge gevoel van intense vreugde dat dit lied veroorzaakte.
"Het spijt me. Het was niet mijn bedoeling je kwaad te doen. I'm a lover, not a fighter. Ik ben een minnaar, geen vechter zoals jij. Ik ben ook geen slecht mens."
"Ik weet het. Je bent te mooi om waar te zijn. Daarom ben je hier. Je muziek is ongelooflijk, je teksten doen me alles vergeten, je stem is als een warme bries in de lente, je bent knap, sexy, vriendelijk, zachtaardig, ongelooflijk sexy, maar ook een aardig mens, goed opgevoed en welgemanierd, en bovendien ben je de knapste man die ik in mijn leven heb gezien. Had ik al gezegd dat je sexy bent? Dus er moet iets flink mis zijn met jou, want in het echte leven bestaan mannen zoals jij niet. Je bent vast getrouwd."
"Ik ben vrijgezel."
"Je bent vast saai."
"Ken je die grap over die Servische zanger die het Eurovisie Songfestival wilde winnen? Hij ging niet."
"Rostov! Je bent nog grappig ook. In dat geval moet je twee linkerhanden hebben; je bent een misbaksel als kok, een uitglijder in het huishouden, je bent vast een miskleun als doe-het-zelver en er zit een schroefje bij je los als automonteur."
"Heb je mijn mobiele telefoon? Bekijk de foto's maar. Mijn huis heb ik zelf gebouwd. Mijn Ferrari uit 1962 was een wrak toen ik hem vond. Ik heb hem helemaal gerestaureerd, met liefde en geduld. En ik nodig je graag uit voor een etentje bij mij thuis, zodat je van mijn kookkunsten kunt proeven, wanneer je maar wilt."
De vrouw was bijna sprakeloos. Ze had nog een laatste argument: "Zoveel lekkers en nog steeds vrijgezel? Je kan natuurlijk niet zoenen."
"Dat is, helaas, maar al te waar. Ik weet niet hoe ik moet zoenen, en ik ben nog nooit behoorlijk gekust door iemand die het me wilde leren. Jammer. Ze zeggen dat zoenen een aangename ervaring is. Ik heb dat plezier nog nooit ervaren..."
De jongeman concentreerde zich op zijn toast met marmelade. Dit deel van het proces kostte tijd. De vrouw moest een interne strijd voeren, het eeuwige conflict tussen ondeugend en slecht. Aan de ene kant was er een concurrent voor Luxemburg. Het Eurovisie Songfestival win je niet met zoeter zingen of leukere liedjes. Het draait om entertainment. Vroeger wonnen artiesten die ook getalenteerde dansers waren. Toen kregen we een artiest die won omdat hij homo was. Daarna stal een transgender de show. Het jaar daarop was de winnaar een groep lelijke kerels die zich verkleedden als een freaky horror monstershow. De laatste winnaar was een vrouw met een baard. De wetenschap voorspelde dat het publiek klaar was voor de volgende stap, een roze olifant in een tutu. Luxemburg had die olifant getraind en gestuurd. Er was maar één probleem: de zanger uit Servië was zo'n mooie man met zo'n mooie stem en zo'n mooi lied...
Aan de andere kant van haar interne conflict stond de verleiding van een kus. Zou een professionele spion, die directe orders van haar regering opvolgt, een getrouwde vrouw (volgens de plastic zaklamp aan haar ringvinger), alles riskeren voor slechts één kus van een vreemde? Natuurlijk niet.
"Sta op."
De jongeman probeerde zoveel mogelijk verbazing te tonen: "Wat bedoel je?"
"Sta op. Ik geloof je niet. Ik bedoel... Het is mijn taak om te onderzoeken of je de waarheid vertelt, de hele waarheid en niets dan de waarheid. Ik denk... dat je tegen me gelogen hebt, en dat wil ik uitzoeken. Sta op."
De jongeman deed wat hem gezegd werd. Dit was geen vrouw die «nee» als antwoord accepteerde. Zijn leven hing hiervan af.
Ze nam hem in haar armen, haar sterke armen, zacht, maar vastberaden, met haar hand in zijn haar, haar lippen die dichterbij kwamen, haar rode lippenstift, haar donkere ogen, haar parfum deed hem duizelen, haar volmaakte lichaam smeekte zijn armen om haar vast te houden, tegen hem aan, dichterbij, om nooit meer los te laten, en toen likten haar lippen de zijne, proefden de zoete marmelade, smaakten de koffie, ze beet zachtjes op het puntje van zijn tong....
Ze smeet hem terug in zijn stoel: "Je bent een leugenaar. Je weet best hoe je moet zoenen. Ik wist het wel. Je bent te mooi om waar te zijn. Als ik niet gelukkig getrouwd was, zou ik mijn baan opgeven om bij jou te blijven. Waarom ben je vrijgezel?"
"Ik heb de juiste vrouw nog niet gevonden."
"En je hebt haar nu gevonden? Ben ik het?"
De jongeman had haar precies waar hij haar wilde hebben. Eén woord, «ja», zou genoeg zijn om haar hart te veroveren, maar het zou ook haar hart breken, omdat dat ene woord uiteindelijk een leugen zou blijken te zijn. Hij was niet het soort man dat misbruik maakte van vrouwen door ze leugens te vertellen. Hij wilde zelfs niet liegen tegen een vrouw die hem had ontvoerd om ervoor te zorgen dat haar eigen land het songfestival zou winnen.
"Nee. Je bent mijn type niet. Je bent leuk, en beeldschoon, en ik weet zeker dat je man dol op je is, maar ik zou nooit verliefd kunnen worden op een getrouwde vrouw (als je je man voor mij zou verlaten, zou je me later verlaten voor een betere man). Bovendien... houd ik van blonde vrouwen met een Rubens figuur."
"Ik kan mijn haar verven. Ik kan dik worden. Als je zo goed kunt koken als je zegt..."
"Het zou niet werken. Ik... Nee. Het spijt me. Ik kan niet tegen je liegen. Kun je een geheim bewaren?"
"Ik werk voor de LSD. «Geheim» is mijn tweede doopnaam."
"Ik zal eerlijk tegen je zijn: Ik ben verliefd op Angela Merkel. Ik hou zo veel van haar, met haar eindeloze energie om niet alleen de mensen in haar eigen land te helpen, maar ook iedereen in Europa, inclusief arme vluchtelingen uit andere continenten... Ze inspireert me. Ze motiveert me om een beter mens te worden. Ik ben smoorverliefd op haar. Maar... Ze is getrouwd. Ik zou nooit haar gelukkige huwelijk verpesten om haar voor mezelf te hebben. Het dichtste dat ik bij haar kan komen is... Ze deelt de prijs uit aan de winnaar van het Europese Songfestival. Misschien kust ze me zelfs op de wang als ik win. Daarom doe ik mee aan de wedstrijd. Magnifieke vrouwen inspireren mannen om grootse dingen te doen. Ik ben maar een zanger, nooit in staat tot zulke monumentale huzarenstukjes als Angela, maar, hé, muziek inspireert en het geeft iedereen een goed gevoel, dus als ik alle mensen in Europa een goed gevoel kan geven door het songfestival te winnen... Voor één kus van Angela doe ik alles..."
De vrouw zei geen woord. Ze zat daar gewoon in haar stoel, nadenkend over ondeugend en slecht, een hele minuut lang. Toen stond ze op en verliet de kamer, om terug te keren met een mobiele telefoon en een sleutel.
"Wat is dit?", vroeg de jongeman.
"Freedom. [Vrijheid.] Ik geef je je mobieltje terug, en de sleutels van je auto, die voor de deur op je staat te wachten. Je gaat zo snel mogelijk terug naar die concertzaal, je gaat jezelf vanavond naar de finale zingen, en zaterdag ga je die finale winnen. Dat is een bevel."
De zanger begreep het niet: "Maar... Waarom?"
"Het is het Eurovisie SONGfestival. Het moet over muziek gaan. Niemand wil dat een vierjarige roze olifant in een tutu een zangwedstrijd wint. Ik zorg er wel voor dat Luxemburg zijn twaalf punten aan Servië geeft..."
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro