Hoofdstuk 39
Hoofdstuk 39
Hellen
'Jij bitch!' schold hij me uit. Hij wilde omhoog krabbelen, maar die kans gaf ik hem niet, want ik sloeg hem hard op zijn hoofd met zijn pistool. Hij viel weer neer op de grond, dit keer bewusteloos. Mijn hartslag ging razendsnel, maar het stelde me ietwat gerust dat ik het wapen had.
Ik stapte over de bewegingsloze Wayne, en stapte door de gang. Toen ik de deur opende, draaide Bradley zich om. Maar hij keek niet verbaasd of geschrokken. Dus niet zoals ik verwacht had. In de plaats daarvan schoot hij in de lach. 'Hoe schattig, jij met een wapen!' lachte hij. Die reactie had ik helemaal niet verwacht, maar van hem kon je alles verwachten.
Opeens gebeurde alles heel razendsnel. Het leek wel in slow motion plaats te vinden. De bewaker, de man die de auto had bestuurd, greep naar zijn pistool, en zonder erbij na te denken schoot ik hem recht door zijn hoofd. Kogelvrije vest of niet, hij was morsdood. De man viel van zijn stoel, zijn gordel was al los, omdat we aan het vliegen waren. Bloed stroomde uit de wonde. Mijn handen begonnen hard te trillen, ik had weer iemand vermoord. Weer iemand zijn leven gestopt, door mij. Ik probeerde de schuldgevoelens te negeren, maar ze drongen zich zodanig op dat het niet te negeren viel. Bradley, die niet verwacht had dat ik zijn bewaker op deze manier kon doden, hield zijn lach stil.
'Zie wat je me laat doen!' schreeuwde ik overstuur.
Tranen drongen zich weer op, het werd me allemaal te veel. 'Dit heb je zonet zelf gedaan, liefje. Wayne heeft je duidelijk onderschat. Bravo. Mijn complimenten. Ik had je eigenlijk nog goed kunnen gebruiken als bewaker. Jammer dat je de dochter bent van Janine en Axel.'
'Zwijg!' siste ik. En veegde met de palm van mijn hand de tranen uit mijn ogen. Waarom stopte het oneindige gehuil maar niet? Er kwam bijna geen dag meer dat ik niet huilde.
'Je beseft toch dat ik je nu kan doodschieten?' zei ik dreigend, en probeerde niet naar de dode bewaker te kijken. Zonder dat ik het wilde gleden mijn ogen er toch heen. Zijn ogen keken gechoqueerd, alsof hij zijn dood echt niet verwacht had. De plas bloed was al groot geworden, en werd steeds groter.
De mond van de man stond wijd open, en een beetje bloed stroomde in zijn mond. Dit had ik gedaan. Als iemand me een jaar geleden had verteld dat ik in de toekomst mensen ging vermoorden, zou ik die persoon raar aangekeken hebben en vervolgens erom gelachen hebben. De afgelopen gebeurtenissen maakten van me langzaam maar zeker een moordmachine. Al die gebeurtenissen, hebben de lieve Hellen langzaam laten sterven. Nu sta ik er nog bij stil, maar blijft dat zo? Snel verplaatste ik mijn ogen weer naar Bradley, die onverwacht opstond van zijn zetel.
Bij elke stap dat hij dichter naar me toe zette, ging mijn vinger een millimeter dichter naar de trekker. 'Zet geen stap meer dichterbij,' waarschuwde ik. Maar hij luisterde niet en het was eerder ik die stappen naar achter zette. De uitdrukking op zijn gezicht, duisternis in zijn ogen. Een humorloze grijns. Zekerheid bij elke stap dat hij dichterbij zette. Mijn rug raakte de deur. Ik kon geen kant meer op. Mijn handen trilden nog erger dan dat van een tachtig jarige vrouw. Was het omdat hij zo imposant was? Zo zeker van zichzelf? Dat ik de lef nog niet had gevonden om hem neer te knallen? Hij leek helemaal niet bang om dood de gaan. Voor hem was het een spel. Hij kreeg er een kick van. Toen hij vlak voor me stond, hield hij stil. Zijn beide handen ging in een vloeiende beweging naar mijn hand. Hij verplaatste het wapen, dat ik nog steeds vast hield in mijn handen, naar zijn voorhoofd.
Verbouwereerd keek ik hem aan. Wat deed hij nu? 'Je hebt altijd keuzes in het leven, Hellen. Elke dag maak je keuzes. Onbelangrijke keuzes, zoals welke kleren je zou kunnen aandoen? Wat eet ik als ontbijt? Zo'n dingen. Maar er zijn ook heel belangrijke keuzes, zoals deze. Ofwel schiet je me nu dood, oftewel doe je dat niet en zie je je zus nog terug. Dood me, en je zal haar nooit meer terug zien.' Die blik in zijn ogen, leedvermaak. Puur leedvermaak. Een duivelse lach sierde zijn lippen. Omdat hij wist dat ik hem niet kón doodschieten. Hij liet mijn handen los, en daar stonden we. Afwachtend keek hij me aan. Voor de eerste keer, had ik de kans hem te vermoorden. Voor de eerste keer had ik de kans wraak te nemen, voor mijn familie. Maar Julie was me te dierbaar. Ik kon het niet. Ik kon haar niet nogmaals verliezen.
Een verloren traan rolde over mijn wang, een traan van pure woede. Met tegenzin liet ik mijn wapen zakken.
'Brave meid.'
Op dat moment voelde ik een vreselijke elektrische shock door mijn hele lichaam gaan. Toen werd het zwart voor mijn ogen.
Ik hoorde een stem mijn naam schreeuwen. Een maar al te bekende stem. De stem werd steeds duidelijker, helderder. En toen verstond ik wat te stem zei. 'Alsjeblieft, Hellen! Word wakker!' Ik voelde twee handen me bij mijn schouders pakken en ik werd wild door elkaar geschut.
Langzaam opende ik mijn ogen. Eerst was alles troebel, maar na wat knipperen werd alles haarscherp. Een schilderij met een vaas bloemen. Openhaard. Roze zetel ervoor. Voor het bed, waar ik blijkbaar in lag, een stoel met groene zitbekleding. Grote rechthoekige ramen die veel licht binnen lieten.
Ik... Ik lag in een slaapkamer! Ik veerde recht overeind, iets te snel, want het begon te duizelen in mijn hoofd. Met mijn hand wreef ik even over mijn voorhoofd, alsof dat de duizeligheid zou verminderen. Maar toen vlogen mijn ogen naar de persoon naast me.
Het was Julie.
Ze zag er niet uit. Bleek, grote wallen, vettig haar, mager, vieze kleren. Maar vooral haar ogen deden mijn hart breken. Ze straalden geen vrolijkheid meer uit. Ze hadden een Levenloos en ongelukkige uitdrukking. Maar toch nog een tikkeltje vrolijkheid, omdat ze me eindelijk terug zag.
We hadden elkaar zes maanden niet meer gezien! Zes volle maanden, waar ik al die tijd dacht dat ze dood was.
'Julie!' riep ik uit.
'Hellen!' Ze trok me in een knuffel als nooit tevoren. Als de dierbaarste schat dat er ooit bestond.
Haar vertrouwde geur drong mijn neusgaten binnen. Haar handen wreven over mijn rug, en ik voelde haar warmte die ik zo had gemist. Deze keer kon ik mijn tranen niet binnen houden, en begon ik te huilen, terwijl ik onverstaanbare dinge jammerde. Ook Julie kon haar tranen niet binnen houden. Zo zaten we dan minutenlang, te rouwen om wat er gebeurd was.
Uiteindelijk trok ze me uit de omhelzing. Met betraande ogen keken we elkaar aan.
'Ik dacht dat je dood was,' zei mijn stem schor.
'Het spijt me dat je dat al die tijd moest denken. Ik heb je zo gemist!'
'Ik jou ook, het is zo erg wat er met onze familie gebeurd was.' Beelden van onze familie die stuk voor stuk neergestoken werden schoten door mijn gedachten. Een rilling liep over mijn rug. Ik had het gevoel dat ik de beelden voor altijd terug zal zien, en ik er nooit van verlost zal worden.
'Ja, nu hebben we alleen elkaar nog.'
'En Ray, hij leeft nog,' zei ik blij.
Haar gezicht klaarde op. 'Echt? Hoe heeft hij de brand dan overleefd? Hoe heb je hem gevonden?' vroeg ze nieuwsgierig.
'Laten we het daar een andere keer over hebben,' stelde ik voor, al wist ik niet of er een volgende keer kwam. Ze knikte instemmend.
'Ik mis ze zo erg, maar wat ben ik blij dat ik jou en Ray nog heb.' Een zuinige glimlach klaarde haar lippen op.
'Ik ook, maar ik weet niet wat Bradley van plan is,' zei ik onzeker.
'Ik wil het eerlijk gezegd niet weten. Maar de pijn die ik voel, is bijna ondraaglijk Hellen. Ik heb het al gezegd, maar ik mis ze verschrikkelijk. Het is haast hartverscheurend. Alsof iemand elke dag duizend keer in mijn hart steekt.' Haar ogen begonnen weer te glanzen van de tranen, en het maakte me zo droevig dat mijn zus een emotioneel wrak was. Maar wat wilde je? Na alles wat ze heeft meegemaakt is het vanzelfsprekend.
Ik trok haar weer in een omhelzing. Ik begreep haar pijn als niemand anders. De nachtmerries, het gemis, de herinneringen. 'Op een dag wordt de pijn minder, dat beloof ik je.'
Ik wist niet zeker of ik deze belofte kon waarmaken, wie weet kwamen we hier niet eens levend uit. Maar daar wilde ik helemaal niet aan denken. Troostend wreef ik met mijn hand over haar rug. Toen ze weer wat bekomen was, na zo'n vijf minuten, trok ze zichzelf uit mijn omhelzing. Een minuut lang viel er een stilte.
'Waar zijn we eigenlijk? Hoe kom ik hier opeens?' vroeg ik en verward keek ik om me heen. Ik kon me nog herinneren dat ik voor Bradley stond, met een wapen in mijn hand. Toen voelde ik een shock door me heen gaan. Ze hadden me geëlektrocuteerd! Hoe kon het dan dat ik zo lang bewusteloos was?
'Ik denk dat ze je verdoofd hebben, dat hadden ze ook bij mij gedaan. En we zijn in het Hearst Castle. In Amerika. Waar we precies zijn weet ik ook niet,' zuchtte Julie.
Ik hield haar beiden handen vast, die er bleek uitzagen.
'Waar we ook zijn, ik ben blij dat ik je terug zie.' Voor de eerste keer in lange tijd glimlachte ik oprecht. Julie glimlachte terug. Mijn maag knorde, ik had honger. Niet moeilijk, ik had al zo lang niets meer gegeten. Julie had het ook gehoord, en haalde iets uit de schuif van het nachtkastje. Een heel pak suikerwafels. 'Dit had ik nog over van het eten dat ik heb gekregen, eet het maar op.'
Hebberig pakte ik het aan, scheurde het pak open en begon ervan te eten.
Julie keek toe terwijl ik gulzig de suikerwafels naar binnen werkte.
Ik wilde Julie zoveel vragen stellen. Hoe ze het al die tijd zo alleen uitgehouden heeft? Hoe Bradley haar had ontvoerd? Hoe ze zich nu voelde, nadat ze André had vermoord? Maar ik kreeg niet de kans die vragen te stellen. De deur vloog open.
Wayne kwam de kamer binnen, samen met nog een bewaker die ik niet kende. Het was een kale gespierde man, en hij keek me dreigend aan.
'Hier heb je de bitch,' Wayne spuwde de woorden bijna uit.
'Pak haar maar,' zei hij tegen de kale man en knikte naar Julie.
Nee, ze gingen haar toch niet weer van me wegnemen? Ik liet het pak suikerwafels vallen op bed en pakte mijn zus stevig vast.
'Jullie halen haar niet weer bij me weg,' siste ik gevaarlijk. Ze mochten haar niet weer van me afnemen. Misschien zie ik haar dan nooit meer terug!
'O, jawel. Je mag al blij zijn dat je haar al hebt mogen zien,' zei Wayne.
De gespierde man liep op ons af. Kwaad keek ik hem aan, maar dat leek hem niks te doen. Hij klom over het bed, en pakte Julie bij de arm. 'Ik zie je gauw weer terug, oké?' Het klein beetje vrolijkheid was uit haar ogen verdwenen. Ze was een hoopje ellende. 'Nee, ik wil bij je blijven,' zei ik vastberaden en nam haar nog steviger vast.
'We kunnen dit op de makkelijke manier doen of de moeilijke manier,' zei Wayne.
Wat haatte ik hem!
De sterke man, verloor zijn geduld en ruw trok hij Julie van me af. Wanhopig pakte ik haar terug beet bij haar hand, maar de man won en trok haar weer van me los. Julie keek me triest en bang aan. Hij sleurde haar van het bed, en duwde haar voor zich uit. Hard viel ze op de grond, en ik zag dat ze pijn had.
Dit maakte me zo woedend, dat ik de antieke lamp van de kast pakte, van het bed sprong en het hard op het hoofd van de kale man sloeg.
'Klootzak! Zo behandel je mijn zus niet!' riep ik woest. Hij viel met een pijnleuke kreun op de grond.
'Bitch!' schreeuwde Wayne en haalde zijn wapen naar boven.
'Laat de lamp vallen, of ik schiet.'
Ik liet de lamp niet zomaar vallen, maar gooide ze met volle kracht op de buik van de bewaker. Er klonk weer een pijnlijke kreun. Julie krabbelde overeind en ging vervolgens beschermend voor me staan.
'Laat mijn zus met rust,' zei Julie. Ze kwam voor me op. Ik voelde me trots en ontroerd, maar bovenal heel, heel erg bang. Bang voor wat komen gaat.
'Ik wilde dit doen waar je niet bij was, maar je laat me geen andere keuze. Door jouw gedrag, moest ik je straffen van Bradley. Dit is dus jouw schuld, niet de mijne.'
Nog voor dat ik het kon tegenhouden, klonk er een schot.
-------------------------------------------------
Dit hoofdstuk draag ik op aan al mijn geweldige lezers! Jullie zijn awesome! Ik heb bijna 70.000 reads :O Hoe geweldig is dat wel niet? ^^
En weer een cliffhanger ;D Don't kill me! Bekijk het zo, als je me vermoord weet je niet hoe het verhaal gaat aflopen :p
Ik had trouwens niet verwacht dat ik nog zoveel hoofdstukken ging schrijven, maar ik ben er wel blij om dat ik nog zoveel heb kunnen schrijven :D En het verhaal is nog niet gedaan :p Er komen nog hoofdstukken aan, so be prepared ;)
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro