Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 34

Hoofdstuk 34

Mijn handen trilden.

Slierten vettig haar plakten tegen mijn gezicht.

Ik had een kurkdroge keel en probeerde wat speeksel in te slikken maar het hielp niet veel. Een rilling ging over mijn rug van de kou, en ik wikkelde het dunne deken wat beter om me heen. Het ijzeren bed was hard. Zo hard dat mijn rug ervan pijn deed. De vuile matras waar ik op lag was dan ook erg dun.

Mijn keel smeekte om een slokje water, en mijn knorrende maag liet duidelijk weten dat ik honger had. Ik legde mijn linkerhand op mijn buik, alsof dat de honger zou stillen. Nog nooit had ik me zo slecht gevoeld.

Ik kon mijn lichaam amper bewegen, het was zodanig verzwakt en elke dag werd het moeilijker om hier te overleven. In deze cel. Een cel waar schimmel aan de grijze muren hingen. Waar ratten de vrije loop hadden. Ook had je een kleine, oude, vuile wc. De vuile wc had een bijdrage in de stinkende onbehagelijk geur die in de cel hing. Niet veel beter was de kleine gebarsten spiegel aan de muur. Alleen durfde ik niet meer naar mijn spiegelbeeld te kijken, bang dat ik mezelf niet meer zou herkennen in het weinige licht dat het waagde de cel binnen te dringen.

Maar het ergste van al was de onophoudelijke angst. De angst om te sterven. Ik wist niet wat er nog ging gebeuren met me. Ik was een prooi voor slapeloze nachten. Het verzwakte mijn lichaam nog meer. Het leek wel alsof ik niet meer kon bewegen. Uitgeput en slechts een schim van mezelf. Hongerig en vooral dorstig. Heel veel dorst.

De dood was nabij. Zo voelde het toch. Een snik verliet mijn mond. Ik kneep mijn ogen dicht en liet mijn tranen de vrije loop. Door het huilen deed mijn keel nog meer pijn. Schor gejammer dat amper hoorbaar was, verliet mijn mond. Hopeloos op zoek naar wat medelijden.

Maar mijn wilskracht was nog niet helemaal verdwenen. Ik moest wat te drinken en te eten krijgen. Traag sloeg ik het deken van me af en zette me recht. Dit deed ik duidelijk te snel want duizeligheid overviel me. Zwarte vlekjes verschenen voor mijn ogen. Ik knipperde een paar keer en de vlekjes verdwenen langzaam. Ik sloeg mijn ene been van het bed en vervolgens het andere been.

Mijn gesnik was het enige wat je hoorde in deze kleine ruimte. Ik kneep mijn ogen even dicht en zette me langzaam recht. Meteen begon mijn lichaam te protesteren, maar ik luisterde er niet naar. Stapje voor stapje slofte ik naar de tralies. Een barstende hoofdpijn deed me even stoppen met stappen, het deed zo’n pijn. Het leek wel alsof iemand een spijker in mijn hoofd had geramd. Meer tranen gleden over mijn natte wangen. Een van die tranen gleed langs mijn mond en snel ging ik met mijn tong over de traan. Het had een zoutige smaak. Maar ik verlangde naar meer. Dorst, nog steeds die ongelooflijke dorst. Ik had al mijn krachten nodig om de zes stappen te zetten naar de tralies.

Het ging langzaam, ik had alle moeite om voet na voet op te tillen. Ik zocht steun bij de muur. Met mijn trillende hand zocht ik steun tegen de vieze beschimmelde muur. Angst kneep me bijna de keel dicht, alsof iemand me vast hield bij de nek. De adrenaline deed mijn hartslag versnellen. Vlak voor de ijzeren tralies voelde ik het mijn benen begeven en ik zakte in elkaar.

Ik hoorde voetstappen. Meteen wist ik wie eraan kwam. Degene waar ik zo voor vreesde. Het was de tijd waar ik al die tijd naar uit keek. Ik kreeg nu eten en drinken. Heel weinig, maar net genoeg om te overleven.

Ik zat als een hopeloos hoopje op de grond en mijn beiden handen hielden de tralies vast. Mijn ogen waren gericht op de stoffige vloer. Elke voetstap die dichterbij leek de komen, galmde nog na in mijn oren. En uiteindelijk keek ik op toen ik zag dat twee paar donkergroene schoenen die voor me halt hielen.

Daar stond hij met een dienblad en die afschuwelijke grijns vol zelfgenoegen. Hij genoot van mijn leed. Met de sleutel opende hij de tralies. Ik zou willen rechtstaan maar ik had al mijn resterende krachten al opgebruikt.

Hij zette het dienblad voor me neer op de grond. Meteen begon ik van het flesje kraantjeswater te drinken. Gulzig dronk ik het flesje in één keer leeg. Druppels water vermengde zich met mijn tranen. Wanneer ik het op was veegde ik mijn mond af met de palm van mijn hand. Daarna begon ik aan mijn droge boterhammen. Er zat belegen kaas tussen. Normaal lustte ik dat niet. Maar nu smaakte het goddelijk. Hij ging voor me zitten en bleef me aankijken, terwijl ik alles op at alsof mijn leven ervan afhing. Dat was ook zo, mijn leven hing hier van af.  Ik moest zien te overleven.

Een ongemakkelijk gevoel bekroop me wanneer hij me bleef aanstaren, met nog steeds die grijns vol leedvermaak op zijn gezicht. Het maakte me bang, dus ik richtte mijn blik terug op mijn eten dat bijna op was. Een laatste stukje brood propte ik naar binnen. Nu nog het laatste: een potje yoghurt. Dat had ik nog nooit gekregen. Ik pakte het potje op en zag dat het aardbeiensmaak was.

De houdbaarheidsdatum was duidelijk af te lezen. Drie weken over tijd. Maar dat kon me niks schelen. Overleven, dat moest ik doen. Ik trok het deksel van het potje en nam met bibberende hand het lepeltje om alles in snel tempo op te eten. Ik zat heel de tijd op de stoffige grond, mijn benen opgetrokken. Nadat het potje op was, zette ik het neer op het dienblad met de lepel er nog in.

‘Was het lekker?’                           

Zijn stem deed me opkijken.

Snel knikte ik. Ik voelde me al een beetje beter nu ik had gegeten en gedronken. Maar de stekende keelpijn was er nog steeds.

‘Waarom huil je dan?’ ik voelde de scherpheid in zijn stem. Nu pas had ik door dat de tranen weer over mijn wangen gleden. Waarschijnlijk uit angst.

Snel veegde ik mijn tranen af. ’S-Sorry.’

Hij kneep zijn ogen iets samen, schoof het dienblad dat tussen ons instond weg en kroop dichter naar me toe. Ik zou weg willen rennen, heel ver weg. Weg van hem.

Hij boog zich naar me toe. Ik kon elk detail van zijn gezicht zien. Zijn poriën, stoppelbaard maar vooral zijn blauwe ogen. Ogen vol lust.

Ik voelde zijn adem in mijn gezicht en zijn ogen gleden naar mijn lippen.

‘Ik weet wel een manier om het goed te maken.’

Hij drukte zijn lippen op de mijne. Walging ging door heel mijn lichaam. Door de paniek voelde ik de vermoeidheid van mijn lichaam wegzakken, de adrenaline maakte me helemaal wakker. Maar hij was te sterk, ik kreeg hem niet van me afgeduwd. Erger nog, hij duwde zich nog dichter tegen me aan

Er zat totaal geen passie in deze kus, want ik kuste niet terug. Hij had geen liefde voor me, geen medelijden, alleen lust. Hij duwde me neer op de grond en ik begon wild te tegenspartelen. Tranen sprongen weer in mijn ogen. Even zette hij zijn lippen van me af, om zijn Trui en T-shirt uit te trekken. Dit deed hij in één keer en door het gewicht van zijn lichaam kon ik me amper bewegen. Een gespierd lichaam vol littekens en tattoos verscheen.

’S-Stop, alsjeblieft,’ smeekte ik. Al wist ik dat mijn gesmeek niks ging helpen, deed ik het toch, instinctief.

‘Hoe meer je meewerkt, hoe sneller het voorbij is,’ zei hij opgewonden en vervolgens drukte hij zijn lippen weer op de mijne. Met mijn hand tastte ik de vloer af, opzoek naar iets waar ik me mee kon verdedigen. Mijn wijsvinger raakte ik iets aan. Ik kon niet zien wat het was, omdat hij op me lag en me kuste. Ik strekte mijn arm nog wat beter uit, nog een klein stukje.

Mijn hart ging sneller. Zijn kus werd wilder, met één hand ritste hij mijn donkerrode trui open. Als ik niet snel iets had om me mee te verdedigen ging hij me verkrachten. En plots had ik het beet, het lege potje yoghurt. Ik haalde het lepeltje eruit en pakte het stevig vast. Wanneer hij bezig was de knopen van mijn bloes open te doen, terwijl hij me nog steeds verder kuste, deed ik het.

Met al mijn kracht dat ik in me had, stak ik het puntige handvat van de lepel in de zijkant van zijn nek. Ik had met veel geluk zijn slagader geraakt. Zijn ogen gingen wijd. Ik draaide mijn hoofd weg in een poging om zijn bloed te ontwijken, maar het liep op mijn gezicht. Hij had zich recht gezet maar zat nog steeds op me waardoor ik me niet kon bewegen. Hij trok de lepel eruit waardoor hij nog heviger begon te bloeden. Zijn mond zat nu ook vol bloed en koortsachtig probeerde hij adem te halen terwijl hij naar zijn keel greep.

Maar dat lukte niet door al het bloed en hij stikte erin. Druppels bloed druppelde over zijn gezicht naar beneden waarna hij terug op me neerviel.

Luide snikken verlieten mijn mond. Ik was in shock. Dit was de eerste keer dat ik iemand vermoord had en ik voelde me nog vreselijker dan ik al was. Ik had moeite adem te halen door het zware lichaam dat op me lag. Ondertussen lag mijn vettig haar onder het bloed. Het bloed van degene waar ik zo voor vreesde en die ik zo verafschuwde. Zijn hoofd was naast mijn hoofd gevallen. Met al mijn krachten kroop ik vanonder zijn lichaam vandaan, terwijl ik zijn ogen probeerde te vermijden. Maar ik kon het niet laten, mijn ogen werden naar hem toegetrokken. Zijn ogen waren wijd opengesperd en ik zag dat zijn lust was veranderd in een lege levenloze blik. Je zag aan zijn wijd opengesperde ogen, die me nog steeds leken aan te kijken, dat hij zijn dood niet had zien aankomen. Uiteindelijk was ik er in geslaagd om vanonder zijn lichaam vandaan te kruipen.

Dit had ik gedaan, dacht ik geschrokken toen ik hem dood op de grond zag liggen. Overleven. Alles om te overleven. Langzaam stond ik recht, met knikkende benen. Hij had dit verdiend. Iemand staarde me aan in de stoffige, gebroken spiegel recht voor me. Een vrouw dat onder het bloed zat. Ogen gevuld met angst. Angst voor wat er nog gaat komen. Zoals ik verwacht had herkende ik mezelf niet meer. Dit is niet meer de Julie van vroeger. De vegetarische Julie die geen vlieg kwaad deed. Nee, dit was een andere Julie.

Want de vroegere Julie zou nooit iemand vermoord hebben.

Niemand minder dan André. 

-------------------------------------------------

Ik ben terug van Barcelona! BESTE REIS OOOIT! Daar was het 25 graden, kom ik opeens met het vliegtuig in België aan... Brrr! Ik mis Barcelona nu al :(

Al een geluk ga ik er weer naartoe in het zesde en zevende middelbaar :p Maar dat is nog even wachten.

Anyway wat vonden jullie hiervan? :)

Bedankt trouwens voor al de leuke reacties en votes op het vorige hoofdstuk! Ik moet nog op paar reacties reageren maar dat doe ik een andere keer want ik ben nog super moe van de reis.

En dit hoofdstuk draag ik op aan @TheToxicMonkey want zij had het idee bedacht om in de POV van Julie te schrijven en dat Julie André vermoord. Bedankt voor de inspiratie die je me hebt gegeven! :) Lees zeker eens haar verhaal Edaron :D

Ik blijf het herhalen dat ik jullie zo dankbaar ben voor het lezen van dit verhaal! Echt, ik had nooit zoveel lezers verwacht! :D 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro