gedicht 14 en 14,5
Ik zie een lam.
Hij heeft veel klitten.
Ik pak mijn kam.
Het lam gaat zitten.
Ik borstel zijn vacht.
Maar het lam spuwt vlammen.
Geschrokken zeg ik zacht
Dat ik nooit meer een lam zal kammen.
En nog een door mijn broertje:
Hé, wat doet die killerclown hier?
Tjonge jonge, wat een lelijke mier.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen247.Pro