Chào các bạn! Vì nhiều lý do từ nay Truyen2U chính thức đổi tên là Truyen247.Pro. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 19

Hoofdstuk 19

Hand in hand liepen we door Florence,  genietend van de stralende najaarszon. Fluitende vogeltjes vormden het achtergrondkoor.

Voor de eerste keer in lange tijd kon ik nog eens echt glimlachen.

Een glimlach zonder pijn. Een glimlach die voor één keer eens niet geforceerd was. Nee, mijn mondhoeken gingen spontaan omhoog. En mijn glimlach, even stralend als de zon, werd alleen maar groter toen Henry zich naar me toe boog en zijn lippen op de mijne zette.

Wat was ik blij dat ik hem nog had. Ieder dierbaar persoon was ik kwijt. Maar Henry... Henry was de laatste persoon waar ik echt om gaf. Moest ik hem kwijt spelen, dan wist ik niet wat er met me ging gebeuren.

We liepen verder en zagen opeens een hele mensenmassa. Het hele plein, stond vol. En het was geen klein plein. Ik fronste mijn wenkbrauwen.

'Wat doen al die mensen hier?' vroeg ik me luidop af.

'Goede vraag.'

We baanden ons een weg door de mensenmassa. Sommige mensen keken ons geërgerd aan, ik zei af en toe: 'Scusate.' Wat sorry betekent in het Italiaans. We probeerden vooraan te komen, zodat we een goed zicht hadden op het podium. Na veel getrek en geduw, stonden we op een vijftal meter van het podium, als sardientjes in een blik, gepropt tussen al de mensen.

Ik herkende de burgemeester van Florence op het podium: Alonzo Abate. Hij stond daar plechtig met een staande microfoon voor zijn neus.

'Daarom houden we vandaag een festival! Ter viering van het 2.000 jarig bestaan van deze wonderbaarlijke stad!' sprak hij tot mijn verbazing in het Engels. Waarschijnlijk omdat er veel toeristen in het publiek stonden.

Ik wist niet eens dat Florence al 2.000 jaar bestond.

En een festival? Daar had eigenlijk niet veel zin in...

Het was gewoon niet eerlijk. Dan moest ik toezien hoe families plezier maken. Terwijl ik dat nooit meer zou kunnen. Nee, dat kon ik niet aanzien.

Terwijl Alonzo verder sprak, over wat er allemaal zal plaatsvinden op het festival, wilde ik al rechtsomkeer maken. Omdat ik niet zo geïnteresseerd was in zijn toespraak alsook niet in het festival zelf. 'Gaan we-' Henry maakte zijn zin niet af.

Ik draaide me naar hem om, en volgde zijn blik. Hij keek naar een man voor ons. Hij was geheel gehuld in het zwart: zwarte broek, zwarte laarzen, zwarte trui, zwarte zonnebril. Zijn haar kon ik niet zien, want hij had zijn capuchon opgezet. Maar waar onze ogen vooral op vielen, was de revolver die hij in zijn hand had. Zeker nu hij deze op het podium richtte, waarop Alanzo uitbundig stond te praten.

Ik handelde snel en impulsief. Zonder er al te veel over na te denken, en nog voordat Henry me kon tegenhouden, sprong ik op de man. Omdat hij zo geschrokken was, loste hij een schot. Al een geluk dat de kogel niemand raakte. Dit trok natuurlijk iedereen zijn aandacht. Enkele seconden was het stil. Alsof de klok niet meer tikte. Dat moment waarop iedereen trachtte te vatten wat er gebeurde. Maar net na dat moment ontstond er paniek. Mensen begonnen te schreeuwen en kriskras door elkaar te rennen.

Ik rukte de zonnebril van de man zijn gezicht. Stormachtige grijze ogen, die me deden denken aan donkergrijze wolken, keken me furieus aan.

Ik dacht terug aan de trainingen met Henry, en aan wat hij me allemaal geleerd had.

Maar ik kon niet nadenken, mijn geheugen liet me in de steek.

De man was ook erg sterk en al snel lag hij op mij, met nog steeds het wapen in zijn hand.

Henry reageerde snel. Waarom reageerde hij eigenlijk nu maar pas? Wou hij mijn mogelijkheden testen of was hij te verbaasd geweest om in te grijpen?

Hij sleurde de man van me af.

Alanzo, was gestopt met zijn toelichtingen over het festival. Zodra het schot was gelost, hadden een aantal bewakers hem in bescherming genomen, als een levend schild. Alle overige bewakers kwamen met getrokken wapens onze richting uit.

Maar nog voordat de bewakers ons hadden bereikt, gaf Henry de dader nog paar rake klappen.

Henry was duidelijker sterker dan de man. Al snel viel het wapen op de grond. Ik krabbelde recht en raapte, zo dom als ik was, het wapen op van de grond. Henry bleef slaan op de man. Vooral zijn gezicht kreeg het hard te verduren. Nog nooit had ik Henry zo agressief gezien. En het beangstigde me dat hij zo gewelddadig kon zijn. De vroegere Henry deed geen vlieg kwaad. Maar de crisis had hem veranderd, zoals dat met zovelen onder ons was gebeurd.

‘Ze heeft een wapen,’ riep een van de bewakers. De bewakers kwamen niet meer dichterbij maar hielden me onder schot. ‘Leg dat wapen nu neer, en maak geen verkeerde bewegingen!’

Mijn handen begonnen nerveus te trillen. Ik keek de bewakers aan. Ze keken emotieloos, en al hun wapens waren op mij gericht. Hallo! Ik heb hier wel zonet hun burgemeester gered! Wat zou ik nu in het rond beginnen te schieten?

Maar zoals ze opgedragen hadden, legde ik het wapen in slow motion op de grond. ‘Schop het wapen van je vandaan,’ beval een bewaker. Dat deed ik.

Toen durfde ze op ons af te stappen.

 ‘Wij nemen het vanaf nu af aan wel over,’ zei de bewaker in het Engels.

Henry ademde luidruchtig in en uit. Ik kon zien in zijn ogen hoe woedend hij was.

Zeker toen hij geboeid werd. Mijn armen werden plots op mijn rug gehouden. Het kille metaal omsloot pijnlijk mijn polsen. We werden gearresteerd, samen met de dader.

‘Hé!’ riep Henry. ‘Wij hebben niks gedaan!’

‘Ja, inderdaad! We hebben net het leven van Alanzo gered! Die man daar, met zijn zwarte kleding, is degene die je moet hebben!’ riep ik kwaad.

De bewaker omklemde mijn arm nog steviger en zei: ‘Dat zal de politie wel uitmaken.’

Uren werden we verhoord, net als een aantal getuigen. Zo werd de waarheid onthuld en kwamen ze er achter dat Henry en ik de aanslag hadden voorkomen. Ze verontschuldigden zich voor het ongemak.

 ‘Sluit hem op, geef hem anders de doodstraf. Hij probeerde een aanslag te plegen op Alanzo. Als mijn vriendin hier niet op die klootzak was gesprongen, waren er doden gevallen. Jullie mogen blij zijn dat jullie burgemeester nog leeft! En ons maar uren ondervragen, jullie durven wel,’ zei Henry nog kwaad tegen de agent en nog voor dat die agent kon reageren, liep hij al met grote passen uit het politiegebouw. Gevolgd door mij. Maar nog voor we de deur hadden bereikt, kwam Alanzo naar ons toe. De agenten hadden hem ook ondervraagd. Hij was al op de hoogte dat wij zijn leven hadden gered.

Hij bedankte ons wel zo’n vijftig keer. Maar wij wilden alleen maar weg. En toen we eindelijk buiten kwamen, trok ik mijn ogen wijd open.

De pers had zich verzameld voor het politiekantoor.  We hadden nog geen voet buiten gezet en we werden als het ware al besprongen. Dit was niet goed. Ze hadden al door dat we niet van hier waren. De vragen waren in het Engels.

‘Hoe zag de dader er uit?’

‘Heb je dit nog gedaan?’

‘Van welk land zijn jullie?’

‘Zijn jullie een fan van Alanzo?’

Al die aandacht. Het mocht egoïstisch klinken, maar ik had gewild dat iemand anders Alanzo had gered, niet Henry en ik. Het laatste wat we nodig hadden was al die aandacht.

We wilden juist onopgemerkt blijven. En dat was ons tot noch toe goed gelukt. Niemand wist onze echte naam. Zelfs Massimo niet, onze huurbaas.

Ik hield mijn handen voor mijn gezicht toen ik zag dat er camera’s waren.

‘Ik wil niet gefilmd worden!’ zei ik luid en duidelijk en stapte van het trapje. Ik wilde langs de journalisten lopen. Maar de journalisten waren net als aasgieren.

Ze bleven aanhouden. Hoe hard ik ook riep dat ik niet gefilmd wilde worden.

Ze omsingelden ons, we konden niet weg.

En al snel had een journalist, die langs de andere kant van me stond, ons in beeld.

Een microfoon werd onder mijn neus geduwd.

‘Vertel ons, hoe voelen jullie je nu na wat er gebeurd is?’ vroeg een journalist in het Engels maar met een Italiaans accent.

‘Dit komt toch niet op tv?’ stelde Henry een domme vraag, terwijl hij net als ik zijn gezicht verborg met zijn armen.

‘Laat ons toch met rust!’ schreeuwde ik.

‘Waarom willen jullie niet geïnterviewd worden? Jullie zijn helden! Die mogen toch wel door iedereen gezien worden?’ zei een andere journalist en ook hij duwde een microfoon onder mijn neus. Ik voelde me benauwd worden.

‘Als jullie nu niet een stap opzij doen en ons weg laten gaan, gooi ik jullie camera stuk!’ dreigde Henry.

De journalisten keken elkaar even aan. Wat doen journalisten als ze hun informatie-brokken niet toegeworpen krijgen? Juist. Ze improviseren en liefst met veel sensatie.

Ik hoorde een journalist enthousiast de camera toespreken: ‘Onze helden willen niet herkend worden. Waarom, vragen jullie zich vast af. Misschien willen ze niet gezien worden omdat het gezochte criminelen zijn?’

Dit maakte me nog kwader. Ik was het beu! Als ze niet wilden luisteren, moesten ze het maar voelen.

De journalist die voor me stond, een twintigjarige man, keek me vol verwachting aan toen ik eindelijk mijn handen voor mijn gezicht weg deed. Nog voor dat hij de microfoon die hij in zijn rechterhand vast hield, onder mijn neus kon duwen, trapte ik hard op zijn voet.

‘Auw!’ schreeuwde hij. Hij pakte zijn voet en dit was mijn kans, ik gaf hem een harde duw en hij viel op de grond, terwijl hij wat collega’s met zich meesleurde. Zo konden we eindelijk door. Nog voordat ik doorliep, zei ik: ‘Scusate!'

De journalisten volgden ons niet, want op dat moment had de burgemeester het politiekantoor verlaten. Hij liet zich maar al te graag filmen.

We zagen onze kans om weg te rennen.

 ‘Dat was niet erg aardig van je,’ grijnsde Henry en hijgde een beetje van het renen.

‘Henry,’ zei ik ernstig en zijn grijns verdween abrupt.

‘We gaan op tv komen en je weet wat dat betekent.’

Er waren geen woorden nodig om de situatie waarin we beland waren te beschrijven. Hij begreep het.

We moesten weg uit Florence. En wel zo snel mogelijk.

--------------------------------------------------------------------

HOEREEEY weer een nieuw hoofdstuk! :D

Pfjeuw, dit was niet makkelijk om te schrijven. De eerste dagen bleef de inspiratie ergens verstopt in mijn gedachten. Daarna was het hoofdstuk niet goed, en heb ik het moeten herschrijven. Het heeft me echt veel bloed, zweet en tranen gekost, so please make me happy met wat votes en comments ^-^ Super bedankt trouwens voor de vele votes op het vorige hoofdstuk! 

De leukste reactie krijgt het volgende hoofdstuk opgedragen :D

P.S: bij MULTIMEDIA zien jullie mijn tekening van Daniel Sharman, ook wel Andric van dit verhaal ^-^ Het is zeker nog niet perfect, zoals bv de lippen kloppen nog niet helemaal. Misschien dat ik ook Henry eens ga tekenen.

O en P.P.S: jullie mogen al jullie vragen droppen in de comments! Zoals, hoe ben ik op het idee gekomen dit verhaal te schrijven? Waar haal ik de inspiratie vandaan? Enzovoort. Jullie mogen echt ALLES vragen! Ik bewaar de vragen en beantwoord ze op het einde van het verhaal. Ik ga dan een hoofdstuk posten met een Q&A. So drop your questions sweeties! ^^

En nog iets, weet iemand een beroemdheid, of gewoon een model of whatever voor Hellen? Ik wil graag dat ze op de vrouw lijkt van de cover. Ik vind echt niemand die op haar lijkt en ik weet ook de naam niet van de persoon op de cover, so please help me out! D:

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro