•~•1•~•
De kamer loopt vol met mensen.
Melanie weet allemaal wie ze zijn.
Familie.
Vandaag is ze 20 geworden.
Een mooie leeftijd volgens haar moeder, maar eigenlijk hoop je je hele leven lang dat je dat getal mag overslaan.
Ze wordt vanavond opgehaald door soldaten, samen met andere mensen die al 20 zijn, of net zijn geworden.
Gespannen zit Melanie op de bank.
Hun kater Kasper springt op haar schoot en gaat met zijn kopje langs haar hand.
Ze voelt de zachte haren kriebelen tussen haar vingers.
Ze aait hem over zijn kopje, waardoor het beestje tevreden begint te spinnen.
Hij rekt zich uit en gaat liggen.
Melanie voelt het warme en trillende lichaam van de kat tegen haar lichaam. Ze wordt er blij van.
Haar liefde voor katten zal nooit verdwijnen.
Door het lieve gespin van de kat heen hoort ze het gelach van de familieleden.
Ze staan allemaal gezellig te praten met een stuk taart in de hand.
Melanie begrijpt niet waarom de mensen blij zijn.
Zij hebben het nare spel overleeft.
Haar avontuur begint pas net.
Met sombere ogen staart ze voor zich uit, al aaiend over Kaspers kop.
Moeder loopt naar haar toe en geeft haar een stuk taart.
"Red Velvet. Je favoriet." Zegt ze met een glimlach.
Zwijgend pakt ze het bordje aan.
Kasper ligt te slapen op haar schoot.
Melanie pakt het plastic vorkje en begint in haar taart te prikken.
Hoe lekker de taart ook is, ze zal zich niet goed voelen.
Ze neemt een hap, proeft de smaak van witte chocolade en geniet voor een kort moment van de taart.
Helaas duurt het niet lang.
Moeder gaat naast haar op de bank zitten.
Kasper schrikt, gaat rechtop staan en springt van de bank af.
Melanie kijkt haar moeder woest aan en zet de taart neer op tafel.
"Wat doet u hier?" Vraagt ze nijdig.
"Vlak nadat de visite weg is, wil ik even met je praten."
"Mam, als het over dat rot spel gaat, hoeft het niet. Je hebt al jou ervaringen al wel vertelt."
Moeder zucht.
Ze pakt Melanie's handen en knijpt er zachtjes in.
"Je vader en ik hebben elkaar ontmoet tijdens het spel."
"Mam, dat verhaal ken ik al. Alsjeblieft niet." Zegt Melanie.
Moeder glimlacht.
"Hij durfde me niet aan te vallen, toen hij me al op een afstandje zag staan."
Melanie rolt met haar ogen.
"Ik hoop dat jij ook iemand ontmoet daar. Je hebt je hele leven nog geen een vriendje gehad."
"Het gaat jou echt alleen maar daarom!"
Melanie staat woedend op.
"Je beseft niet dat ik misschien wel dood ga! Ik denk niet aan de liefde, maar aan het leven! U bent gemeen. Het enige wat u wilt is lieve kleinkinderen. Ik hoop voor u dat, dat lukt als Maxiem gaat trouwen!"
Maxiem, haar broer, kijkt haar verbaasd aan.
Met dikke tranen in haar ogen zegt ze: "Jij hebt 4 jaar geleden het spel gewonnen. Ik hoop voor je dat jij wel beseft dat ik waarschijnlijk doodga!"
Met zware passen loopt Melanie naar de trap.
Ze draait zich nog 1 keer om en zegt tegen de familie: "Bedankt voor jullie komst. Ik weet dat jullie hier voor mij zijn, maar ik blijf nu weg, in mijn kamer."
Ze loopt de traptreden omhoog en hoort hoe Kasper achter haar aan rent.
Ze doet de deur open en wacht totdat de kat ook binnen is.
Ze ploft op haar bed en gaat in kleermakerszit zitten, zodat Kasper een lekker bedje heeft.
Ze huilt dikke tranen.
Kasper gaat met zijn snoetje tegen haar neus aan, hij wilt haar troosten.
Met haar rechterhand aait Melanie zachtjes over Kaspers lichaam.
Hij begint te spinnen en gaat liggen.
"O Kasper." Begint Melanie.
"Jij bent de enige die me begrijpt. Jij troost me. Moeder denkt alleen maar aan haar eigen geluk."
Met een schuddend hoofd laat Melanie haar hoofd zakken.
Haar tranen vallen op Kaspers oor, waardoor zijn oor kort trilt.
"O sorry."
Ze veegt Kaspers oortje droog.
Kasper sluit zijn ogen.
Melanie zucht.
"Wat moet ik nu." Stamelt ze.
"Ik wil dit helemaal niet."
Kasper staat op.
Hij gaat met zijn kopje tegen de kin van Melanie, zodat hij een traan wegveegt.
Melanie krijgt een warm gevoel.
"Ik zou willen dat ik ook een poes was. Dan had ik geen zorgen."
Ze aait het lieve beestje over zijn hele lijf.
Ze trekt hem in haar armen en begint hevig te huilen.
Ze schokt een aantal keer en laat alle klaag-geluiden uit haar mond naar buiten komen.
Ze voelt een hevige pijn in haar hoofd.
Kasper mauwt een paar keer.
Hij likt haar wangen droog.
Melanie geeft hem een zoen, bovenop zijn kop.
Hij duwt zijn kop onder haar kin.
"Melanie?"
Een stem achter de deur roept haar naam.
"Wie ben je." Zegt ze nijdig.
"Je moeder."
Een seconde moet Melanie nadenken over wat ze moet doen.
"Weg!" Roept ze.
"Niet zo tegen mij praten, jongedame."
"Ik wil u hier niet hebben. Niet nu."
"Ik wil even met je praten." Zegt haar moeder.
"Nee."
De deurklink gaat omlaag, maar Melanie roept: "Nee! Ga weg!"
"Melanie, je kunt hier niet altijd blijven."
"Nee inderdaad. Over een paar dagen ben ik toch dood."
Vanachter de deur hoort Melanie een zucht.
Voetstappen verdwijnen naar de trap en Melanie is opgelucht dat haar moeder weg is.
Ze tilt Kasper op en legt hem op haar deken.
Melanie gaat liggen en legt haar hoofd in het kussen.
Kasper gaat tegen haar buik liggen en begint te slapen. Ze aait hem over zijn lichaam en doet zelf ook haar ogen dicht.
Ze denkt na over hoe ze het moet aanpakken.
Het hele spel kan haar het leven gaan kosten.
En als ik écht iemand ontmoet. Zou diegene me dan helpen?
Zulke vragen vliegen als spoken door haar hoofd.
Vanuit beneden hoort ze plots gebonk. Verschrikt kijkt Melanie op haar wekker.
Ze heeft 2 uur geslapen!
Kasper ligt nog steeds tegen haar aan.
Ze hoort haastige voetstappen de trap op rennen, vervolgens geklop op haar slaapkamerdeur.
"Ze zijn er!"
Ze schiet overeind, waardoor Kasper van schrik omhoog komt.
"Kasper, het is zover."
"Je moet naar beneden komen. Nu!" Klinkt een bezorgde stem.
Melanie wilt opstaan, maar haar benen willen niet.
"Nee." Zegt ze zachtjes.
"Nee. Ik wil niet."
"Snel! Anders komen ze je halen!"
"Nee! Zeg maar dat ik niet wil!"
Ze hoort hoe de voordeur open gaat en een stoel die omvalt.
Zware en harde voetstappen naderen de trap en komen omhoog.
Vanachter de deur hoort Melanie hoe degene voor haar deur de soldaten tegen wilt houden.
"Aan de kant!" Zegt een harde stem.
Ze hoort een korte gil.
De deur vliegt open en 4 soldaten komen de kamer binnen.
----------------------------------------------
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro